Archieven

Willem Dinnessen, landbouwer, Sambeek, en zijn echtgenote Wendelina Claassen, vragen de familieraad om een uitspraak te doen over Hendrina Geraarts, zonder beroep, Groeningen. Familieraad: Laurens Claassen, Groeningen; Gradus Claassen, Groeningen die als zijn gevolmachtigde heeft aangesteld Maximiliaan Jacob de Man, advokaat, Nijmegen; Johannes Claassen, ambtenaar van rechten en accijnsen te Cuijk die als gevolmachtigde heeft aangesteld Arnoldus Johannes ten Hoet, kantoorbediende, Nijmegen; Hendrikus Denen, Vortum; Cornelis van Kempen, Mullem; Albertus Crouwers, Sambeek, allen landbouwers en bloedverwanten. Eisers overleggen een akte van scheiding tussen wijlen Theodora Geraarts, particulierse, gewoond hebbende te Groeningen en Hendrina Geraarts, betreffende de inboedel van hun ouders Hendrik Geraarts en Johanna Huibers, van hun broer Laurens Geraarts, in leven bouwman, Groeningen, van hun zuster Johanna Catharina Geraarts, in leven particulierse, Groeningen; van hun oom Johannes Huibers, in leven pastoor, Wijnbergen, van hun nicht Johanna Catharina Huibers, in leven particulierse, Wijenberg, en van hun oom Michiel Peters, in leven bouwman, Groeningen. Tevens wordt een akte overlegd van verkoop van onroerende goederen door Hendrina Geraarts aan Laurens Claassen. Van de familieraad verklaart alleen Johannes Claassen dat zijn tante blijken van onnozelheid vertoont en buiten staat is om haar goederen te besturen. Vrederechter sluit zich aan bij de meerderheid van de familieraad.

Gerardus Derks, als voogd, en Louis Favier, als toeziend voogd over de kinderen van Hendrik Joseph Derks en Anna Maria van Raaij. Familieraad: Hubertus Derks, oom, landbouwer; Jan Schoofs, aangehuwd oom, herbergier; Petrus van den Heuvel, aangehuwd oom, broodbakker; Godefridus Versteilen, achterneef; Johannes Gerardus Hermans, aangehuwd oom, secretaris, allen te Boxmeer; Petrus Marianus Peters, neef, particulier, Sambeek. Vervolg van de zitting van 5 nov. j.l. Omtrent 2e punt van akte 116: de drie eerstgenoemde leden van de familieraad menen dat de voogd geene aanlegging gedaan heeft, dat hun niet gebleken is dat er een procedure bestaat en zodoende geen authorisatie nodig is. J.G. Hermans en G. Versteilen menen dat de voogd voor de rechtbank is gedagvaard teneinde de verdeling der nalatenschap te bevorderen. Authorisatie niet van noode. P.M. Peters meent dat er volstrekt geen authorisatie nodig is. Vrederechter vindt dat vooralsnog geen authorisatie behoeft te worden verleend. Familieraad is van oordeel dat toepassing art. 420 code civiel is komen te vervallen. Zie ook akte 116.

Gerardus Derks, zonder beroep, Boxmeer, als voogd, en Louis Favier, katoendrukker, Boxmeer, als toeziend voogd over Dorothea, Marianus en Karel, kinderen van wijlen Hendrik Joseph Derks en Anna Maria van Raaij, aangesteld op 16.02.1829. Familieraad: Hubertus Derks, oom, landbouwer; Jan Schoofs, aangehuwd oom, herbergier; Petrus van den Heuvel, aangehuwd oom, broodbakker; Johannes Derks, halfbroer, katoendrukker; Johannes Gerardus Hermans, aangehuwd oom, secretaris, allen te Boxmeer; Petrus Marianus Peters, neef, particulier, Sambeek. Beraadslaging over de belangen van de minderj. over: A. het al dan niet aanvaarden van de nalatenschap van hun grootmoeder Johanna Margaretha Lamers, overleden Boxmeer 13.07.1833, weduwe van Marianus Derks, B. vermits de voogd zelf ook een groot belang in de betreffende nalatenschap had, dat dezelve authorisatie wordt verleend. Er is onenigheid. 1. de eerste drie leden van de familieraad zeggen dat de samenstelling van deze raad onjuist is en dat Godefridus Versteilen daarin behoorde te zitten, 2. dat de voogden geen successiën danwel onder beneficie van inventaris kunnen aanvaarden en dat het niet tot competentie van de vrederechter is, 3. dat er geen redenen zijn om de voogd van zijn funktie te destitueren en men verlangt dat hij kan voortgaan, 4. dat de afroeping van de familieraad niet volgens de wet is gebeurd, 5. dat, echter, genomen de familieraad behoorlijk was opgeroepen, de ondergetekenden in dat geval, zouden verklaren dat de voogd niet kan worden gedestitueerd. Godefridus Versteilen, achterneef van moederszijde wordt binnengeleid om zitting in de raad te nemen in plaats van Johannes Derks. Daarna menen de eerste drie leden van de familieraad de erfenis niet en de laatste drie leden de erfenis wel te moeten aanvaarden. Vrederechter vindt dat wel moet worden aanvaard. Hiermede stemt men in. De zitting wordt verdaagd tot 9 november. Zie akte 118.

Rudolph Smits, katoendrukker te Boxmeer, als grootvader van moederszijde en bij het ontbreken van de grootvader van vaderszijde, wettige voogd over Rudolph Constantijn 10 j., Arnolda Bernardina 8 j., Gertruda Christina 7 j. en Jan Baptist 5 j., kinderen van wijlen Willem Hubert Molmans en Maria Christina Smits, geassisteerd door de toeziend voogd Evert Heijligers, zonder beroep, Boxmeer. Beiden daartoe bevestigd 01.06.1831, geven te kennen dat door het overlijden van Cornelia Johanna Linssen, Boxmeer 05.07.1833, eerder weduwe van wijlen Caspar Molmans, later hertrouwd met Evert Heijligers, haar nalatenschap voor een deel op voornoemde kinderen is komen te vervallen. Familieraad: Antoon Boekmeulen, aangehuwd oom, zilversmid; Marianus van den Heuvel, aangehuwd oom, bakker; Hermanus Smits, neef, katoendrukker; Cornelis van Haaf, aangehuwd neef, particulier; Johannes Josephus Linssen, neef, winkelier; Willem van den Berg, neef, schoenmaker, allen te Boxmeer. Deliberatie of erfenis moet worden aangenomen, hetgeen wordt aanvaard.