skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Arnout van Erp
Arnout van Erp Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Arnout van Erp
Arnout van Erp Bhic

Archieven

294 Heerlijkheid Loon op Zand, 15e-19e eeuw
Voornamelijk microfiches. Het archief wordt grotendeels bewaard op RA Tilburg

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Zie de bijlagen voor meer informatie over het archief.

Brabants Historisch Informatie Centrum
Aanwijzingen voor de gebruiker
Bijlagen
Heren van vrouwen van Loon op Zand
Stukken betreffende de historie van Loon op Zand aanwezig in het archief van de familie Salm- Salm in het 'Fürstlich Salm- Salm'sches archiv te Anholt'
Aantekeningen uit de regesten
Overzicht van de middeleeuwse akten betreffende Loon op Zand
294 Heerlijkheid Loon op Zand, 15e-19e eeuw
Voornamelijk microfiches. Het archief wordt grotendeels bewaard op RA Tilburg
Inleiding
Bijlagen
Overzicht van de middeleeuwse akten betreffende Loon op Zand
Akte van belening door hertog Jan I van Brabant van Willem van Hoerne met de heerlijkheid Loon op Zand, 4 mei 1269.

Johannes dei gratia dux Lotharingie et Brabantie universis tam presentibus quam futuris presentes litteras inspecturis salute et cognoscere veritatem quod nos dedimus et assignavimus plenarie in feodo ad jura terre nostre Brabantie obtinendo in iurisdictione altum et bassum nobili viro Wilhelmo domino de Roerne militi villam de Venloene cum omnibus vul galiter dictis wastina, thuno, moro et deserto et cum suis pertinentiis sitam inter silvam de Eudenhout et den Grondelosen Merken et etiam Merendijc quod iacet retro Wael wyc et Baerdwyc usque ad vicum qui iacet inter Tilborgh et Venloene predictam et tertiam partem decime de Tilborgh et etiam terras arabiles in Eudenhout cum sileis et pratis in cuius rei testimonium sigillum nostrum presentibus duximus apponendum cum nostris nobilibus viris ad hoc requisitis Waltero Berthout domino Mechliniensi et Egidio Berthout domino de Hoenbeke datum anno Domini millesimo ducentesimo sexagesimo nono sabbato post ascensionem Domini
Nederlandse vertaling van de beleningsakte van Loon op Zand, 4 mei 1269.

Jan, bij de gratie Gods hertog van Lotharingen en van Brabant, allen te samen voor het heden als in het toekomende, die deze tegenwoordige brief zullen zien, gegroet en verneemt de waarheid, dat wij gegeven en toegewezen hebben in volle leen, in bezit te houden naar het recht van het land van Brabant, de hoge en lage jurisdictie aan de edele heer Willem van Hoeme ridder, de villa (buitenplaats) Venloon met al zijn, gemeenlijk genoemd woeste gronden, hoven, moeren en wildernissen met al haar toebehoren, gelegen tussen het bos van Udenhout en de Grondelosen Merken en ook de Merendijc die zich uitstrekt achter Waalwijk en Baardwijk tot aan de straat die ligt tussen Tilburg en Venloon voornoemd en een derde deel van de tienden van Tilburg en ook bouwlanden in Udenhout met bossen en weiden.
Ter getuigenis van deze zaak hebben wij ons zegel daaraan aangebracht en eraan toegevoegd die van onze edele heren, daartoe verzocht, Walter van Berthout, heer van Mechelen, en Egidius van Berthout, heer van Hoenbeke, gegeven in het jaar ons Heren duizend tweehonderdnegenenzestig op de zaterdag na de Hemelvaart van de Heer. (4 mei 1269)
Akte van belening door hertog Jan van Lotharingen, van Brabant van Willem, heer van Hoeme met de villa (het dorp of kasteel) van Venloon, de tienden, wildernissen, cijnsen, moeren en deserto (woestenijen), gelegen tussen het bos van Eudenhout, den grondelosen merken en ook den Merendijc, die ligt achter Waelwijc en Baerdwijc, tot aan de 'vicum' die ligt tussen Tilborch en Venloene, alsmede niet het derde part van tienden in Tilborgh en de vruchtbare akkers, bossen en wildernissen in Udenhout.
Getuigen Waltero Berthout, heer van Mechelen
Egidio Berthout, heer van Hoenbeke

Archief Heerlijkheid Loon op Zand (AHLoZ, 782) inv. nr. 104
RHC Tilburg, Charterverzameling (CV) nr. 44.
Afschrift uit het Latijn uit 1610 in AHLoZ inv. nr. 113
Afschrift uit het Latijn uit 1651 in OALoZ (781) vnr. 1353

N.B. Camps (Oorkondeboek nr. 317) vermeldt voor drie woorden een andere schrijfwijze, namelijk salutem i.p.v. salute; vulgariter i.p.v. vulgaliter; en thimo i.p.v. thuno. Vicum: straat, plaats

1314 St. Odolphsdacht (begrenzing)

Zie 1396 O.L.V. Assumptie.

1326 1 8e van de oogstmaand (begrenzing)

Zie 1396 O.L.V. Assumptie

1382 oktober 10 (koop heerlijkheid)

Zie akte 1433 octobri op den dach
Zie akte 1447 Sinte Pauwelsdach conversio in januario

1383 augustus 20 (betaling van de koop van de herlijkheid)

Zie akte 1433 octobri op den dach
Zie akte 1447 Sinte Pauwelsdach conversio in januario

1388 saterdaechs nae Sinte Pauwels dach. begrenzing
Akte van schenking door Albert van Beieren, ruwaard van Holland, aan heer Pauwels van Haestrecht van percelen moer en wildernis gelegen tussen den Rooden Biesen en Noormans Put, strekkend in de richting van Holland in zoverre het tot de heerlijkheid van Loon behoort.
Er was een geschil tussen Albert en Pauwels over de grens tussen Holland en Brabant ter hoogte van Venloon. Albert heeft inmiddels een aantal personen aangewezen die de "paelen van Loon" zullen vaststellen. Mochte er Hollandse gronden tot de heerlijkheid Loon behoren dan krijgt Pauwels van Haestrecht die in erfleen met alle rechten, tienden en toebehoren.

Afschrift, 17e eeuw, OALoZ (781), vnr. 1353.

1391 december 7 (?) 1387 nov 17. Tilburg, Goirle, Tol van Venloon

Johanna hertoginne van Lotharingen, van Brabant verpand aan haar Raadsheer Pauwels van Haestrecht ridder voor 4.000 oude Vrancrijcsche schilden de dorpen Tilborch, Goirle, Druenen en de Tol van Venloen 'mit allen hueren heerlijcheijden hooge ennde cleijne mit allen den anderen hueren toebehoirten hoe die gelegen sijn in naten oft in droogen, ende hoe die genoemt sijn'... uitgezonderd het Hof van Giersbergen dat toebehoort aan de abdis van Ter Kameren, de manschap en clockslag in de voornoemde dorpen.
Pauwels mag 'inden voergenoempden dorpen mit hueren toebehoirten geseten eijet moegen handelen Oft vueren buijten vonnis noch recht van saken die te vonnis staen, ende selense verantwoirden ende bescudden voir onrecht ende gewondt (of gewoudt).. behoudelijck dat heer Pauwels voirs. ende zijn erven binnen den voirgh. dorpen alle ondaet der hooger heerlijckheijt aengaende die in dese dorpen oft in hueren toebehoirten gevallen sullen richten moegen ende dairaff beternisse nemen als dair toe behoort sonder jeghen ons te misdoen'
Johanna belooft tevens dat zij in geen van de dorpen in het schoutambt van Oisterwijk tol zal laten heffen of dammen leggen ter voorkoming van nadeel aan de Tol van Venloen.
Op elk moment mag de hertogin haar pand lossen. '.. ende als die lossinge is gedaen is voirwaerde dat beer Pauwels ende zijn erffgenaemen huer voirs. borch te Venloen weder hebben sullen ende behoudem sonder manschap dair aff te doen'.

Brussel
Afschrift 17e eeuw, AHLoZ, inv.nr. 113

1392 april 22. begrenzing

Verklaring van de gemene geburen van Sprange dat de heerlijkheid van loon reikt tot aan de Sprangdijck, van de westeinde van deze dijk reerecht tot het Grondeloosen Meer toe en van die plaats tot Noermans Putte toe.
Met nadruk wordt gesteld dat de heerlijkheid van Loon 'tot aenden Sprandijck ghaet, ende wij over den Sprangdijck tot Loon want aen geenrehande recht noch toeseggen en hebben.
Hierbij doen ze het verzoek aan heer Pauwels van Haestrecht 'van gratien ende nijet van recht' dat ons vee mogen gaan over de dijk binnen de heerlijkheid van Loon en dat zij daar heide mogen meijen (maaien) sonder ijet tegen hen dair aen te misdoen, behoudelijck altoes heeren Pauwels ende zijne nacommelingen horen orbaer ende merschap te doen met horen moer in wat manieren dats hem gevueght'

Afschrift, 17e eeuw, AHLoZ, inv.nr. 113

1393 s'anderdaechs na Sint Simon inden dach 1393.
Zie akte 6 juli 1395

1393 donredachx nae Sinte Sijmon inden dach. begrenzing

Albrecht, graaf van Holland bevestigt de grens tussen heerlijkheid Loon in Brabant en Sprange in Holland als reikende tot aan de Sprangendijck en lopende van daar reerecht tot het Grondeloosen Meer en van die plaats tot Noermans Putte toe. Mocht in de toekomst de grens tussen Holland d en Brabant nader worden vastgesteld en blijken dat een deel van de heerlijkheid ligt op Hollands territoir dan geven wij Pauwels van Haestrecht, onze hoofmeester, 'om dienst wille die hij ons gedaen heeft' die gronden als erfleen met de hoge en lage gerechten, moeren, cijnsen, tienden, wateren en alles wat oe behoord.

's-Gravenhage
Afschrift, 17e eeuw, AHLoZ, inv.nr. 113

1394 des andere dages na Sinte Bavendach. vrijstelling

Willem, heer van Hoeme en Altena, geeft Pauwels van Haestrecht en zijn echtegnoet Elisabetten van Dalem vrijstelling van schattingen en bede van goederen en rechten die zij nu hebben of in de toekosmt zullen krijgen in het Land van Altena, ook verleent hij hen vrijstelling van de veerschat, de tol en ongelden in Almkerk.

1395 juli 6. begrenzing

Vidimus van de deken van het kapittel van de collegiale kerk van St. Martinus en Vincentius te Gorinchem, waarin hij bevestigt de akte d.d. sanderdaechs na St Simon 1393 van Robrecht, graaf van Henegouwen en Holland inzake de grenzen van Loon en Sprang.
De grens reikt tot aan de Sprangendijk en vandaar reerecht tot het Grondeloosen Meer toe, en van die Plaats tot tot Noermans Put toe. Met de toezegging dat gronden bevonden in de heerlijkheid Loon op Zand im erfleen worden gegeven aan Pauwels van Haestrecht.

Afschrift, 17e eeuw, ALOZ (781), vnr. 1353
Origineel 1393 in AHLoZ, inv. nr. 105
1396 des maandaechs na Onser Vrouwen dach Assumptionis. begrenzing

Vidimus van de deken en het kapittel van de collegiale kerk te Gorinchem, waarin zij bevestigen dat op 18e van de oogstmaand 1326 Jan hertog van Lotheringen, van Brabant enz. en de Willem graaf van Henegouwen, van Holland enz. een akkoord hebben gesloten over de 'paelscheidinghen .tusschen hollant ende die herscappie van Venlone van den grondelosen meerken totten meerdijc toe die achter Bisoijen leght', in conformiteit en overeenstemming met het akkoord van St. Odolphsdach 1314.

Afschrift, 17e eeuw, OALoZ (781), vnr. 1353.

1396 december 13. turfvaart

Johanna hertoginne van Lotharingen van Brabant verleent haar raadsheer Pauwels van Haestrecht toestemming tot het graven van een vaart door de heerlijkheden Drunen en Venloen en indien noodzakelijk door andere heerlijkheden om zijn turf te voeren naar de Dieze en de Maas.
Sprake van 'heer Pauwels moer in sijnen lande van Loon'
De vergoeding van voor degenen die hun land zien doorgraven worden is ter bepaling van de schpenen in die heerlijkheid of die van 's-Hertogenbosch. De benadeelde ingezetenen mogen bruggen en spuien leggen over en in de vaart.
Het keurrecht van de bruggen, spuien en de vaart komt heer Pauwels toe. Ten behoeve van het onderhoud ontvangt hij van elke last (10.000 turven) die over de vaart wordt getransporteerd een 'oude grooten tornoijsen' van de eigenaar van de turf.

Brussel
Afschrift, 17e eeuw, AHLoZ inv. nr. 113
1407 lesten dach van februario. begrenzing
Akte van Willem van Beieren, graaf van Holland, waarbij hij Foijken Foijkens, bezitter van het huis en slot van Altena, beleend met het dorp van Baerdwijck in het land van Heusden met de hoge en lage gerechten, grenzens met de noordzijde aan de Maas en de zuidzijde aan de palen van de heerlijkheid Penloon.

s-Gravenhage
Afschrift, 17e eeuw, OALoZ (781), vnr. 1353.

1410 december 20. warande

Anthonius hertog van Lotharingen, van Brabant beveelt de schout van 's-Hertogenbosch juridisch op te treden tegen die personen die de vrije warande van Venloen binnen de palen van Brabant toebehorende aan Dirrick van Haestrecht nadeel toebrengen.
'hoe alrehanden luijden uut anderen landen dair ontrent gelegen hebben geweest ende noch commen binnen sijnen voergh. dorp ende hem aldair aen zijn vrij warande fortsche cracht ende gewalt gedaen hebben ende noch dagelijcx doen tot zijnre grooter schaden ende achterdeel'

Gegeven in Brussel
Afschrift, 17e eeuw, AHLoZ in nr. 113

1411 oktober 26. rechtspraak

Anthonis hertog van Lotharingen van Brabant staat Dirck van Haestrecht toe met zijn dienaren op te reden zonder restrictie tegen het geweld veroorzaakt door personen van buiten de heerlijkheid.

Afschrift, 17e eeuw, AHLoZ in nr. 113
1417 januari 20. turfvaart

Attestatie voor schepenen van 's-Hertogenbosch van twee ingezetenen van Drunen die indertijt
schepenen aldaar waren, dat ten tijde dat Pauwels van Haestrecht een 'eninge' legde in Drunen hij de geburen aan de zuidzijde daarvan verzocht een vaart te mogen graven door hun gronden. Met uitzondering van Peeter Heijn Beijs soen, Heijl Hermans en Lambrecht Giben werd dit verzoek
ingewilligt. Echter op de navolgende condities: de vaart zou 1 roede breed zijn; de aarde aan beide zijden zou opwerpen, de turf die de Drunenaren in Venloon zouden halen voor hun eigen behoefte tolvrij was; er geen schouw gelegd zou worden op de Vaart; heer pauwels zou twee bruggen leggen, één in Spapendijck en de andere 'opter man hofstat'.
De schepenen van 's-Hertogenbosch verklaren nu dat zij gehoord hebben dat Herman Hermans soen Pauwels van Haestrecht ook toestemming had gegegeven gelijk de geburen van Drunen.

Afschrift, 17e eeuw, OALoZ (781), vnr. 1353.

1433 augustus 30

Zie 1433 octobri op den dach. 12 bunder

Attestatie van schepenen van 's-Hertogenbosch, waarin zij bevestigen verschillende akten gelezen of horen lezen hebben:
Geerit en Jan van Genie, kinderen van wijlen Berijs van Genie bekend schuldig te zijn aan Arnden van Laerhoven een erfcijns van 40 ponden (munt van de beurs van 's-Hertogenbosch), die zij jaarlijks zouden betalen uit een 'erffenissen geheijten wilderten van twelff buenre gelegen bijden gericht s'heeren van Hoorne tot Tilborch waert'. Ter bekrachtiging van deze passage worden enkele oudere akten voorgelezen, o.a. een vidimus van maendachs na O.L.V. nativitatis, waarin een schepenakte d.d. 20 mei 1388 wordt van Loon bevestigd. In deze laatste wordt verklaard door de 'oudsten' van Loon, 'dat die heerlijckheijt van Loen streckt vanden staerden put ter waeterscheijden toe vander waeterscheijden tot noermans put, van noermans put ten grondeloosen meer toe, vanden grondeloosen meer tot Loonremeer'.
Ook afgeschreven de verkoop d.d. 10 oktober 1382 voor hertogin Johanna van Brabant door Zweder van Apcoude, heer van Gaesbeke, aan heer pauwels van Haestrecht ridder de heerlijkheid Venloon. De heer van Gaasbeek draagt de heerlijkheid op aan hertogin Johanna ten behoeve van de heer Pauwels tot het moment dat heer Pauwels zijn betaling aan de heer van Gaasbeek had voldaan. Dit geschiedde op 20 augustus 1383 (deze tekst is ook afgeschreven.
Die erfenisse van 12 bunder behoorde in het verleden (vóór 1433) tot de heerlijkheid Loon op Zand. Ook nog een akte afgeschreven van 30 augustus 1433, waarin de hertog van Brabant Dirck van Haestrecht terecht wijst voor het feit dat hij 4 bunder heide vercijnst heeft zonder toestemming van de henog en dat Geerit en Jan Beris een commer hebben gemaakt van 12 bunder.

Afschrift, 17e eeuw, OALoZ (781), vnr. 1353
1447 Sinte Pauwelsdach conversio in januario. koop heerlijkheid

Akte van bevestiging door Johanna hertoginne van Lotharingen, van Brabant dat op 10 oktober 1382 Sweder van Apcoude aan Pauwels van Haestrecht ridder verkocht heeft 'dat dorp van Loen geheeten Venloen tseghen de palen van Hollandt ende d'landt van Huesden palende ende gelegen met allen zijnen toebehoirten hoegen en vederen hoe dat daer gelegen zijn moechte oft genaemt in droogen oft in naten gelijckerwijs dat hij dat opten celven dach houdende waer in wat manieren dat zijn moechte, dair in uutgescheijden'.
Op 20 augustus 1383 toonde heer Pauwels van Haestrecht de open brief van Zweder van Abcoude, waarin hij stelt ten volle betaald te zijn voor de verkoop van Venloen met toebehoren. Op die dag is Grauwels door het Leenhof van Brabant beleend met de heerlijkheid Venloen.
Vidimus

Afschrift, 17e eeuw, AHLoZ inv.nr. 113

1461 mei 21. begrenzing

Notariële bevestiging van de uitspraak van de 'euxluijden' van de Hoge Raad van de hertog van Bourgondië, waarbij de heerlijkheid van Venloon de gemeint achter Waalwijk en Baardwijk omvat en reikt tot de Meerdijk en de geburen van van Baardwijk daar geen rechten kunnen laten gelden.
Pauwels van Haestrecht wordt in het gelijk gesteld en de geburen van Baardwijk veroordeeld tot het betalen van alle kosten.

Afschrift, 17e eeuw, AHLoZ, inv. nr. 113
Afschrift, 17e eeuw, OALoZ (781), vnr. 1353.
529 Sinte Luciendach. turfpleiten

Reglement op het laden van de turfpleiten
Margr. van Haestrecht, vrouwe van Loon, haar zoon, Dirrick van Grevenbrouck, de zeven schepenen, schout Jan vande Schouwen 'mette meesten gedeelte van onsen nagebueren die hen metten moir behelpen' hebben onderling bepaald dat per turfpleit maximaal 116 tonnen 'swerte torve' (een of twee ,onbegrepen) geladen mag worden. Meer geladen betekend een boete van een gouden Philipsgulden. Indien iemand voor het passeren van de 'draijer' op de vaartkant zij teveel aan vracht lost, zal een bode nagestuurd krijgen en alsnog voor het zelfde bedrag beboet worden.
De gebueren zullen hun pleiten met 'vleedts ende vinck' mogen laden, zoveel als zij willen, mits zij gemakkelijk die brugge kunnen passeren, 'dair inne overgaet tot Sprange waert'.
Elk pleit van binnen of van buiten die door den draijer vaart zal twee stuivers betalen.

Afschrift, 17e eeuw, AHLoZ, inv. nr. 113

1535 april 2. belening

Keizer Karel V, hertog van Brabant beleent Maximiliaen van Huerne, als gemachtigde van Diedericke van Grevenbroec, met 'die heerlijcheijt van Venloon, hooge, middele ende leege metten manschappen, waranden, vogelrijen, vischerijen, houdtschat, heijmaet, scatgelt, forfaiten metten sloth tot Venloe mit moeren, wildernissen, gemeijnten, molen, thienden, chijnsen, aflijffen ende gruijtgelt mitten hoeven in Udenhout, spoijgelt vanden torffven opte vaert mit twee hoeven neven 't voors. sloth gelegen, een aoeve opt vaert, ende eenenvijftich bunderen moers onder Dongen', zoals zijn moeder Marie van Haestrecht die in leen heeft bezeten.

Brussel
Afschrift, 17e eeuw, AHLoZ, inv. nr. 113
1535 mei 13. huldiging

Inhuldiging door de ingezetenen van Loon op Zand van hun geboren heer Dirrick van Grevenbroeck.
Akkoorden over
Ingezetenen mogen op hun erf 40 voeten bepoten, de heer behoudt wel zijn houtschat
De ossen, koeien, schapen en andere beesten zullen hun 'ganck' hebben en de 'gemeynt' die ontrent de Commer ligt en begint en strijct voort na de 'gemeynt' van Tilburg die zal hen (ingezetenen) die heer afpalen en daar zal men heije op mogen meijen (maaien) naar uitgegeven van de schepenen.
Voor het pleitvaren blijft het akkoord van 1529 van kracht. De heer staat hun nu toe 120 tonnen zwarte turf te laden. Met een extra bepaling voor het lossen bij den draijer.
De cijnsen mogen nu binnen 8 dagen na St. Maarten betaald worden; zonder boete.
De geburen zullen de gemeynt mogen gebruiken daar zij gelegen zijn; tot het wederzeggen van de heer.

Afschrift, 17e eeuw, AHLoZ, vnr. 423

1551 maart 9. verkoop hoeve

we van transport door Dirick van Grevenbroeck, heer van Loon op Zand, aan Arntden Janssen van Broechoven, van een hoeve land met een timmeringe daarop staande, alsmede de heide, weide, drieessen, beesten en schapen, staande en gelegen in de parochie van Venloon 'opt Meer", grenzend met de oostzijde aan de gemeint van Drunen, westzijde aan heer Jacop Zanders, priester, en met de noord en zuidzijde an de heer van Loon.
Voordien bewoont door Matheus Geritssoon.
De heer had die hoeve gekocht van de erfgenamen van meester Arnts vande Cluijt.
Ook nog een erfwisseling van hetzelfde perceel, groot 27 lopensen, op 20 juni 1554 voor schepenen van Loon op Zand.

Afschrift, 17e eeuw, OALoZ (781), vnr. 1353.
1565 augustus 1. verkoop grond

Akte van transport door Dirick van grevenbroeck aan Barthgolomeeussen Jan Geldenssen van een perceel van 37,5 roeden op de Molenstraat.

Afschrift, 17e eeuw, OALoZ (781), vnr. 1353.

1598 juli 23. begrenzing gemeijnt

Certificatie voor schepenen van Venloon van enkele ingezetenen van Baardwijk op verzoek van Jeronimus Benedictus, castelein tot Loon, uit naam van de heer, dat het gericht van Drunen 10 tot 20 roeden westwaards van de Drunense stoep en 10 tot 20 roeden van dijk stond en door pioniers trekkende met Zwitserse troepen op weg naar Woudrichem is vernield. Zij hebben ook gezien dat aan het gericht drie jonge gezellen zijn geëxecuteerd. Tevens stelllen zij dat zij met toestemming van de beer van Loon het gebruik hadden van de voornoemde heide gelegen van ontrent het Berchs Verlaet, strekkende van de Vaartkant naast een ven en de Groene Heuvels en vandaar naar de Meerdijk, genaamd 'aenden Crommen Dijck, vandaar westwaards op naar de 'Loonsche geerfde'
'dat mijn heere van Loon questie hebbende tegen sijn gemeijnte inde hullinge vand e heije achter Baerdwijck gelegen naest Adriaen Schalcken goet geheijten 't Goijken, streckende neffens de Vaertcant totte Groen Hoeuvels, ende van ontrent beneden bij 't Berhs verlaet ende beneffens den Meerdijc totten Crommendijc toe reijckende dat de gemeijnte van Loon versochte de selffde heije te gebruijcken ende datter die van Baerdwijck uuijtgeslooten souden worden, d'welcke de her van Loon sijn ingesetenen vergunnen heeft gehadt,' uitgezonderd de beesten van de heer van Baerdwijk en de beesten van IJewen Geeritssen, ook de beesten van van de hoeve van Embert van Hasselt, toen drossaard van Turnhout. Zij drieeen mochte de heide achter Baerdwijk ook gebruiken,.. 'voor weicke beneficie 't gebruick vande voors. heije ende toestemming vanden heere van Loon de naebueren van Baerdwijck altijt plachten eenen hooffdienst te doen, te weeten den heeren van Loon sijn hoij thuis te helpen haelen'.
Jan Peeterssen Cock, oud 56 jaar, stelt dat hij in zijn jonge jaren altijd de schapen heeft gehoed op de bewuste heide achter Baardwijk. deze lag: van de Crommen Dijck tot de Vaertcant en vervolgens westwaards tot de gerfden van Loon.

In de akte van hullinge van 22 april 1603 staat hierin:
De ingezeten zullen mogen meijen de heide op de bane, die naar Dongen voert voorzover dat de heer toebehoord, met ook de gemeente achter Baardwijk, 'als di van den schautent sal worden uuijtgegeven', met ook de biezen aan de Nouwen, alsmede een heideveld gelegen naast 'den Seijckbos' en einde de straat, groot 9 of 10 lopensen.

Afschrift, 17e eeuw, OALoZ (781), vnr. 1353.
1603 april 12. huldiging

Akte van huldiging door de ingezetenen van Venloon van Thiery van Immerseel, heer van Loon, Haveluij en Wommelgem. De ingezetenen stellen echter enkele eisen.

a. Verzoek algemeene vrijheid tot het meijen van de heide. De heer stelt: de ingezetenen zijn vrij te meijen op de baene die naar Dongen loopt, op de gemeijnt achter Baardwijk die van de schout wordt uitgegeven, met ook de biesen aan het Nonnen (lijkt mij Nouwen), met een heideveld gelegen naast 'den Seijckbos' ten einde de staat, groot 9 of 10 lopensen.

b De (heerlijke) dienst van het turf halen voor de heer door de ingezeten. Als zij een voeder gehaald hebben moeten zij een ontbijt krijgen en bij een tweede voeder een middagmaaltijd. De heer stelt: dit zal geschieden 'en heeft men hun noijt minder geboden'.

c. Toestemming om leem te mogen steken en de kuilen daarna te vullen. De heer is akkoord, hoewel dit nooit in geen enkele inhuldiging is toegestaan.

d. Verzoek om de 'houden clippels' in het begin van mei te mogen afdoen om het koren en de vruchten niet te beschadigen. De heer stelt: hierin moet de 'oude costume' wordt gevolgd.

e. Verzocht wordt om het recht om voor het erf op de straat heesters en planten te poten, behoudens de heer zijn recht (houtschat)
Akkoord, mits de straat niet te smal wordt.

f. Eigenaren grenzen aan de gronden van de heer, zullen op 40 voeten van de sheren gronden 'tot defensie van hunne huijsinge' mogen poten of planten. Behoudens de houtschat van de heer. Het vee mag, als vanouds vrijelijk te weide gaan.
g. De ingezetenen mogen voor hun eigen 'brandt' behoefte turven vletten voor half spuigeld.

h. Pleiten die teveel lading hebben zullen naar 'd'oude costume' beboet worden.

i.

j. De uitvoering van de 'warande' leidt tot grote schade voor de boeren. Het is zelfs zo erg, dat een aantal percelen om die reden niet verapocht zijn kunnen worden. De heer zal dit bijzondere aandacht geven.

k. Het steken van zoden wordt door de heer geweigerd 'door dyen ressen te steken al te zeer de gronden verergert'.
l. De heer stemt toe in de aanstelling van een schutter door de schepenen naar zijn goedkeuring. '.dan soe moetwillichlijck boven kerckgebodt den heere beschaedicht in sijne lanthooffden met drijven van hare beesten eenige heijmaijt oft grondt den heere is toecommende is gebruijckende, sal voer d'ierste verhoren sesse gulden ende ten tweeden mael oversulcx bevonden wesende arbitralijck gecorrigeert naer landtsrecht'.

m. Verzoek om de boeten en breuken niet hoger te stellen of te eisen dan 1 Bospont. De heer stelt tot correctie van de moedwilligen een boete van een pont groot, behalve in gevallen van 'clippelen van honden, catten oiren aff snijden ende weigeringe van hoffdienste' en dergelijke waarin naar ouder gewoonte men niet meer zal breuken dan 1 Bospont.

n. Schepenen verzoeken dat de heer niemand van zijn onderzaten 'sal moegen vangen oft spannen stocken oft blocken', tenzij dat zij lijff oft gebruikt hebben, tenzij op verzoek van partijen om die selve te laeten verborgen van saecken die te verborgen staen'.
De heer reserveert seinen aentast op alle misbruijcken hum sumitterende de jusititie'.
o. In voorkomende gevallen presenteren de ingezetenen hun diensten, 'met haere paerden en waegen om torff te haelen'.

De 'schamele bedorven ingesetenen' vereren de heer met een bedrag van 300 karolusgulden met nog een bedrag van 100 katolusgulden tot recognitie.
De heer dankt hen voor hun gift en zegt hun toe 'recht en justitie te administreren naer 's landts ende deser bancke rechten'. Op voorwaarde dat de gemeente hem zal laten 'ongemolesteerd' van van contributie va thiende oft molens wesende regele domeijnen'.

Afschrift, 17e eeuw, AHLoZ, inv. nr. 113

1606. Egmontse moeren

Verzoek van Simon Dierck Buenen c.s. aan de graaf van Warfuzé en de baron van Hueckelem, als voogden over Engelbert van Immerseel tot afpaling van de Egmontse moeren, die de wijlen Dierck of Thiery van Immerseel op 6 juni 1606 aan hun had verkocht.
Nog in 1605 had Dierck van Immerseel Hendricken Anthonissen, scholt te Sprangh, Dircken Buenen, scholt te Loon, Adriaen Jacopsen, Adriaen Peeterssen en hun metgezellen verboden de Egmontse moeren te gebruiken, wegens het niet nakomen van de moer of grondcijns.
In de verkoop van 1606 staan de belendingen: gelegen binnen deze heerlijkheid, oostwaarts de Tilborgche dellen, zuidwaarts de baan van Breda, westwaards de heer van Loon en noordwaarts de Hollandse Dijk. De verkoop is geschiedt op voorwaarde van een jaarlijkse erfelijke moer en grondcijns van 60 gansen. Naar een afschrift van notaris Coomans d.d. 1628

Afschrift, 17e eeuw, AHLoZ, inv. nr. 113
1608 juli 24. begrenzing

Grenspunt 'het hol vanden gracht'. Van de bomen staande aan de oostzijde van van de Molenstraat moest met houtschat betalen aan de rentmeester van de hertog en van de bomen aan de westzijde niet. Ook van de bomen staande op 'het hol vanden gracht' moest men houtschat betalen aan de rentmeester van de hertog.

Afschrift, 17e eeuw, OALoZ (781), vnr. 1353.

1610 oktober 30. begrenzing

Verklaring van enkele bewoners van de Vaert dat 'de voors. heerlijckheijt Loon gaet noortwarts tot aenden Merendijck die leet achter Baertwijck, Waelwijck ende Besoijen tot aenden Sprangsen Eijckdijck ende dat neffens den Eijckdijck altois gelegen heeft eenen sloot, ende dat den selven dijck van Jan Heijen erffenisse gaet westwarts met eenen crommen ellenboge, ende eenen waterlaet suijdtwart aende voet vande voors. dijck totten grondeloosen meerken ende dat allen de landen comende ende streckende aende voors. sloot ende waeterlaet altijts sijn gehouden geweest voor Loons'.

Een andere verklaring van een Vaertbewoner:
die van Sprang hebben grond gekocht nabij de Sprangse Eijckdijk onder Loon op Zand om de sloot liggende tussen de dijk en het land te dichten en de dijk te verbreden.

Afschrift 17e eeuw, OALoZ (781), vnr. 1353.

1649 december 12. verbod heidegebruik

De beer stelt een verbod voor alle ingezeten op het maeijen van alle heijden die aan hen vergunt zijn, weten de gemeijnte ten einde de Loonse Strate, op de hoge Baene, in de Biesen en de Duijn, de gemeijnte ten einde het Hoecxken en achter Baerdwijck, ook op gemeijnte gelegen ten einde het Effterlingh, Craenven en elders. Alles op straffe van 6 gulden.

Afschrift, 17e eeuw, OALoZ (781), vnr. 1353.
1651 juli 10. begrenzing gemeijnt

Verklaring van Jacop Goijaerts, oud 79 jaar, dat hij in zijn kinderejaren schapen gehoed heeft in het gebied tussen de Vaert en de Baerwijkse Meerdijck aan de westzijde van de Groenheuvels, liggende een weinig oostwaarts het Berchs Verlaet, westwaarts tot de Loonse erve toe, zonder dat die van Drunen daar ooit geschut (vee) hebben.
Ook een verklaring van een gewezen vorster van Drunen, die stelde dat de borgemeesters van Drunen hem indertijt verteld hadden dat de gemeijnt van Drunen niet verder westwaards reikte dan tot de Groenheuvels toe, die noordoostwaards laiggen van het Berchs Verlaet; het Goeijken was gebeid van de heer van Loon.
Een andere verklaring: 'dat hem de gemeijnte achter Baertwijck was toecomende , soo weijt als den Merdij ck achter Baerdwijck was reijckende'.

Afschrift, 17e eeuw, OALoZ (781), vnr. 1353.

1657 mei 8. teerkosten

Reactie van Thomas van Immerseel, heer van Lon op Zand op het verzoek van de ingezetenen om toe te zien op de post van verteringen in de dorpsrekening. Deze kosten zijn exorbitant hoog en niet door de arme ingezetenen meer op te brengen.

Afschrift, 17e eeuw, AHLoZ, inv. nr. 113
1658 augustus 13. verponding

Stukken betreffend de verponding over tienden en molens van de heer. De verponding is opgelegd door Raad van State bij resolutie van 6 september 1657.
Volgens het contract van huldiging van 12 april 1603 zijn de goederen van de heer vrij van alle lasten. Ter compensatie hadden de ingezetenen enkele privilegien verkregen: het laten weiden van schapen en andere beesten op de gemeijnt, weiden en wildernissen; het pootrecht op het eigen erf en langs de straat; het steken van leem voor de eigen behoefte

Afschrift, 17e eeuw, AHLoZ, inv. nr. 113

1672. teerkosten

De heer neemt maatregelen ter beteugeling van de grote kosten die van dorpswege gemaakt worden in de herbergen.

Afschrift, 17e eeuw, AHLoZ, inv. nr. 113

1681. verponding
Conflict tussen Magdalena Francoise t' Serclaes de Tilly, vrouwe van Loon, en de ingezetenen van Loon op Zand gerezen in 1678 over de belastingen

Afschrift, 17e eeuw, AHLoZ, inv. nr. 113

Kenmerken

Datering:
15e-19e eeuw
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch