Archieven

32 Wederom een serie documenten in een omslag. * Opdracht tot inventarisatie van de nagelaten goederen van de te Vught overleden Peeterken Arien Lamberts weduwe van Lucas van den Asdoncq natuurlijke dochter van Arien Lamberts. De inboedel bestaat uit enkele meubeltjes met een rentebrief of obligatie van 150 gl. ten laste van Jonker Heijm. Procureur van Camphen wordt geauthoriseerd de inventaris op te stellen en de inboedel te verkopen – 29 september 1677. * Rekening van Johan van Camphen procureur te ‘sBosch geauthoriseerd tot inventarisatie en verkoop van genoemde goederen. De totaalsom bedraagt 25-11-12 ondertekend door van de Graeff van de leen- en tolkamer en griffier Copes – 16 december 1682. * Specificatie van het verdiende salaris door deurwaarder Johan de Cassemajor in de verkoop der goederen van Peeterken natuurlijke dochter van Arien Lamberts die tijdens haar leven woonde te Vught ‘in de Valck’ in totaal 4-4-0 – 25 april 1678. * Inventaris van de meubelen en de huisraad van Peeterken. Alle goederen worden keurig opgesomd – 31 october 1678. * Specificatie van de opbrengsten uit de verkoop van genoemde goederen door de vendumeester van Luinen voor een totaalbedrag van 57-0-8 – 14 april 1678. * Verklaring van het overlijden van Peeterken van de raad en rentmeester generaal aan de leenmannen van de leen- en tolkamer – ongedateerd. * Inventaris van de meubels en huisraad van Peeterken Ariaen Lamberts laatst weduwe van Luycas van der Asdonck te Vught opgemaakt op verzoek van Jonker Jacob van Borssele te Geldermalsen raad en rentmester generaal, ondertekend door van Camphen – 1682. * Rekening van Johan van Camphen notaris en procureur te ‘sBosch i.v.m. het inventarisaren van de nalantenschap van Peeterken Ariaen Lamberts gepresenteerd aan de raad en rentmeester generaal en de leenmannen Arnoudt de Raedt, Herman Cuchlinus en Abraham van de Graeff – 1677. * Tweede exemplaar van de rekening van Johan van Camphen – 29 october 1677.

31 Serie documenten in een omslagje [no.6]. * Extract uit de resoluties van de Raad van State van dinsdag 28 september 1677 betreffende de inboedel in het sterfhuis van Jan van Rijsingen met relaas van deurwaarder D. van Arnhem. J.Keijsers notarius publicus heeft het gecollationeerd. * Schrijven van deurwaarder A. Brouwers n.a.v. de nalatenschap van Jan van Rijsingen – 1677. * Verklaring van de pastoor van Ottenkom bij Hamburg voorzien van zijn signet in rode lak en ondertekend door Claes Moller, Bartholomeus Pelz als vendrig van Hare Koninklijke Majesteit van Zweden en Pedro van Dort, waarin hij vastlegt dat op op 8 maart 1633 getrouwd zijn Herman van Rijsingen en de deugdzame Juffrouw Catharina Emunts/Emonts in naam van de Drievuldigheid en met kerkelijke ceremonie. Dit schrijven is een translaat uit de hoogduitse taal. * Schrijven ondertekend door van Camphen van de raad en rentmeester generaal i.v.m. de inventarisatie van de nagelaten goederen van Jan van Rijsingen. Als erfgenamen worden gemeld: Johannes de Gulicker, Adriaen van de Laer als man van Elisabeth de Gulicker mede voor hun zusters Margareta en Barbara (?) – 1677. * Brief n.a.v. de inventarisatie der goederen ondertekend door Jacobus de Gulicker 1677. * Schrijven van de Raad van Brabant n.a.v. een supplicatie van de gezamenlijke kinderen van wijlen Agnes van Rijsingen uit haar 1e en 2e huwelijk inzake legaten vastgelegd in het testament dd. 22.8.1677 van Johan van Rijsingen, ondertekend door Floris Visscher – 30 september 1677. * Reactie op een request van de kinderen van Agnes van Rijsingen – 14 september 1677. * Verklaring van de raad en rentmeester generaal Jonker Adriaen van Borssele over het overlijden van de bastaard Johan van Rijsingen in augustus 1677 te ‘sBosch, zonder wettige kinderen te hebben nagelaten. Zij vader en moeder zijn resp. Herman van Rijsingen en Catharina Emonts.

30 Twee documenten in een omslagje E 3386 waarbij in het eerste de bastaarddochter wordt genoemd Maijke. Haar man is Dirk Peters te Nistelrode anno 1680, de erfgenamen zijn Jacob Peters te Rosmalen en Willem Peters soldaat; het tweede document is een brief over de nagelaten goederen van Maijke van Frans Huyberts aan notaris Johan van Campen namens de erfgenamen, die allen buiten Nistelrode wonen – 30 juni 1682.

29-vervolg * Fragment van de interrogatie van 18 artikelen door deurwaarder Gerart Somers van Juffrrouw Martha Beaumont weduwe van wijlen Adriaen d’Eel te ‘sBosch. Zij is 54 jaar oud. De familie Grissepiere had een meid en een knecht, volgens haar verklaring. Vier weken voor zijn vertrek naar Spanje heeft Grissepiere met zijn vrouw nog gelogeerd in Den Haag bij haar thuis, volgens Martha. Zij zelf had ruim drie weken voor dat de tijding kwam van de dood van de luitenant nog in ‘sBosch gelogeerd bij Mevrouw Grissepiere. Na de dood van de luitenant is ze daar gebleven tot de maand october. Ook aan haar worden de nodige indringende vragen gesteld omtrent de inboedel, de bewuste koffers, geld en andere zaken – ongedateerd. * Extract uit het ‘cleerpachtboeck’ van 1 october 1667 van de hand van Joris van der Borcht in verband met de openbare verkoop op 26 januari 1668 van de meubilaire goederen van de overleden Elisabeth Jamijn van Averen weduwe van Robbert de Grispere haar overleden man. Aanwezig Johannes Jamijn broer van de overledene en Nicolaes Nouwe de man van Cathalijn Jamijn erfgenamen van Elisabeth. Totaalbedrag 2069-19-4. Het extract is ondertekend door G.v.Asten – actum 9 mei 1672. * Extract uit de 30ste rekening van raad en rentmeester generaal van de domeinen Jonker Gijsbert Pieck van Thienhoven van het jaar 1636 [of moet dit 1676 zijn?] over de ontvangst van bastaardgoederen waarin de bastaard Robbert Griesepiere wordt genoemd en zijn huis in de Verwerstraat tussen het huis en erf van de kinderen wijlen de Heer Thielman van Breugel in zijn leven raad van de stad en het huis van Jacomina van den Broeck. Het huis is voor een jaar verhuurd aan Madame Cosyn een Franse matresse. Eveneens een extract uit de rekening van 1675 de 29ste van de raad en rentmeester waarbij het huis ook al was verhuurd aan Madame Cousyn. * Liquidatie tussen Jonker Pieck en La Forge dd. 15 augustus 1671 met de onderscheiden ontvangen bedragen waarbij genoemd worden: