skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

Archieven

Notaris-, schepen- en andere akten

Met "Notaris-, schepen- en andere akten" zoek je in een groeiend aantal samenvattingen van akten van notarissen en schepenbanken in het noordoosten van Brabant. En bovendien in de akten van diverse andere instellingen met betrekking tot Brabant (Raad en Rentmeester Generaal der Domeinen, Leen- en Tolkamer, Raad van State en Staten-Generaal). Alle akten betreffen de periode van de 15e t/m de 19e eeuw.

Van veel akten zijn scans beschikbaar. Als een akte nog niet is gescand, kun je meestal gebruik maken van onze gratis service scannen-op-verzoek. Meer info >

Wil je weten welke bronnen al beschikbaar zijn, nieuw of in bewerking? Bekijk dan het complete overzicht. Wat zit er in? >

Veel samenvattingen zijn gemaakt door onderzoekers en vrijwilligers, die hun bestanden ook aan ons hebben gegeven. Zo zijn deze voor veel mensen makkelijk te vinden. Heb je ook bestanden die je via onze website wilt delen? Leuk! Neem dan contact met ons op: info@bhic.nl

> Meer info over notariële archieven

> Algemene hulp en zoektips

Filter: Domeinenx
beacon
7.372  notaris-, schepen- en andere akten
sorteren op:
 
 
 
 
Schepenakte
29 Een serie documenten in een omslag gebundeld, waar verder niets op vermeld staat. Als omslag heeft een stencil gediend van de provincie Noord Brabant gewijd aan bosbrandverzekeringen. * Declaratie over 1671 van advocaat Mr. Johan van Ravesteijn in de zaak van Jonker Pieck van Thienhoven betreffende het sterfhuis van Robbert de Grissepere bastaard en Jan Jamijn van Avere als erfgenamen van Elisabeth Jamijn van Avere de nagelaten weduwe van Grissepere. In totaal betreft het 49 posten met een waarde van 128-16-8. In het stuk worden de volgende personen genoemd: George de la Forge als gemachtigde van Jan Jamijn, Nicolaes Nouwen, deurwaarder Walteri, van der Cruck. in de vorm van een interrogatie, waarin bevolen wordt aan Huybrecht van Haeften concierge ten huize van Zijne Excellentie van Brederode te ’s-Hertogenbosch bij de deurwaarder te verschijnen op basis van twee appointementen van het Hof van Holland dd. 10 en 15 maart 1662. Hij verschijnt voor Aelbrecht Nierop raad ordinaris in het Hof van Holland en diens adjunct Willem van Alphen secretaris bij dat Hof, Willem van Ravesteijn als procureur van de raad en rentmeester generaal der domeinen. Van Haeften verklaart 44 jaren oud te zijn en zijn vrouw Maria van Notbeeck 49 jaren oud. Ze verklaren de persoon van Robbert de Griesepiere gekend te hebben, die in zijn leven luitenant was onder de compagnie van kolonel de Heer van Beverwaert gouverneur van de stad ’s-Hertogenbosch. Griesepere is met de ambassadeur als hofmeester in Spanje geweest en is op zijn terugreis via Frankrijk te Bordeaux overleden en begraven. In het huis van Brederode zou een gesloten koffer gestaan hebben met zilverwerk, juwelen, damast, pellen tafelgoed etc. dat aan Grissepere toebehoort volgens concierge van Haeften, maar dat koffer is door de vrouw van Grissepere naar Vianen gestuurd. Zij zou het koffer ook geopend hebben in het bijzijn van Maria van Notbeeck.
Vervolg:
Ze verklaren niet te weten dat de vrouw van Jan van Gulick erbij is geweest toen het koffer werd opengemaakt. Van Haeften verklaart bovendien dat de vrouw van Grissepere hem twee obligatiebrieven in de hand heeft gegeven een van 1600 gl. en een andere van 1000 gl..Ook Maria van Notbeeck zou die brieven gezien hebben. Voorts verklaart men niet te weten dat de vrouw van Grissepere enkele handschoenen ontvangen zou hebben. Ook weet men niet zeker, alleen maar van horen zeggen, dat Grissepere bij zijn vertrek een bedrag van 1000 tot 1200 gulden heeft meegenomen. Ze hebben bovendien 5 rijksdaalders ontvangen van de verkoop van handschoenen en dat geld aan mevrouw Ghissepere overhandigd. Het stuk is ondertekend door een zekere W. van Alsem – 15 maart 1662. * Fragment van een interrogatie nl. de artikelen 19 tot en met 22. Het betreft de inventarisatie van de goederen van Grissepere waarbij men zich afvraagt of de weduwe mogelijk een grote zilveren beker en twee zilveren lepels buiten de inventarisatie heeft gehouden, of bekend is dat Adriana Lauwran een koffer heeft geleend of heeft meegekregen en dat deze, samen met de dochter van een zekere Vermadel, uit de stad vertrokken was. Ook weet men niet of enige koffers bij Mons. Beauveer terecht zijn gekomen. * Verklaring van de evicteur van het huis in de Verwerstraat te ’s-Hertogenbosch van wijlen de luitenant Robert de Grissepiere voor de ene helft competerende aan het land. Mr. Garijn chirurgijn treedt als evicteur op, met aaneengesloten een brief van de groenroede te ‘sBosch, ondertekend door J. van Woerkom – 26 februari 1675. * Zwaar beschadigd document ondertekend door van Griensven notarius publicus – 1661. * Interrogatie ten behoeve van Jonker Gijsbert Pieck van Thienhoven raad en rentmeester generaal waarbij verhoord is de 30-jarige Willem Egberts van der Putten soldaat militerende onder de compagnie van de Heer van Beverwaert in de stad ’s-Hertogenbosch op 11 maart 1662.
Vervolg 2:
Hem wordt gevraagd of hij als dienaar mee naar Spanje is geweest met hofmeester Grissepiere, waarop deze bevestigend antwoordt. Voorts wordt diep ingegaan op de koffers, het transport en de inhoud ervan. Het dode lichaam van Ghissepiere zou buiten Bordeaux begraven zijn. volgens de verklaring van van der Putten. Het stuk is ondertekend door Aryaen Groenhooft – 11 maart 1662. * Een volgende interrogatie van 17 artikelen, waarbij wordt opgeroepen om te verhoren de 50-jarige Gerritien Peeters de vrouw van Jan van Gulick sergeant onder de compagnie van Beverwaert. Men gaat in op onderdelen uit de inboedel, de kleren van de overleden luitenant en vooral het lot van de diverse koffers. Ondertekend door Aryaen van Groenhooft – 11 maart 1662. * Declaratie van notaris van Oudenhoven van 77-2-0 o.a. in verband met de verzegeling van alle goederen en het inpakken ervan in kisten, kasten en koffers in aanwezigheid van Marten van Buel, Gerart Somers op 6,7,8 en 9 januari, gevolgd door allerhande administratieve verplichtingen die nader worden omschreven, o.a. het opmaken van de inventaris. Verklaring van Margriet van Oudenhoven het geld ontvangen te hebben. Inliggend een verklaring van een uitbetaald bedrag ondertekend door Gosen Kemp en Nicolaes Bueres dd. 2 september 1671. * Een zeer zwaar beschadigd stuk inhoudende een kopie van de door Ayaen Groenhooft uitgewerkte interrogaties [zie hierboven].
Persoon in schepenakte:
Jonker Pieck van Thienhoven  
Jan van Avere  
Elisabeth van Avere  
Gijsbert Pieck van Thienhoven  
Willem Egberts van der Putten  
Johan van Ravesteijn  
Robbert de Grissepere  
George de la Forge  
Huybrecht van Haeften  
Willem van Alphen  
Willem van Ravesteijn  
Maria van Notbeeck  
Robbert de Griesepiere  
Jan van Gulick  
Robert de Grissepiere  
Aryaen van Groenhooft  
Marten van Buel  
Jan Jamijn  
Nicolaes Nouwen  
Aelbrecht Nierop  
Adriana Lauwran  
Aryaen Groenhooft  
Gerritien Peeters  
Gerart Somers  
Gosen Kemp  
Nicolaes Bueres  
W. van Alsem  
J. van Woerkom  
Datering:
1662-1671
Toegangsnummer:
9
Inventarisnummer:
327
Bron:
Domeinen
 
 
 
 
 
Schepenakte
28-vervolg losse documenten in een omslag getiteld: Kap. Oversteijn. * Lijst behorende bij de vorige akte waarin de twintig mariniers met naam en toenaam worden genoemd, met een specificatie van geleverde kleren en andere benodigdheden, verteringen e.d. per marinier uitgesplitst. De mariniers: Rut Willem Michielssen, Nicolaes Martin, Willem Gertssoen van Son, Pieter Coenen, Jan Matthijs de Haen, Jan Willems, Jan Abrams, Adriaen Dircxss., Jan Thielen, Hendrick Janssen, Hendrick vanden Bos, Jan Peter van Vucht, Mathijs Overvelt, Jan Stevens van Sluijs, Pieter van der Camme en Thomas Bartels. Totaalbedrag 342-1-8. Kapitein Pompe te Dordt heeft het bedrag voor deze mariniers voldaan – januari en april 1666. * Los briefje aan kapitein Jan Oversteijn in verband met het completeren van diverse compagnieën. Den Haag 12 januari 1666. * Duitstalige brief aan Oversteijn te ‘sBosch van 30.10.1663. * Diverse betalingen aan kleermaker Latali. * Kwitantie van Hillegunde de huisvrouw van Herbert van Esch 17-8-0 – 11.6.1661. * Duitstalige brief aan Oversteijn te ‘sBosch – 2.11.1663. * Kwitantie ondertekend door een zekere Catharina van gemaakte kleren en gebruikte stoffen ter waarde van 20-0-0 – ongedateerd. * Kwitantie over kleding en materialen ter waarde van 43-3-0 – ongedateerd. * Kwitantie van 106-19-0 bestaande uit vijf folio’s kledingstukken en stoffen - 1663-1664. * Identiek stuk als het voorgaande voor 117-2-0 met diverse aantekeningen over betalingen – 1664. * Twee kwitanties over kleding en geleverde stoffen van resp. 47-13-14 en 33-9-2 – 1663-1664. * Naai- en herstelwerk voor kapitein Oversteijn door Catharina voor 24-7-0 – 10.8.1661. * Kwitantie van Catharina Dasar (?) van kleren voor de kapitein en de knecht 10-0-0 – 28.7.1662. * Kwitantie over kleding voor de kapitein van 3.2.1661. * Drie kwitanties i.v.m. een 30-tal mariniers van de compagnie van Johan van Oversteijn van resp. 24.4, 13.6 en 23.6.1665, waarin o.a. genoemd worden de Heer Willem Gans,
Vervolg:
sergeant Daniel Tael en Ceesar Marchier. * Bericht voor van Oversteijn om vanuit Vlissingen te vertrekken naar Overijssel – 23.10.1665. * Bericht voor Oversteijn om vanuit het kwartier Roeveene te vertrekken naar Hasselt en aldaar het commando over te nemen van de afwezige majoor Derck Haersolte – 7.11.1665. * Bericht om soldaten te sturen naar de stad Delft die toegevoegd zullen worden aan de compagnie scheepssoldaten onder kapitein Hendrick Padtbergh – 15.1.1666. * Verzoek aan van Oversteijn te Hasselt om 30 bekwame soldaten uit zijn compagnie te sturen naar het kwartier Roeveen dat onder commando staat van vaandrig Schoeck of Scheeck (?) uit Steenwijk – 16.1.1666. * Bericht over de aanwezigheid van 1000 zn. bisschoppelijke ruiters en infanterie in de omgeving Hardenberg-Ommen die mogelijk doortrekken naar het kwartier Rouveen waar inmiddels kapitein Clooster is gearriveerd – 26.12.1666 (?). * Ontvangstverklaring door J.v.Oversteijn van 100 gl. uit handen van Adriaen van Schuijlenburch, ondertekend door J.Coerael – 4.1658. * Kwitantie van 82-17-12 m.b.t. slaapkamerbenodigdheden door Mr. Haijmans de ‘stoelmacker’ en diverse franjes gemaakt door Juffrouw Westrick, ondertekend door Geertruyt Bronckman [dubieus] – mei-augustus 1664. * Rekening: het op 23.9.1668 verzegelen van de goederen van kapitein van Oversteijn die van Coevorden via Amsterdam in ‘sBosch zijn aangekomen 7-10-0; 26.9.1668 ten huize van Vrouwe Westrick het bijwonen van de inventarisatie op de voormiddag 3-15-0; vervolg na de middag ten huize van sergeant Mensingh 3-15-0; 27.9.1668 inventarisatie ten huize van Vrouw Westrick 7-10-0; 4 en 5 october ten huize van Marten van Buel inventarisatie en taxatie van de goederen die van Coevorden gekomen zijn 15-0-0; 23.2.1669 koffers met allerhande papieren geïnventariseerd 5-0-0; 16 en 17.4.1669 verkoop van goederen ten huize van Marten van Buel 15-0-0
Vervolg 2:
en tenslotte de bemoeienis in het bekijken van schuldbrieven, in hoogduits geschreven stukken en de afrekening van solliciteur Schuijlenburch 7-10.0. * Andere onkostenpost van Johan van Noorden namens Marten van Buel i.v.m. de inventarisatie van genoemde goederen: 26.9.1668 met notaris Keijsers de inventarisatie bijgewoond ten huize van vrouw Westrick 1-10-0; idem ten huize van sergeant Mensingh 1-10-0; 27.9.1668 ten huize van vrouw Westrick 3-0-0; 4 en 5.10.1668 6-0-0; item het ‘lijck vanden Heer Oversteijn ter aerde te brengen’ en Johan van Noorden als huissier van de domeinen 5-0-0. * Opdracht aan kapitein Johan van Oversteijn kapitein van een compagnie voetknechten in garnizoen te Emden om een gespecificeerde lijst op te stellen van de namen en toenamen van de officiers en soldaten en niemand mag met verlof gestuurd worden. Simon van Beaumont, Den Haag – 8.10.1666. * Brief aan commandeur Oversteijn te Hasselt om op 6 januari 9 uur ‘smorgens te Hasselt de compagnie onder de wapens te brengen – Zwolle 1.1.1666. * Kort briefje met het bedrag dat is verdiend aan de verkoop van de goederen van de kapitein met een waarde van 1266-12-0. ongedateerd. * Brief van Wilhelm Wyrich van Dhun Graaf te Falkenstein via postmeester Herbert van Es i.v.m. het overlijden, de begrafenis van kapitein van Oversteijn – 20.9.1668.
Persoon in schepenakte:
Willem van Son  
Jan Matthijs de Haen  
Jan Peter van Vucht  
Jan Stevens van Sluijs  
Wilhelm van Dhun  
Rut Willem Michielssen  
Hendrick vanden Bos  
Pieter van der Camme  
Herbert van Esch  
Johan van Oversteijn  
Adriaen van Schuijlenburch  
Marten van Buel  
Johan van Noorden  
Simon van Beaumont  
Herbert van Es  
Nicolaes Martin  
Pieter Coenen  
Jan Willems  
Jan Abrams  
Jan Thielen  
Hendrick Janssen  
Mathijs Overvelt  
Thomas Bartels  
Jan Oversteijn  
Den Haag  
Catharina Dasar  
Daniel Tael  
Derck Haersolte  
Hendrick Padtbergh  
Westrick  
Geertruyt Bronckman  
Vrouwe Westrick  
Vrouw Westrick  
Oversteijn  
Datering:
1661-1671
Toegangsnummer:
9
Inventarisnummer:
327
Bron:
Domeinen
 
 
 
 
 
Schepenakte
28 losse documenten in een omslag getiteld: Kap. Oversteijn. * De leenmannen van de leen- en tolkamer melden een proces tussen de raad en rentmeester generaal Pieck van Thienhoven n.a.v. het overlijden van Jonker Johan van Oversteijn kapitein van een compagnie voetknechten van het Staatse leger aan de ene kant en de crediteurs van genoemde kapitein aan de andere kant. Alles n.a.v. de opbrengst van de verkochte goederen van de overleden kapitein ter waarde van 1185 gulden en 8 penningen. De raad en rentmeester levert een onkostenpost aan van leenmannen, notarissen, doodschulden etc. van 625-18-4; Luijtien Martens waster voor haar wasloon 4-10-0; Jan Vervoirt voor het leveren van de rouw 36-10-8; Vrouw Westerick 110-4-0 ter concurrentie van de meubelen die in haar huis werden bevonden en de openbare verkoop ervan; Willem van der Sluijse apotheker voor geleverde medicamenten 21-19-8; de Heer Doctor van der Sluijse voor visites, vrachtlonen en verteringen 40-0-0; Adam du Vin voor het maken van de rouw 8-0-0; Housman [dubieus] voor geleverde rijnse wijn 12-9-0; Herbert van Esch de postmeester i.v.m. zijn reizen voor de crediteurs 24-0-0; Stoffel van de Wiel voor dienstloon 35-5-0; advocaat van der Horst een obligatie van 140 pattacons twv 350-0-0; de sergeant ‘in den Leeuw’ 81-0-0; advocaat Neerven uit naam van Laurens van Espendonck 238-9-12; advocaat Nyehoff voor Jan la Coste 375-5-8; advocaat van de Gevel voor Martijn Bertijn 81-4-0; Jan van Grimbergen 7-5-8; Dirck Minurett zadelmaker 3-18-0; Jan inden Bogaert 11-12-0; Abraham Janssen Busmaecker te Utrecht 71-10-0; Pieter Cornelissen ‘parssementwercker’ 1-13-0; van Wamel den apotheker 15-19-0; Jan Kemps of Claes Kempe bierbrouwer 12-6-10; Jan Delfa en nu zijn weduwe 19-14-8; Jan Vervoort koopman 272-19-8; Vrouw Westerick 249-17-0; Doctor van der Sluijse van visite en vacatie 30-0-0; erfgenamen wijlen Mattijs Claessen van Hees 13-2-0; Joost de With 19-6-0; Antoni van der Meulen lakenkoper 26-17-12; Abram la Dalle 24-0-0;
Vervolg:
Mr. Steven du Hart [dubieus] genoemd la Taille 291-0-0; Jan van Vucht bierbrouwer 3-5-0. ’s-Hertogenbosch 19.3.1671. * Losse brief van de Raad van State waarin opdracht wordt gegeven aan de commandanten een gedetailleerde lijst samen te stellen van het getal en de namen van de soldaten der compagnieën die gediend hebben op oorlogsschepen, in Engeland zijn opgebracht en daar gevangen zitten. In de linkermarge een doorgehaalde notitie met een aanschrijven en ordonnantie om de ‘Munstersche soldaeten ende alle andere rovers ende stroopers haer daer voor uytgevende door de militie aldaer int garnisoen doot te doen slaen, oock tot dien eijnde te vervoegen selffs buyten het territoir van desen Staet’. ’s-Gravenhage 1.2.1666. * Brief aan kapitein Jan van Oversteijn in garnizoen te Hasselt door G. van Slingelandt namens de Raad van State met de mededeling zich gereed te houden omdat hij naar Oost-Friesland gezonden zal worden. Getekend door Parges van Meijma. Den Haag 18.5.1666. * Losse memorie van gedane uitgaven aan diverse functionarissen door vermoedelijk Vrouwe van Oversteijn [Avesteijn] voor 293-19-0 – ongedateerd. * Schrijven betrekking hebbend op de begrafenis van kapitein Oversteijn. Op 20.2.1688 [1668?] ‘savonds tussen negen en tien uren is het dode lichaam van de kapitein uit herberg de Wildeman gehaald met drie karossen en in de Sint Janskerk begraven op order van de raad en rentmeester generaal Jonker Pieck van Thienhoven en de leenmannen, met twee ‘huyssiers’ van de domeinen Marten van Buel en Johan van Noorden die voor het lijk uit gingen met hun deurwaarders, stokken in de hand en met lange rouwmantels. Naast de raad en rentmeester en de leenmannen hebben het lichaam van de kapitein vergezeld de Heer Tuijl commandeur, Schotte kolonel, de Gruijter ritmeester, de Goene luitenant kolonel, Ruijs luitenant te paard, Kilpatrick kapitein, Ruijs commissaris, die allen in karossen zaten, met naast hen knechts met brandende flambouwen. – 31.12.1668.
Vervolg 2:
* Brief aan Oversteijn commandeur te Hasselt met de mededeling vanuit Zwolle dat de officiers die al of niet met verlof zijn zich weer moeten vervoegen bij hun compagnie en bereikbaar te blijven. Ondertekend door Derick Hend. Vriese en onder stond Roelinck namens de gedeputeerde van de Staten van Overijssel – 27.12.1668. * Lijstje met uitgaven gedaan door kapitein Oversteijn ter waarde van 26-12-12 opgesteld door Lodewijck van der Lynden met dank voor de betaling. Het betreft vooral stoffen voor kleren – 13.5.1661 en 15.9.1661. * Vier kwitanties alle ondertekend door J. v. Abcoude betreffende betalingen namens de compagnie van kapitein Oversteijn. Genoemd worden: sergeant Hendrick Bartels koopman, Adriaen van Schuijlenburgh in ’s-Gravenhage – juli-september 1666. * Fragment van een brief vanuit Zwolle aan kapitein Oversteijn commandeur te Hasselt i.v.m. de verplaatsing en aanvulling van 25 soldaten uit zijn compagnie. Ondertekend o.a. Jan Sloot – 30.1.1666. * Rekening van de kleermaker Latalie voor gerepareerde kleren van kapitein Oversteijn twv 24-13-0. * Brief van Roelinck aan kapitein Oversteijn commandeur te Hasselt met de mededeling dat men ten spoedigste wil afmarcheren naar Zutphen en dat uit het garnizoen van Hasselt 50 manschappen aanstonds moeten gaan naar Roerene en dat kwartier in bescherming te nemen. Zwolle – 19.11.1665. * Brief van kapitein Johan van Oversteijn die verklaart in opdracht van kapitein Hendrik van Padburg 20 soldaten vnl. mariniers geleverd te hebben en verzoekt om een vergoedeing van 342 gulden – 14.5.1666.
Persoon in schepenakte:
Jonker Johan van Oversteijn  
Mattijs Claessen van Hees  
Jonker Pieck van Thienhoven  
Derick Vriese  
Abraham Janssen Busmaecker  
Pieck van Thienhoven  
Willem van der Sluijse  
Doctor van der Sluijse  
Herbert van Esch  
Stoffel van de Wiel  
Laurens van Espendonck  
Jan van Grimbergen  
Joost de With  
Antoni van der Meulen  
Jan van Vucht  
Jan van Oversteijn  
Vrouwe van Oversteijn  
Marten van Buel  
Johan van Noorden  
Lodewijck van der Lynden  
Adriaen van Schuijlenburgh  
Johan van Oversteijn  
Hendrik van Padburg  
Luijtien Martens  
Jan Vervoirt  
Vrouw Westerick  
Martijn Bertijn  
Dirck Minurett  
Pieter Cornelissen  
Jan Kemps  
Claes Kempe  
Jan Delfa  
Jan Vervoort  
Den Haag  
Hendrick Bartels  
Jan Sloot  
G. van Slingelandt  
Datering:
1661-1671
Toegangsnummer:
9
Inventarisnummer:
327
Bron:
Domeinen
 
 
 
 
 
Schepenakte
27 Brief aan de leenmannen van de leen- en tolkamer, waarin de kinderen en erfgenamen van Peeter van Haeren een verklaring afleggen over een vonnis voor de Bossche schepenen dd. 2 september 1664 ten laste van Maria Molengraeff weduwe van Frans van Nuijs, dit vanwege een bedrag van 140 gulden dat men hen schuldig zou zijn. Het betreft een derde part in een akker te Vught [zie 26] die heeft toebehoord aan Wouter Nuijs de natuurlijke zoon van Gerart Nuijs in zijn leven majoor op het fort Sint Anthonis.
Persoon in schepenakte:
Peeter van Haeren  
Frans van Nuijs  
Maria Molengraeff  
Wouter Nuijs  
Gerart Nuijs  
Datering:
2-9-1664
Plaats:
Vught
Toegangsnummer:
9
Inventarisnummer:
327
Bron:
Domeinen
Geografische namen: