Notaris Adrianus Sluter oorkondt dat Margareta dochter van Stephanus Heynen zoen, begijn van het Groot Begijnhof in 's-Hertogenbosch, haar testament gemaakt heeft, waarbij ze geld schenkt aan het beeld van de Heilige Maria in de Sint-Jan voor een kaars van de broederschap van de Lieve Vrouw. Vervolgens vermaakt ze onder meer aan de pastoor van de begijnen een erfcijns uit grond in Heesch geheten Den Halven Vorstengheer, grenzend aan Bollekens Hoeve, waarvoor haar naam op de zondagse rol geschreven moet worden en iedere zondag na de preek afgelezen moet worden, opdat het kerkvolk naar gewoonte een onzevader en weesgegroet voor haar kunnen bidden. Verder schenkt ze aan de pastoor en de gebeneficieerde kapelaans daar een erfcijns uit land geheten Den Boenhof in Heesch, grenzend aan Den Haverhof, waarvoor ze een jaargetijde moeten doen voor haarzelf, haar zuster Luytgardis en hun ouders. Gedaan in het begijnhof in de woonkamer van erflaatster.
Notaris Adrianus Sluter oorkondt dat Margareta dochter van Stephanus Heynen zoen, begijn van het Groot Begijnhof in 's-Hertogenbosch, haar testament gemaakt heeft, waarbij ze geld schenkt aan het beeld van de Heilige Maria in de Sint-Jan voor een kaars van de broederschap van de Lieve Vrouw. Vervolgens vermaakt ze onder meer aan de pastoor van de begijnen een erfcijns uit grond in Heesch geheten Den Halven Vorstengheer, grenzend aan Bollekens Hoeve, waarvoor haar naam op de zondagse rol geschreven moet worden en iedere zondag na de preek afgelezen moet worden, opdat het kerkvolk naar gewoonte een onzevader en weesgegroet voor haar kunnen bidden. Verder schenkt ze aan de pastoor en de gebeneficieerde kapelaans daar een erfcijns uit land geheten Den Boenhof in Heesch, grenzend aan Den Haverhof, waarvoor ze een jaargetijde moeten doen voor haarzelf, haar zuster Luytgardis en hun ouders. Gedaan in het begijnhof in de woonkamer van erflaatster.