Paus Clemens VII oorkondt aan Jacobus Donck, prior van het wilhelmietenklooster Porta Celi te 's-Hertogenbosch, dat hij het indult van zijn voorganger paus Adrianus VI, verleend aan Jacobus op 1 juni 1522, bekrachtigt. Ongeveer 90 jaar geleden hadden prior en convent bepaald dat de prior voortaan om de twee jaar zijn functie ter beschikking moest stellen. Deze bepaling is krachtens schrijven van paus Eugenius IV door Petrus Crom, deken van het kapittel van Sint-Jan in 's-Hertogenbosch, goedgekeurd. Daarna hebben de prior-provinciaal en de diffinitoren van de provincie Francia van de orde deze bepaling 27 jaar geleden bij de reformatie van het klooster afgeschaft omdat dit tot veel onenigheid binnen het klooster leidde. Genoemde Jacobus heeft toen van de provinciaal toestemming gekregen vlees te eten binnen en buiten het klooster wegens lichamelijke zwakte. Na 18 jaar leiding aan het klooster gegeven te hebben had hij op 54-jarige leeftijd wegens voetjicht en uit vrees de bouwactiviteiten aan het klooster niet kunnen afmaken pauselijke toestemming gevraagd om zijn verlof inzake het eten van vlees te continueren. Paus Adrianus had hem toegestaan vlees te eten buiten het klooster samen met een door hem uit de kloosterlingen te kiezen metgezel.
Paus Clemens VII oorkondt aan Jacobus Donck, prior van het wilhelmietenklooster Porta Celi te 's-Hertogenbosch, dat hij het indult van zijn voorganger paus Adrianus VI, verleend aan Jacobus op 1 juni 1522, bekrachtigt. Ongeveer 90 jaar geleden hadden prior en convent bepaald dat de prior voortaan om de twee jaar zijn functie ter beschikking moest stellen. Deze bepaling is krachtens schrijven van paus Eugenius IV door Petrus Crom, deken van het kapittel van Sint-Jan in 's-Hertogenbosch, goedgekeurd. Daarna hebben de prior-provinciaal en de diffinitoren van de provincie Francia van de orde deze bepaling 27 jaar geleden bij de reformatie van het klooster afgeschaft omdat dit tot veel onenigheid binnen het klooster leidde. Genoemde Jacobus heeft toen van de provinciaal toestemming gekregen vlees te eten binnen en buiten het klooster wegens lichamelijke zwakte. Na 18 jaar leiding aan het klooster gegeven te hebben had hij op 54-jarige leeftijd wegens voetjicht en uit vrees de bouwactiviteiten aan het klooster niet kunnen afmaken pauselijke toestemming gevraagd om zijn verlof inzake het eten van vlees te continueren. Paus Adrianus had hem toegestaan vlees te eten buiten het klooster samen met een door hem uit de kloosterlingen te kiezen metgezel.