De omwenteling van 1795 bracht aanvankelijk in de organisatie van de schepenbank geen verandering. De bepalingen in de Staatsregeling van 1798 betreffende de rechterlijke organisatie bleven onuitgevoerd; de plaatselijke banken behielden hun competentie. Ingevolge de Staatsregeling van 1801 kwam echter een uniforme regeling voor het hele Departement Brabant tot stand bij "het Reglement en bepaling op het justitiewezen in het Departement Brabant", van 22 maart 1803. Het gevolg hiervan was, dat in Grave een criminele rechtbank onder de naam van "Hooge Vierschaar" werd opgericht, die bevoegd was voor de stad Grave zelf en het gehele Land van Cuijk, dus ook voor Sambeek en Oploo. Het archief van deze "Hooge Vierschaar" bevindt zich in toegangsnummer 416, "Hoge Vierscharen in Brabant". De civiele rechtspraak werd door de bestaande banken op de oude wijze voortgezet, wel werden nieuwe schepenbanken opgericht te Wanroij en Overloon. Van alle vonnissen waarvan men vroeger in hoger beroep kon gaan bij een Hoofdbank zou men voortaan in hoger beroep kunnen gaan naar keuze of bij het Departementaal Gerechtshof, of bij de bank van de plaats vaar vroeger die Hoofdbank gevestigd was, iin dit geval dus bij de bank van Cuijk. Een nieuw ambt werd ingesteld namelijk dat van de schout-civiel, die bij alle civiele banken in zijn schoutambt fungeerde als schout en tevens hulpofficier van justitie was.

Het Land van Cuijk werd in de volgende schoutambten verdeeld:
1. Schoutambt: Grave. Rechtbank: Grave
2. Schoutambt: Cuijk. Rechtbank: Cuijk. Bijgevoegde gemeenten: St. Agatha, Haps, Linden, Rijkevoort.
3. Schoutambt: Escharen. Rechtbanken: Escharen; Gassel; Beers; Neerloon
4. Schoutambt: Mill. Rechtbanken: Mill; Wanroij; Ledeacker. Bijgevoegde gemeente: Sint Hubert
5. Schoutambt: Vierlingsbeek. Rechtbanken: Vierlingsbeek; Overloon; Maashees; Sambeek; Oploo.
Deze regeling bleef voortbestaan tot de inlijving bij Frankrijk in 1810. Bij Decreet van 14 mei 1810 werd het Land van Cuijk ingedeeld bij het Arrondissement van Nijmegen behorende tot het "Departement des Bouches du Rhin". De rechtspraak werd voortaan uitgeoefend door het "Tribunal de première instance" te Nijmegen, dat de 15de juni 1811 geïnstalleerd werd.