Verwijzing naar archiefstukken uit dit archief geschiedt door
(volledig): Brabants Historisch Informatie Centrum, toegangsnummer 80 Commissie van Breda, 1799 - 1811 N.B. Stukken van 1421 - 1828, inv.nr. ...
(verkort): BHIC, 80 Commissie van Breda, inv.nr. ...

Aanwijzingen bij het gebruik

De gebruiker van deze inventaris zal binnen vrijwel elke rentambtrubriek stuiten op een pakket "Aller-handen Stukken". Op deze stukken bestaat geen goede ingang. Met wat goede wil echter zijn zij enigszins toegankelijk middels de door de archivaris van de Commissie per rentambt vervaardigde inventaris. De onderzoeker zal zich daarbij moeten laten leiden door de (potlood)nummering die hij in de meeste gevallen zowel in deze inventaris (onder "Allerhanden") als op de stukken zelf (in dorso) zal aantreffen. Soms zal hij tevergeefs zoeken. Immers door de lotgevallen van het archief na 1811 zijn vaak de stukken betreffende één zaak uit elkaar geraakt. Meestal draagt per zaak slechts één stuk een (potlood)nummer. De niet genummerde stukken zijn dan onmogelijk terug te vinden.

In de jaren waarin de Commissie functioneerde is een enkele maal het beheer van een bepaald rentambt overgegaan op een andere, reeds bij de Commissie werkzame rentmeester. De archivist van de Commissie reageerde hier meestal op door in het archief een nieuwe rubriek (gecombineerd rentambt) te vormen. De stukken die hij daarna van de nu met meerdere rentambten belaste rentmeester ontving en die hij niet onder wilde brengen in een van de grote series, gaf hij een plaats ofwel in de rentambtrubriek van het betreffende rentambt, ofwel in de nieuwe rubriek van het gecombineerde rentambt. De gebruiker van deze inventaris wordt in dergelijke gevallen dan ook aangeraden om naast het raadplegen van de stukken van het betreffende rentambt tevens de stukken van het gecombineerde rentambt te raadplegen.
Enigszins afwijkend is het gecombineerde rentambt Abdij van Sint Jacob te Luik/Domkapittel van Sint Lambert te Luik. In deze rubriek zijn vanaf 1799 bepaalde stukken van beide bovengenoemde instellingen opgeborgen. De overige stukken van die instellingen werden door de archivist van de Commissie afzonderlijk opgeborgen.

Bij het raadplegen van de stukken uit de rentambtrubrieken moet men erop bedacht zijn dat zich soortgelijke stukken (over de jaren 1809-1810) kunnen bevinden onder de inventarisnummers 145-158 (zie ook de N.B. aldaar).

De bij het Commissie-archief behorende kaarten zijn niet in deze inventaris beschreven. Zij worden opgenomen in de topografische atlas van het Rijksarchief in Noord-Brabant en zullen in de catalogus daarvan beschreven worden.

Inventarisnummers voorzien van een asterisk bestaan uit twee pakken of delen.