skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

Archieven

278 Huis Haanwijk in Sint-Michielsgestel, 1393 - 1923

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historisch overzicht
Het archief
278 Huis Haanwijk in Sint-Michielsgestel, 1393 - 1923
Inleiding
Het archief
Bij akte van inbewaargeving d.d. 1 november 1980 tussen het Rijksarchief in Noord-Brabant en de eigenaresse mevr. J.B.Ch. Bink-s' Jacob werd het huisarchief van Haanwijk naar het Rijksarchief instelling overgebracht.

Tijdens de inventarisatie is een aantal problemen duidelijk naar voren gekomen, waarvan de belangrijkste is dat het huisarchief zeer incompleet is. Dit is af te leiden uit het (nagenoeg geheel) afwezig zijn van stukken uit de periode van 1409-1667, rond 1750 (Casimir von Schlippenbach) en uit de periode 1856 tot nu. Opvallend is dat vanaf 1719 (Marc Willem du Tour) tot 1866 het archief een completere indruk maakt. Toch rijst hier ook het vermoeden dat er stukken verdwenen zijn, omdat er in de eerste plaats toch nog een behoorlijk aantal stukken niet te plaatsen is, en omdat er op veel stukken, ten minste tot in de 19e eeuw, een dorsale aanduiding staat die doet vermoeden dat er veel series zijn geweest, tot en met een serie "H" toe, Overigens, bij veel van de stukken die niet te plaatsen waren, bestaat de mogelijkheid dat ze retroakten zijn geweest bij verdwenen stukken, of dat ze betrekking hebben gehad op pachters van stukken land van Haanwijk. Het is niet uit te sluiten dat van bovengenoemde personen bewust stukken uit het huisarchief zijn weggehaald, hetzij omdat stukken land werden verkocht, hetzij om een andere reden.
Wat betreft de aard van de stukken is er weinig te vertellen. Het overheersende karakter van de aanwezige stukken is zakelijk; stukken van persoonlijke aard zijn met name afkomstig uit de 19e eeuw. Vanwege het geringe aantal bescheiden en vanwege de overheersende aanwezigheid van de zakelijke stukken, is de gebruikelijke onderverdeling in stukken van persoonlijke aard en stukken van zakelijke aard achterwege gelaten. Gekozen is voor een indeling per eigenaar van Haanwijk. Dit heeft tot gevolg dat er bij een aantal eigenaren stukken zijn geplaatst die voor andere personen bestemd waren of uit een heel andere tijd stammen. Zo zijn de stukken van Jan Dirk Godschalcxzoon en zijn zoon Jan Dirk (lopend van 1527 tot 1567) onder de families Aben, Morre en Van Gerwen geplaatst, omdat voorlopig is gebleken dat zij geen eigenaar zijn geweest van Haanwijk. *  Van de Van Gerwens zelf zijn slechts twee stukken aanwezig, beide van Hillegonde, een dochter van Willem van Gerwen. * 
Verder is er onder Maarten Christiaan Sweerts de Landas een akte van overdracht terug te vinden die gericht is aan Albert van Eijl; deze heeft gewoond in een bouwhoeve van Haanwijk. *  Onder Marc Willem du Tour is een akte van overdracht bestemd voor Johanna van Strijp ondergebracht. Zij was de gescheiden vrouw van Hendrik van Eijl, een nakomeling van Albert. *  Onder Onno Tamminga du Tour zijn stukken geplaatst die betrekking hebben op Nieuw-Herlaar, aangezien hij het in 1773 heeft gekocht van de erfgenamen van Barbara 't Scharner, weduwe van Gideon Herman Clemens, predikant. Zij hadden Nieuw-Herlaar gekocht van Johan Adriaan Ruysch. *  Onder Henri Frédéric de Senarclens de Grancy zijn de stukken ondergebracht die betrekking hebben op Oud-Herlaar, aangezien hij dat in 1841 opkocht. * 
Eveneens zijn de stukken van de nakomelingen en andere familieleden onder de eigenaar geplaatst, met wie zij gelijktijdig op Haanwijk moeten hebben gewoond; dit is het geval met de erfgenamen van Jacob Ferdinand Sweerts, met Wilhelmina du Tour, Sara Cornelia Jacoba du Tour, die trouwde met Adolph Lodewijk Willem van Sayn Wittgenstein Berleburg, Cornelia Elisabeth du Tour (1760-1838), getrouwd met Charles Paul Louis Auguste de Senarclens de Grancy (1757-1804), waardoor Haanwijk uiteindelijk via hun zoon Onno Adolph Marc Willem de Senarclens de Grancy in handen van de familie De Senarclens de Grancy kwam, Jan Carel du Tour, Jeane Otteline de Senarclens de Grancy, Charles Pierre de Senarclens de Grancy (1815-1878), getrouwd met Wilhelmina Martini van Geffen (1818-1898), en tenslotte Antoinette Wilhelmine de Senarclens de Grancy. * 

Een laatste probleem dient nog aangestipt te worden: dat van de chronologie van de akten van overdracht van de schepenen van 's-Hertogenbosch en van de schepenen van St.-Michielsgestel. De schepenen van 's-Hertogenbosch hielden tot en met december 1575 de zgn. Paasstijl aan, *  wat inhield dat het jaar bij hen wisselde tijdens Pasen in plaats van op 1 januari. Van de schepenen van St.-Michielsgestel is niet bekend of ze de Paasstijl volgden. In ieder geval blijkt uit inv. nr. 9 dat er in dat jaar geen Paasstijl door hen wordt gevolgd. Deze akte is namelijk gedateerd op 18 april 1565, terwijl Pasen in dat jaar op 22 april viel, en in 1566 op 14 april. Als nu de Paasstijl is gevolgd, kan deze datum niet bestaan. Bij de regesten staat aangegeven of de datum van het stuk overeenstemt met de huidige datering.

Rijksarchief in Noord-Brabant, 1993
Aanwijzingen voor de gebruiker
Bijlage: overzicht van eigenaren
Erfgoedstuk
Inventaris

Kenmerken

Datering:
1393-1923
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch