Mijn Studiezaal (inloggen)
23
Rechtbank in Breda, 1838 - 1930 N.B. Stukken van 1825 - 1937
Inleiding
Historisch overzicht 
Ontstaan nationale rechterlijke organisatie in 1827/1838
Samenstelling arrondissementsrechtbank
Bevoegdheid in strafzaken arrondissementsrechtbank
Bevoegdheid in burgerlijke zaken arrondissementsrechtbank
Buitengerechtelijke taken arrondissementsrechtbank
Procesgang in strafzaken arrondissementsrechtbank *
Procesgang in burgerlijke zaken arrondissementsrechtbank *
Mogelijkheden van hoger beroep en cassatie
23 Rechtbank in Breda, 1838 - 1930 N.B. Stukken van 1825 - 1937
Inleiding
Historisch overzicht
Mogelijkheden van hoger beroep en cassatie
In strafzaken oordeelde de rechtbank in hoger beroep over de vonnissen van de kantonrechters. Vonnissen van kantonrechters bevattende veroordelingen voor overtredingen waarop een straf stond van twintig (later vijfentwintig) gulden boete of lager, waren niet onderworpen aan hoger beroep. * Ook in burgerlijke zaken oordeelde de rechtbank in hoger beroep over vonnissen van de kantonrechter. Als de vordering niet meer dan vijftig gulden beliep was geen hoger beroep mogelijk tegen vonnissen van de kantonrechter. *
De vonnissen van de rechtbank in strafzaken waren op hun beurt ook aan hoger beroep onderworpen. Dit gold zowel voor de vonnissen in correctionele zaken, gewezen voor de invoering van het nieuwe wetboek van strafrecht in 1886, als voor de vonnissen die in de periode daarna uitgesproken werden. Voor 1886 gold de regel dat vonnissen waarbij een veroordeling werd uitgesproken terzake van een delict waarop een straf stond van tweehonderd gulden boete of minder, niet vatbaar waren voor hoger beroep. *
In burgerlijke zaken waren alle vonnissen van de rechtbank vatbaar voor hoger beroep. Uitzonderingen op deze regel waren: de jurisdictiegeschillen tussen kantongerechten in hetzelfde arrondissement; alle persoonlijke rechtsvorderingen van vierhonderd gulden of minder; alle zakelijk rechtsvorderingen als het onderwerp van het geschil vierhonderd gulden of minder waard was; alle rechtsgedingen aangaande verplaatsing van afscheidingen, annexeren van gronden, bomen, heggen en sloten, alsmede alle bezitsacties; alle hoger-beroepszaken van vonnissen van de kantonrechter; alle rechtsvorderingen die weliswaar voor hoger beroep in aanmerking kwamen, maar waar geen hoger beroep tegen werd ingesteld. *
In principe behandelde het hof, zowel in strafzaken als in burgerlijke zaken het hoger beroep van vonnissen die door de rechtbanken gewezen waren. * De arresten van de hoven in straf- en burgerlijke zaken gewezen waren niet vatbaar voor hoger beroep. Alleen wanneer het hof geschillen behandelde tussen de arrondissementsrechtbanken binnen het ressort maar niet tot hetzelfde arrondissement behorende, stond hoger beroep open bij de Hoge Raad. Hetzelfde gold voor 1875 voor door het hof behandelde zaken waarin de provincie betrokken was met uitzondering van de zakelijke rechten en wanneer de hoofdsom van de vordering vierhonderd gulden of minder bedroeg. Ten slotte waren arresten in correctionele zaken door het hof gewezen tegen (kanton)rechters, hun plaatsvervangers, griffiers en leden van het openbaar ministerie vatbaar voor hoger beroep. *
Tegen alle arresten en vonnissen van gerechtshoven en arrondissementsrechtbanken in hoogste ressort gewezen kon men beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad. In hoogste ressort betekent dat er geen hoger beroep mogelijk is. Cassatiegronden zijn verzuim van vormen voorgeschreven op straffe van nietigheid, verkeerde toepassing of schending van de wet en overschrijding van de rechtsmacht door een rechterlijke instantie. * Niet alleen partijen konden de eis tot cassatie instellen. Ook de procureur-generaal bij de Hoge Raad kon dat doen in het belang der wet. * Het doel hiervan was de eenheid in de rechtspraak te verzekeren. De wetten moesten overal op dezelfde wijze worden toegepast. Cassatie hield in dat het arrest of vonnis werd vernietigd. De Hoge Raad deed dan de zaak zelf opnieuw af of verwees naar een andere rechterlijke instantie.
De archieven en verantwoording inventarisatie
Aanwijzingen voor de gebruiker
Bijlagen
1.424 beschreven archiefstukken
864 gedigitaliseerd
totaal 593.881 bestanden
Inventaris
1.424 beschreven archiefstukken
864 gedigitaliseerd
totaal 593.881 bestanden
Kenmerken
1.424 beschreven archiefstukken
864 gedigitaliseerd
totaal 593.881 bestanden