Na de middelbare schoolopleiding aan het Jezuïetencollege St Willibrord te Katwijk bij Zeist ging de jonge De Quay studeren aan de rijksuniversiteit van Utrecht. * Gestart met rechten schakelde hij na zijn kandidaatsexamen over op de studierichting psychologie. In 1926 behaalde hij daarin zijn doctoraal examen en een jaar later promoveerde hij op het proefschrift "Het aandeel der sensorische en motorische componenten in het verloop van leer- en arbeidsproces". * De militaire traditie van zijn voorouders zette hij voort door vrijwillig en vroegtijdig dienst te nemen bij de koninklijke landmacht. *
Na zijn promotie was De Quay enige jaren werkzaam in het bedrijfsleven en maakte hij een studiereis door de Verenigde Staten. Die reis maakte hij in gezelschap van zijn vrouw: Maria Hubertina Wilhelmina van der Lande, met wie hij in augustus 1927 in het huwelijk was getreden. * Op 13 juni 1927 werd hij benoemd tot lector in de psychotechniek van het bedrijf en de statistiek aan de R.K. Handelshogeschool in Tilburg en op 15 juni 1933 volgde zijn benoeming tot hoogleraar in de bedrijfsleer en psychotechniek aan dezelfde hogeschool. * Mede vanwege zijn kennis van bedrijf en bedrijfsleven werd hij in 1934 lid van de kommissie van advies "Crisisinvoerwet 1931". *
In zijn kwaliteit als voorzitter van de Vereniging voor Nationale Veiligheid had De Quay op vergaderingen en oefeningen een aantal mensen leren kennen die net als hij bezorgd waren over de landsverdediging. Verschillenden van hen hadden ook deelgenomen aan de conferenties van Woudschoten, conferenties waar door jongeren van allerlei politieke gezindten gesproken werd over politieke vernieuwing. Hier ontmoette De Quay mr J. Linthorst Homan, commissaris van de koningin in de Provincie Friesland, en mr L. Einthoven, hoofdcommissaris van politie in Rotterdam.
Iedere dag, tot kort voor zijn dood in 1985, noteerde De Quay de belangrijkste bevindingen, ontmoetingen en gesprekken van de dag. *
Hoewel De Quay dikwijls beweerd heeft dat hij geen politicus was maar een bestuurder heeft hij op het terrein van de landelijke politiek ook een grote rol gespeeld. Naar aanleiding van de val van het derde kabinet Drees in december 1958 werd De Quay benaderd door Romme om minister-president te worden, nadat het tussenkabinet Beel II zijn taak in maart 1959 voltooid had.
"expresse brief van Prof. Romme, of ik me beschikbaar wilde stellen voor Premier met allerlei motieven, waarom hij niet, en v.d. Brink en Beel niet .... O, wat een zorg...." * Op 10 maart kwam Romme op bezoek. Uit alles bleek dat De Quay geen zin had en zo'n taak als een beproeving zag. Hij schreef op die 10e maart:
"Voor ons persoonlijk alleen maar nadelen. Ga toch niet direct nee zeggen ondanks waarschuwing .... Er is nog iets als plicht." * Op 28 maart trad De Quay aan als formateur en op 19 mei 1959 werd het kabinet De Quay beëdigd. * Het kabinet De Quay diende de hele periode uit, ondanks een korte kabinetscrisis van 23 december 1960 tot 2 januari 1961. Op 15 mei 1963 won De Quay de verkiezingen. Op diezelfde dag was hij op bezoek bij de koningin en hij smeekte haar hem buiten het volgende kabinet te houden. * De Quay was nog formateur bij de vorming van het kabinet Marijnen, maar kon dan terugtreden. Hij werd benoemd tot lid van de Eerste Kamer der Staten Generaal, waar hij zich vooral bezighield met de buitenlandse politiek. *
Na zijn 70e verjaardag begon hij van lieverlee ontslag te vragen uit de talloze funkties die hij bekleedde.
De Quay was bijna 84 toen hij op 4 juli 1985 in zijn woning te Beers overleed. *
Kenmerken
Het precieze jaar van openbaarheid kun je per inventarisnummer vinden.
Bij vragen kun je contact opnemen met het BHIC.