Het dagboekje beslaat 84 pagina's in een schoolschrift (van de plantersschoolvereniging "Brastagi") en is opgeschreven door zuster Henrice (Augusta Johanna Maria van Rooij, geboren te Sint-Michielsgestel 1909), ingetreden bij Zrs. Van Liefde te Schijndel, en betreft haar oorlogsjaren in Ned. Indië in een Jappenkamp gedurende aug 1942 - aug 1945.
Zij woonde destijds in het missieklooster te Pematang Siantar. (in die stad werd in 1929 ook Rudy Kousbroek geboren) Noord-Sumatra is een van de provincies van Indonesië. De hoofdstad is Medan. Noord-Sumatra, zoals de naam impliceert, is gevestigd in het noordelijke deel van het eiland Sumatra. In het noordwesten grenst het aan de provincie Atjeh en in het zuidoosten aan de provincies Riau en West-Sumatra. Daarin lagen de volgende gebieden: het oude sultanaat Deli, een kuststrook van ca. 20.000 km², die aan het begin van de 20e eeuw nog dunbevolkt was door Maleiers, maar waar zich sindsdien veel immigranten uit onder meer Java gevestigd hebben. Hier ligt ook de hoofdstad Medan, verder de bergachtige Batak-landen, die grotendeels bewoon worden door de Batak, die deels christelijk, deels islamitisch zijn en het eiland Nias.
Pematang Siantar ligt 128 km ten zuid oosten van Medan en het is de 2e grootste stad op Noord Sumatra. Langs de wegen door het gebied rondom Pematang Siantar treft men de grote plantages aan die deze regio zo rijk heeft gemaakt. Hier ziet u kilometers lange welvarende rubber en cacao plantages.
Op 21 dec 1942 werd zij samen met c. 750 vrouwen en kinderen verplaatst naar kamp Brastagi, waar reeds c. 800 vrouwen en kinderen verbleven. Daar verbleef zij tot juli 1945.