Toch bevonden zich enkele stukken van 1812 in dit archief. Een groot aantal bescheiden - nog vermeld in 1811 - is verdwenen. De griffier van de arrondissementsrechtbank van Breda droeg in 1882 de archivalia aan der rijksarchivaris over.
De acht banden met gedrukte bescheiden (1803-1809) verhuisden in 1913 naar de bibliotheek van het Algemeen Rijksarchief, maar kwamen in 1916 naar Breda terug. Het zijn doublures, nu dragende de nummers 11-17. In de inventaris van de griffier Reigersman werden de stukken van de Hoge Vierschaar tussen die van de schepenbank beschreven. Het bleek bij onderzoek in 1917 dat een aantal losse stukken - min of meer bijeenhorend - niet in de inventaris werden vernoemd. Mr. J.P.W.A. Smit ontdekte toen dat deze bescheiden herkomstig waren uit de Collectie van mr. Willem Eliza van Brakel, griffier van de Hoge Vierschaar.
Twee belangrijke dossiers uit deze collectie konden in 1952 op hun plaats worden hersteld. Ditzelfde geschiedde met verdwaalde kladnotulen van de judicature en de conceptinstructie van de griffier.
G. Coomans
1952