1250, post Pascha Domini.
Balduinus, heer van Vuhcte (Vught), oorkondt, dat hij heeft overgedragen aan abt en convent van Berne alle eigendom, liggende tussen Husdenredam en Masmunde, met als getuige heer Johannes van Husden, Balduinus' vrouw Margarete en zijn mannen: ridder Giselbertus Cocus (de Koc) van Hemerte, ridder Jacobus van Hedele en ridder Everardus van Ambersoie.
1250, post Pascha Domini.
Balduinus, heer van Vuhcte (Vught), oorkondt, dat hij heeft overgedragen aan abt en convent van Berne alle eigendom, liggende tussen Husdenredam en Masmunde, met als getuige heer Johannes van Husden, Balduinus' vrouw Margarete en zijn mannen: ridder Giselbertus Cocus (de Koc) van Hemerte, ridder Jacobus van Hedele en ridder Everardus van Ambersoie.
b. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.39.
c. Gedrukte tekst in O.B. De Fremery, nr. 111.