Sabbato post octavas Pasche.
Johannes (II), hertog van Lotoringia, Brabantia en Limburgia, oorkondt, dat de advocatie of bescherming van het klooster B. Maria van Berne en van zijn leden, en alle roerend en onroerend bezit aan hem, zijn voorganger en opvolgers is aanbevolen door keizer Fredericus van het Roomse Rijk en door zijn opvolger Wilelmus (II), Rooms Koning, en dat hij daarom het klooster en zijn leden ("Deo militantes") en hun bezit in bescherming neemt; dat hij hen tegenover de wereldlijke heren vrijstelt van diensten in mankracht en uitgaven, alsook van vorderingen van paarden en wagens in oorlogstijd, alsook van het leveren van slachtvee; dat hij Gerardus van Horne en van Altena, Jan van Hosdene, ridder Alebertus van Herpen, ridder Wielmus van Cranendonch en hun opvolgers vermaant, hen in deze vrijheden niet te storen; en dat hij zijn schout van Buschoducis en diens dienaren beveelt het klooster te beschermen.
Sabbato post octavas Pasche.
Johannes (II), hertog van Lotoringia, Brabantia en Limburgia, oorkondt, dat de advocatie of bescherming van het klooster B. Maria van Berne en van zijn leden, en alle roerend en onroerend bezit aan hem, zijn voorganger en opvolgers is aanbevolen door keizer Fredericus van het Roomse Rijk en door zijn opvolger Wilelmus (II), Rooms Koning, en dat hij daarom het klooster en zijn leden ("Deo militantes") en hun bezit in bescherming neemt; dat hij hen tegenover de wereldlijke heren vrijstelt van diensten in mankracht en uitgaven, alsook van vorderingen van paarden en wagens in oorlogstijd, alsook van het leveren van slachtvee; dat hij Gerardus van Horne en van Altena, Jan van Hosdene, ridder Alebertus van Herpen, ridder Wielmus van Cranendonch en hun opvolgers vermaant, hen in deze vrijheden niet te storen; en dat hij zijn schout van Buschoducis en diens dienaren beveelt het klooster te beschermen.
b. Gevidimeerd in de akte van 22 dec. 1313 (reg. nr.146).
c. Vertaling in Bullarium Roovers (ca.1630), blz.110.
d. Eenv. afschrift op papier (17e eeuw); II. M. lc.
e. Vertaling op papier (17e eeuw), II. M. ld.
f. Vertaling in Groot-Ms. Van Alkemade (1709), f.59.
g. Afschrift in G. van den Elsen, Ms. Heeswijk en Dinther, blz.67, met commentaar.
h. Vertaling in dit ms., blz.65.
i. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.91.