Op then donredach nae Sente-Jansdach Baptiste.
Rut[g]her van Apelteren, de richter van Apelteren en Autforsche en voogd van de kinderen van zijn broer Jan, en de 10 gerichtslieden: Rutgher Kemp, Arnout Noude, Rolof Babe en Dideric, kinderen van heer Arnoud van Autforsche, Aude Wellen, Wouter van Kester, Jan van Baecx [Baex], Heyneman, Wenemar en Langhe Wellen, zij allen oorkonden, dat Meyse van Helpewoert [Hebpewoert] heeft erkend te moeten betalen aan Eefse van der Woert een cijns van 5 pond (met opgave van de geldkoersen) uit zijn kamp, gelegen op de Biesacker, met nadere, uitgebreide bepalingen van boete bij wanbetaling; waarna de bezegeling wordt aangekondigd, nl. dat de le zegelaar is de richter, de 2e Rutgher van Bomel, zoon van heer ridder Rutgher, namens de gerichtslieden.
Op then donredach nae Sente-Jansdach Baptiste.
Rut[g]her van Apelteren, de richter van Apelteren en Autforsche en voogd van de kinderen van zijn broer Jan, en de 10 gerichtslieden: Rutgher Kemp, Arnout Noude, Rolof Babe en Dideric, kinderen van heer Arnoud van Autforsche, Aude Wellen, Wouter van Kester, Jan van Baecx [Baex], Heyneman, Wenemar en Langhe Wellen, zij allen oorkonden, dat Meyse van Helpewoert [Hebpewoert] heeft erkend te moeten betalen aan Eefse van der Woert een cijns van 5 pond (met opgave van de geldkoersen) uit zijn kamp, gelegen op de Biesacker, met nadere, uitgebreide bepalingen van boete bij wanbetaling; waarna de bezegeling wordt aangekondigd, nl. dat de le zegelaar is de richter, de 2e Rutgher van Bomel, zoon van heer ridder Rutgher, namens de gerichtslieden.
b. Getypte afschrift in Map-Afschriften.