Archieven

168 Voor mij notaris en getuigen verschenen Goijaert Leenders Meulenbroek, Jan Anthonissen van Osch en Hendrick Janssen Donckers, huidige borgemeesters van Den Dungen die machtiging geven aan sr. Willem van Gestel openbaar notaris en geven hem de opdracht om te verschijnen voor het Leenhof van de Raad van Brabant om daar namens het bestuur van Den Dungen daar bij de Raad van State van de Verenigde Nederlanden in Den Haag de resolutie te laten vernietigen en in te trekken die is genomen ten voordele van de veerman van de Heeckelen in Den Bosch, dat tot nadeel strekt van de schippers van Den Dungen. De gemachtigde mag ook weer andere advokaten of procureurs inhuren om de zaak te verdedigen. Verder moet de gemachtigde alles doen zoals het hem zal goeddunken en zij zelf als opdrachtgevers ook gedaan zouden hebben indien aanwezig. Ze beloven op onderpand van hun persoon en bezit alles na te komen wat daarin door hun gemachtigde zal worden gedaan en zullen hem daarvoor vrijwaren, behalve dat de gemachtigde er later rekenschap over moet afleggen. Aldus gepasseerd in Den Dungen in aanwezigheid van Hendrick Huijsmans en Adriaen Mans als poorters en getuigen op 5 juni 1690. Getekend : Goert Lenderts Molenbroeck, Jan Antonissen van Osch, Hendrick Janssen Donckers, Henrick Huijsmans, Adriaen Mans, mij present W. Mans notaris.

161 Voor mij notaris verscheen meester Elias Roessingh schoolmeester en koster te Schijndel die hierbij machtiging geeft aan Laureijns van Esbeek wonend te Gestel bij Eindhoven en geeft hem de bevoegdheid om namens hem de rentes te incasseren van drie schepenschuldbrieven die al vervallen zijn of nog zullen worden, welke schuldbrieven van Eindhoven zijn. De eerste ten laste van Willem van de Gouwenbergh wonend te Aelst zijnde 100 gulden kapitaal, de andere van 100 gulden ten laste van Dielis Hendricks wonend te Gestel en de derde ten laste van Mathijs Everts wonend te Meerveldhoven zijnde 200 gulden kapitaal. Het geld in der minne te incasseren danwel met rechtsmiddelen en daarbij alles te doen dat nodig is. Als de schuldenaars willen aflossen moet de gemachtigde het geld ontvangen, kwitantie geven en de akte op het protocol laten doorhalen en alles doen alsof de opdrachtgever daar zelf bij aanwezig zou zijn geweest. De opdrachtgever belooft alles na te komen wat daarin door zijn gemachtigde zal worden gedaan en zal hem daarvoor vrijwaren behoudens dat de gemachtigde er later rekenschap over af moet leggen. Aldus gepassseerd in Den Bosch ten mijnen kantore in aanwezigheid van Andries Willem Mulder en Adriaen Mans als getuigen, datum 3 mei 1690. Getekend : P. Roessingh, Andries Willem Mulders, Ariaen Mans, mij present W. Mans, notaris.

156 Voor mij notaris en getuigen verscheen Claes Adriaen Peters thans wonend te St. Michielsgestel en machtigt hierbij Adriaen Peter Adriaens die in Den Dungen woont om namens hem voor schepenen van de stad Den Bosch te verschijnen en daar aan Adriaen Anthonissen Capiteijns als beheerder van de tafel van de H. Geest voor Den Dungen ten behoeve van die tafel een perceel akkerland over te dragen met de houtopstand en alle rechten, groot ca. 2 en een halve lopenzaad zoals hij van zijn ouders heeft verkregen, gelegen onder Den Dungen ter plaatse genoemd de Sporckt, b.p. oostwaarts de erfgenamen van Adriaen Adriaen Peters met daarnaast de helft van de pad die erbij hoort,westelijk Jan Hendrick Goossens, de weduwe van Peter Adriaens, Goijaert Cornelis Claessen. Ook draagt hij hem de pad over die erbij hoort aan het einde van dit perceel. De opdrachtgever belooft alles na te komen wat door zijn gemachtigde hierin wordt gedaan en zal hem daarvoor vrijwaren. Aldus gepasseerd te St. Michielsgestel 27 februari 1690 in aanwezigheid van Hendrick Bartholomeussen van Venroij en Jan Janssen van Lith als getuigen. Getekend : het merk + van Claes Adriaen Peters, Henrick Meussen Venroije, het merk + van Jan Janssen van Lith, mij present W. Mans notaris.

151 Voor mij notaris en getuigen verscheen Griet Adriaen Dircks als weduwe van Jan Aerts alhier wonend die machtiging geeft aan Wouter Jan Wouters en aan Cornelis Adriaen Nelisse samen of elk, om haar huis staande in de parochie van Den Dungen nabij de kerk te verhuren en haar bezit te beheren en met de huuropbrengst de jaarlijkse rente te betalen van een kapitaal van 325 gulden dat Mechteld Jacobs als weduwe van Caspar Mans aan haar Griet heeft geleend gehad, als aflossing van een andere obligatie van 425 gulden op onderpand van het genoemde huis, voor welke 325 gulden de gemachtigden voor schepenen van Den Bosch een akte dienen te laten passeren. De opdrachtgeefster geeft heb de macht om als de weduwe van Caspaer Mans het geld niet langer wil uitlenen, dan het huis, erf en boomgaard publiek te zullen mogen verkopen en daarvan een akte in Den Bosch te doen opmaken en met het geld ervan die schuld af te lossen. Als er dan geld overschiet is dat ten behoeve van de minderjarige kinderen van Adriaen Janssen zijnde de zoon van de opdrachtgeefster en te beleggen bij Beatricks Janssen. De opdrachtgeefster belooft alles na te komen wat door haar gemachtigden hierin zal worden gedaan en belooft hen daarvoor te vrijwaren. Aldus gepasseerd in Den Dungen op 7 januari 1690 in aanwezigheid van Philip Mans schoolmeester te Gestel en Aert Hendriks van Vechel als getuigen. Getekend : Griet Janssen, P. Mans getuige, Aert Hendricks, mij present W. Mans notaris.