Archieven

133 Vandaag 10 augustus 1688 verscheen voor mij notaris en getuigen Hendrick Mathijssen Weijgergancks alhier wonend op Den Dungen die verklaart aan Jan Janssen Martens ook wonend in Den Dungen de som van 150 karolusguldens schuldig te zijn, elke gulden van 20 stuivers, welk bedrag hij vandaag van hem heeft ontvangen. De schuldenaar belooft het geld per heden datum over een jaar terug te betalen met een rente van 4 %, daarvoor verbindt hij zijn persoon en bezit. Indien hij het geld op dat moment niet terugbetaalt, zal de rente blijven doorlopen totdat de hoofdsom is voldaan. Tot zekerheid hiervan machtigt hij N.N. of toonder van deze brief om daarin voor schepenen van de stad Den Bosch te worden veroordeeld bij niet-betaling, of deze akte voor schepenen van Den Bosch te laten vernieuwen. Actum in Den Dungen in aanwezigheid van Hendrick Janssen Spierincks en Roelof Cornelis Commers als poorters en getuigen. Getekend : Hendrick Thijssen Weijgergancks, Hendrick Janssen Spierincks, Roelof Cornelisse Commers, mij present W. Mans notaris.

186 Voor mij notaris en getuigen verschenen de erfgenamen van Cornelis Jacobs en hebben aan mij verklaard dat ze met alle erfgenamen samen een zevende deel van 100 gulden aan Ariken natuurlijke dochter van Geert Jan Cornelissen verwekt bij Ariken dochter van Willem Mathijs Cornelis beloven, welke honderd gulden zij samen bijeen zullen brengen en aan Ariken zullen overhandigen als ze komt te huwen. Aldus gepasseerd op 25 april 1653. Ondertekend: Willem Jan Cornelis, Cornelis Janssen, Gerit Jan Dielissen, Willem Willems Meulenbroeck, Jan Jan Rutten van Griensven, Hendrick Hendrick van de Merendonck, Hendrick Seberts, Delis Janssen van de Steen als getuige, quod attestor A. Grahame notaris.

117 Voor mij notaris en getuigen verscheen Goijaert Adriaen Peters als man van Margriet Jan Bastiaens weduwe van Rut Aerts en verklaart aan mij notaris dat hij de jaarhuur van het bezit van Jan Aerts zal voldoen voor zoveel als hij de kinderen in zijn kost heeft gehouden en voor zover hij daarin gerechtigd is volgens het advies daarover beginnend op St. Maartensdag anno 1649. Alle kinderen van Rut Aerts die hij in de kost heeft moeten zullen de voogden met hun deel van hun bezit aanvaarden zoals zij al eerder hebben gedaan en al hetgene de voogden dienaangaande nog te vorderen hebben, dat zal de comparant betalen en de voogden daarvoor vrijwaren. Daarvoor verbindt hij zijn persoon en bezit. Aldus geschied in Den Dungen in aanwezigheid van Denis Lammerts en Hendrick Seberts op 20 februari 1651. Ondertekend: Goijaert Arien Peters, Denis Lambert Dircks, Hendrick Seberts, quod attestor A. Grahame notaris.

116 Voor mij notaris en getuigen verscheen Goijaert Adriaen Peters als man van Margriet dochter van Jan Bastiaens en heeft verklaard dat hij aan de voogden van de kinderen van Rut Aerts het inkomen zal vergoeden of zoveel geld zal betalen van het bezit dat deze kinderen hebben geerfd na dood van hun oom Jan Aerts en wel ingaande het jaar St. Maartensdag anno 1649. Afspraak is dat hem comparant twee rechtsgeleerden worden toegewezen vanwege het testament van genoemde Jan Aerts en dat de comparant bereid is de minderjarige als die meerderjarig zijn geworden uit diens inkomen en land dat geld zal vergoeden zoals de comparant die kinderen nu in de kost heeft en voor zoalng hij hen in de kost heeft en hij zal de voogden te weten Jan Peter Hermens en Geert Geurts daarvoor vrijwaren. Verder zal daarover het advies worden gevolgd van de rechtsgeleerden inzake dat testament. De comparant belooft deze afspraken na te komen en verbindt daartoe zijn persoon en bezit. Aldus geschied in Den Dungen in aanwezigheid van Jan Janssen Spierincks en Denis Lambert Dircks als getuigen op 10 februari 1651. (de handtekeningen ontbreken echter, JT)