Archieven

59 Voor mij notaris en getuigen verscheen Dirck, Anneken en Katalijn, gezusters en broer en kinderen van wijlen Jan Peter Adriaens (maar verderop blijkt dat hij nog leeft) verwekt bij diens eerste vrouw Ariken dochter van ..... Adriaensen en hebben aan mij beloofd dat ze Peterken dochter van Hendrick Tonis Roovers die eerder de vrouw van hun vader was, vanaf dat hun vader is overleden die zodanig tot haar genoegdoening zullen onderhouden en uitbesteden zoals ze met hun eigen natuurlijke moeder hebben gedaan en dat zij Hendrik Peter Adriaens en Peter Hendrick Broeren daarin zullen helpen om dat te realiseren. Als de voogden onvoldoende inkomen van deze Peterken hebben zullen zij comparanten alle drie zoveel bijpassen als nodig is zodat niemand daar klachten over zal hebben. Als een van hen hierin nalatig is, zal dat worden gekort op het erfdeel dat ze van deze Peterken zullen erven. Als ze alle 3 in gebreke zouden blijven zullen de voogden van Peterken de erfenis van Peterken voor henzelf houden, maar als alle huisraad etc., verkocht wordt voor aleer hun vader overlijdt, hetgeen God moge verhoeden, dan mogen deze kinderen voor hun voordeel of tevredenheid zelf daarvan wat uitkiezen en als het niet genoeg opbrengt om de schulden te betalen, zullen ze dat gedrieen samen betalen. Aldus ondertekend, behoudens dat Anneken later nog een door schepenen gezegelde machtiging van haar man moet overleggen. Aldus geschied in aanwezigheid van Geurt Adriaen Peters en Aert Adriaen Peters op 12 april 1644, ondertekend: Dirck Jan Peters, dit merk is van Anneken Jan Peter Adriaens, Katalijn Jan Peters, Goijaert Arien Peters, Aert Adriaen Peters, quod attestor A. Grahame notaris.

48 Voor mij notaris en getuigen verscheen Jan Deelis Weijgergancks oud 68 jar en Geurt Jacob Smits oud 79 jaar, beiden inwoners van Den Dungen en geloofwaardige getuigen en hebben op verzoek van de raad en rentmeeser generaal over de domeinen van zijne majesteit de koning voor het kwartier Den Bosch, zijnde de heer Pauwels van der Leemputte als bemiddelaar voor de schout en schepenen van Schijndel en de pachter van de houtschat, een verklaring afgelegd. Het is hen bekend dat de heer abt van Bernaerdt (van Berne) of diens pachters de tienden hebben opgehaald van percelen gelegen over de rivier de Aa onder de jurisdictie van Den Dungen, gelegen op de Drieburgse Donck en ook van diverse percelen op de Yvelaer beide in de kwestieuze hoek en dat deze landerijen als eigendom van deze abt allen zijn gelegen in de jurisdictie van Den Dungen en er is altijd en nog steeds bijdrage betaald aan Den Dungen maar desondanks heeft de pachter van de abt daar wel altijd zijn tiendes opgehaald. De attestanten verklaren nog dat ze van jongsaf aan steeds in Den Dungen hebben gewoond en ter plaatse hebben verkeerd en zulks vaak hebben gezien en gehoord en ze zijn bereid hun verklaringen onder ede te bevestigen.
Aldus geschied in Den Dungen in aanwezigheid van Arien Janssen Schellens en Deelis Peters als getuigen op 2 januari 1644. Ondertekend: J.D. Weijgergancks, Goijaert Jacobs de Smit, Deelis Peters gezworen hopmeter, dit merk is van Arien Janssen Schellens, A. de Gram openbaar notaris.

12 Voor mij notaris en getuigen verscheen Peter Adriaen Peter Claessen inwoner van Den Dungen en heeft mij verklaard op verzoek van Adriaen Claes Hendricks dat hij attestant in het jaar 1636 aan Hendrick Goossens, aan Merieken Handrick Goossens en aan Jan Huijberts, waarvoor in het jaar 1635 was opgezegd, een kapitaal van 150 gulden heeft afgelost en ook de achterstallige rentetermijnen, welk geld deze Handrick en Jan van hem attestant hebben ontvangen, waarop een voorschot was betaald van 165 gulden, zijnde 150 gulden kapitaal en 15 gulden rente. De attestant is bereid zijn verklaring onder ede te bevestigen. Aldus geschied in Den Dungen op 24 december 1646 in aanwezigheid van Hendrick Hendrick Smulders en Hendrick Huijberts van de Merendonck, als getuigen. Ondertekend: Peter Adriaens, Hendrick Hendrick Mulder, Hendrick Huijberts van de Merendonck, quod attestor A. Grahame notaris.

176 Jan Jans Arien Spierincx (75); Jan Janssen van Uden (83) en Mathijs Delis Weijgergancx (60), inwoners van Den Dungen met een verklaring t.b.v. Anthonis Aertss Godtscalck namelijk, dat zij attestanten in 1643 hebben helpen ordineren, beramen en in orde maken “de Dijckcedulle” zowel van de oude als nieuwe dijk in Den Dungen en beginnende aan de Gestelse kant (de Gesrelsche reen) in de Keerschestraedt en ze verklaren “dijertijt in de stop liggende inde selve straedt te hebben helpen leggen dese volgende persoonen te weten Adriaen Jan Ariens Spierincx; Dirck Delissen; Arien Peters; Handrick Aert Smolders en Anthonis Aert Janssen ende dat van henne respective erffven gelijck dat in de originele dijckcedulle wijders ende int langhe staedt verhaelt ende gespecificeert”; ook was het hun intentie, dat de genoemde personen deze stoep ook zouden onderhouden wegens Den Dungen “sonder eenich de minste gedeelt van deselve stoep te reserveren oft ongesedt te laeten voor die Gestelsche landerijen ende dat vervolgens oock Anthonis Godtschalck met zijn Gestelsche landt int minste niet gerecht tot het onderhouden van eenige gedeelte der selver stoepe, alsoo die geheele stoep van wegen die van Den Dungen is gesedt ende gesmaelseijlt op de voorschreven personen; Jan Jans Arien Spierincx 1e attestant heeft alnoch getuijcht ende verclaerdt oock waerachtich te sijn, dat hij ettelijcke jaeren naer datum vanden jaere 1643 met Handrick Huijberts van de Merendonck wegens Dungen neffens de dijckmeesteren ende gecommiteerden van Gestel is geroepen tot het beraemen, quotiseren ende repartiseren van den Gelstelschen dijck ende noch seer wel te weten, dat die setters van den Gestelschendijck de boevengemelte stoep in de Keerschestraedt niet en hebben bemoijt, maer alleen den dijck teijnden den stoep naest Gestel toe, laetende de geheele stoep ongemoijt ende gesedt gelijck die van wegen Dungen te voorens was gesedt;