Archieven

545 Maes zoon Bauden Heijlen Lemkens draagt aan Aelbrecht zoon van Dirck Bonten van Lenneshovel en aan Heijlwigen Michiel Smolenaaers een schepenbrief van Boxtel over, inzake een hofstad etc. gelegen te Boxtel binnen, aan de straat, belendend Andries Scotelderijer, wijlen Willem Roden, welk bezit Willem die Cuester zoon van Dirck Sbonten van Lenneshovel had gekocht van Willem de Roeijen voor 10 chijnshoenderen en twee oude Lovense penningen aan de heer van Boxtel en verder voor 3 en een halve ... geld per jaar, alles volgens de schepenbrief. Nog draagt Maes aan genoemde Aelbrecht en aan Heijlwig een schepenbrief van Boxtel over inzake een huis, hofstad etc. gelegen te Boxtel binnen aan de straat, belendend Henrick Wil...., Andries Scoteldreijers, welk huis Maes had gekocht van de zelfde Willem de Cuester. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. Datum op het feest van St. Paulus, getuigen Jan van Lucel en Giben Sartor. (=St. Paulus 25 januari 1400)

544 Genoemde Jan van Drongelen verpacht aan genoemde Willem en Godert zijn Goed ten Overboesch, en wel voor 9 jaar lang, ingaande per a.s. Pinksteren, tegen de grondchijns ervan en een half voeder tiendhooi jaarlijks, verder voor 3 mud rogge per jaar maat van Boxtel, steeds op Maria Lichtmisdag en het negende jaar ervan volgens pachtrecht. De betimmering zal worden getaxeerd door goede mannen en wordt met de pacht verrekend. Als Jan hen 50 *poot * levert (boomstekken), moeten ze die planten op de plek waar Jan dat wil en die poten te zetten op de Mile (=Milestraat?) ernaast. Jan zal bij reparaties het hout leveren en de werklui betalen en Willem en Godert zullen hen de kost geven en die zullen ook alle jaarlijkse lasten daaruit betalen. Actum als voor. (1400?)

543 Willem van de Velde en Godaert van der Hoeven staan aan Jan Jan van Drongelen toe om de rogpacht van 6 mud te mogen aflossen uit diens deel van het bezit en goed van de *Overbosch* per a.s. Maria Lichtmisdag over (bedoeld is waarschijnlijk binnen) 9 jaar tegen betaling van 84 engelse nobels en met een Gelresche gulden die men noemt Stampraadse gulden samen ook met de pacht van de 6 mud zelf. Binnen deze termijn mag Jan ook aflossen met anderhalf mud rogge per keer tegen 13 en een halve nobel samen ook met de pacht zelf van anderhalf mud rogge, totdat de volledige som is betaald. Datum in het vigilie van 4 februari, getuigen Giben Sartor en Dirck Scuts. (1400?)

542 Nog draagt Jan (van de Weechscheide) aan Willem een schepenbrief over van Boxtel, inzake een stuk land gelegen te Onrode, belendend Daniel zoon van Daniel van der Weechscheijde, Lisbeth wettige zuster van genoemde Jan, welk stuk land Jan had *vererfpacht * aan Gheerling natuurlijke dochter van heer Henrick Cuesters, priester, die deze had verwekt bij Katarina Zanders. Verder nog inzake een halve bunder heide of wat meer, daarbij tegen 10 lopen erfrogge per jaar en 12 deniers als chijns aan het kapittel van St. Jan in Den Bosch, alles volgens schepenbrieven van Boxtel. Jan doet afstand van die schepenbrieven en belooft alle lasten af te handelen. Datum in het octaaf van St. Antonis, getuigen Aert van den Ors, Jan Andriessen, Aert van Hal. (St. Antonis=17 januari 1400?)