Archieven

147 Voor mij notaris en getuigen verscheen Jenneken Peter Zeberts weduwe van Jan Martens wonend in Den Dungen die hierbij machtiging geeft aan Aert Hendrick Vercuijlen en aan Jan Teunis Smulders beiden wonend in Berlicom en geeft heb de bevoegdheid om namens haar het bezit op te eisen waarop ze recht heeft na dood van Pauwels Janssen van Gerwen als weduwnaar van Cathelijn Janssen Smulders, in zijn leven inwoner van Berlicum volgens een bepaald kontrakt dat voor deze erfenis werd opgemaakt door Peter Janssen van Gerwen ter ener zijde en Cornelis Mathijs Nelissen cum suis ter andere zijde, opgemaakt voor notaris Godaert van Ewijck op 10 november j.l. De gemachtigde moeten daar in het sterfhuis een inventaris laten opmaken voor zover al niet is gebeurd, daarvan kopie bekomen, het geld van haar aanspraken ontvangen en daarvoor kwijting te doen en verder tot deling van de boedel te komen. Verder alles te moeten doen hetgeen zij zelf ook gedaan zou hebben. De opdrachtgeefster belooft alles na te komen wat door haar gemachtigden zal worden besloten behalve dat die daarvan rekening en verantwoordig moet afleggen. Gepasseerd in Den Dungen op 22 november 1689 in aanwezigheid van Goijaert Lenaert Molenbroeck en Corstiaen Tonissen Godschalck als poorters van de stad en getuigen. Getekend : dit merk + van Jenneken Peter Zevens weduwe van Jan Mertens, Goert Lenderts Molenbroecks, Corstiaen Teunissen Godschalck, mij present W. Mans notaris.

145 Voor mij notaris en getuigen verscheen Heijltien Janssen van der Donck weduwe van Anthonis Huijberts van der Merendonck, alhier wonend die verklaard Delis Cornelis van Tongeren te machtigen en Gerard Willems Smits zijnde de zoons van haar dochters die beiden ook alhier wonen en geeft heb volmacht om naar de stad Den Bosch te gaan waar Lambert Hendricks van der Donck en Hendrick van der Heijden als aangestelde voogden over Aert Janssen van der Donck de stomme als broer van de opdrachtgeefster, hun afrekening zullen maken van de inkonsten en uitgaves van deze voogden over het bezit van genoemde Aert. De gemachtigdne moeten die rekening bekijken of de ontvangsten en uitgaven goed zijn verantwoord en als zulks het geval is, deze rekening aanhoren en doen passeren en goed te keuren. Maar indien zulks niet het geval is, moeten ze de rekening weerleggen en die laten herzien. Verder moeten de gemachtigden het overschot van de afrekening dat door deze voogden werd ontvangen in ontvangst nemen, daarvoor kwijting geven en verder alles daarin te doen dat nodig is alsof zij als opdrachtgeefster er zelf bij aanwezig zou zijn geweest. De opdrachtgeefster belooft alles na te komen wat door haar gemachtigden zal worden afgesproken behalve dat die er later wel rekenschap over af moet leggen. Gepasseerd te Middelrode in de heerlijkheid van Berlicom ten huize van de opdrachtgeefster op 11 september 1689 in aanwezigheid van sr. Pieter Ruevers van Oorschot en Joost van der Ven als getuigen. Getekend : Heijlken van der Donck, Peter Ruevers testis, Joost van de Ven, mij present W. Mans notaris.

136 Voor mij notaris en getuigen verscheen juffrouw Hendrina van Nieuwenhuijsen wonend te St. Michielsgestel, weduwe van sr. Johan van de Westacker in zijn leven secretaris van St. Michielsgestel als gemachtigde door een procuratie opgemaakt door monsieur Wouterus van Nieuwenhuijsen koopman in wijnen en burger van ´s-Gravenhage voor notaris Libertus Loeff d.d. 17 maart 1687. De comparante verklaart vanwege een bepaalde clausule in die procuratie in haar plaats weer machtiging te geven aan de heer van Rensingh auditeur van de stad Heusden en procureur van het gerecht van Heusden aldaar wonend om de opdracht uit te voeren die eerder aan haar was gegeven. Ze belooft alles na te komen wat door de gemachtigde daarin zal worden gedaan. Aldus gepasseerd in Den Dungen op 21 september 1688 in aanwezigheid van Abraham Schortes en Jan Mathijssen Weijgergancks. Getekend : H. van Nieuwenhuijse wed. J. van Westacker, A. Schortes secretaris, Jan Thijssen Weijgergancks, mij present W. Mans notaris.

127 Voor mij verscheen joffrouw Hendrina Nieuwenhuijsen weduwe van sr. Johan Westacker in zijn leven koopman in Heusden die verklaart hierbij heer en meester Jacob van Ravesteijn te machtigen als procureur voor de Raad van Holland in den Haag en geeft deze opdracht om namens haar van mevrouw de weduwe van de heer N. als heer van Heenvliet, Sliedrecht etc. in zijn leven gouverneur van de stad Heusden, bepaalde sommen geld te innen vanwege aan haar geleverde haver, timmerhout en andere zaken volgens het register van de opdrachtgeefster en haar schuldboek waarvan door mij notaris een wettelijk uitreksel is gemaakt. De gemachtigde moet daarvan het geld ontvangen, kwijting geven en verder alles doen wat daarbij rechtens nodig is en alsof ze daar zelf bij aanwezig zou zijn geweest. Ze belooft alles na te komen wat daarin door haar gemachtigde zal worden gedaan en zal hem daarvoor vrijwaren behalve dat de gemachtigde haar later rekenschap moet afleggen. Actum in Den Dungen, 26 mei 1688, in aanwezigheid van de heer Abraham Schortes en Hendrick Janssen Spirincks als getuigen. Getekend : H. van Nieuwenhuijs wed. Jan van Westacker, Ab. Schortes getuige, Handrrick Janssen Spirincks, mij present W. Mans, notaris.