Archieven

74 Voor schepenen zijn verschenen Adriaen zoon Willem Rijckaerts wonend te Schijndel en verkoopt aan Hendrick Goossen Hendrick Martens en aan Gijsbert Janssen van den Bogaert een hooi- of grasveldje met twee grasdriessen eraan, in totaal groot a. 4 lopenzaad, gelegen te St. Michielsgestel ter plaatse op de Sleijbeecken, b.p. Jan Anthonis van Huijsberch, met het graafke (sloot) daar, Jacob Arien Jacobs, de erfgenamen van Jan Cornelissen met meer anderen, de erfgenamen van Adriaen Geraerts van de Loo, señor Gijsbert Kaersmans, verder aan de waterloop daar. Er is recht van overpad over de Sleijbeeckse mestweg door het Sleijbeeckse hek daar tot aan de gemeenschappelijke straat. De verkoper belooft de verkoop gestand te doen en alle lasten af te handelen. Actum als boven.

73 Wij Willem Adams en Jan Jan Spierincks, schepenen verklaren dat voor ons is verschenen Jan Aerts de Bruijnschot voor een vierde part daarin, en Anthonis Joosten vanwege een machtiging verleend door zijn moeder Anthonisken dochter van Aert Janssen de Bruijnschot als weduwe van Joost Antonissen welke machtiging is opgemaakt voor schepenen van Liempde d.d. 3 maart 1660 daarin ook voor een vierde deel, verder Maijken, Luijtken en Adriaen meerderjarige kinderen van Peter Aerts de Bruijnschot samen ook voor een vierde deel en nog de eerdergenoemde Jan Aerts Brunschot en Laureijns Adriaens als voogden over de minderjarige kinderen van Anthonis Aerts de Brunschot daarin gemachtigd door heren schepenen van St. Oedenrode d.d. 20 februari 1660 ook voor een vierde deel, als erfgenamen van Jan Aerts de Brunschot de oude, verkopen aan Hendrick Hendrick Spierinkcs een stuk akkerland groot ca. 2 en een halve lopenzaad gelegen te St. Michielsgestel ter plaatse genoemd op het Rullaer, b.p. de kerk van Gemonde, Jan Hendrick de Bever, Andries Meussen, Arien Seger Ariens met een mestweg die er dwars doorheen loopt. De verkopers beloven de verkoop gestand te doen en alle lasten af te handelen. Actum 4 maart 1660.

67 Wij Willem Adams en Aert Jacobs van Groenendael, schepenen verklaren dat voor ons is verschenen jonker Adolf van Honselaer, vanwege een openbare brief van octrooi van de Raad van Brabant in den Haag d.d. 8 november 1658 ons schepenen gebleken, verkoopt aan Isaack Elsevier onze secretaris, een stuk hooiland groot ca. 3 morgens, gelegen te St. Michielsgestel ter plaatse genoemd in de Waerden, te Nieuw Herlaer, jaarlijks te wisellen met de drie andere waarden eigendom vam jonker Pibes d' Adema en de erfgenamen van jonker Wernaert van Honselaer, b.p. de genoemde waarden van de Hoijbrugge, de Dommel daar, de Vuchterse akkers, het water daar genoemd het Heijmsmeer, zoals hij dat bezit na de dood van zijn ouders had geerfd en hem in de deling was toebedeeld. Die hooiwaard was eerder leenbezit en leenroerig aan het huis van Oudherlaer en nu door een octrooi van Vrouwe Elisabeth prinses zu Zolleren als vrijvrouwe van het leenhof van Oud Herlaer, vrij en allodiaal verklaard volgens het octrooi van 29 december 1659 en zoals ons is gebleken, met de verplichting hieruit voortaan een chijns te betalen. De verkoper belooft de verkoop gestand te doen en alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve jaarlijks aan de heer van Herlaer en Gestel 3 gewinchijnshoenderen. Actum 9 februari 1660.

65 Wij Jan Janssen Spierincks en Jan Janssen Broeren, schepenen verklaren dat voor ons is verschenen Merijken dochter van Adriaen Corsten Vercuijlen met haar voogd en verkoopt aan Claes Arien Janssen Rijckaerts het achterste deel van een woonhuis met erf en varkenskooi, tuin, boomgaard etc., samen groot ca. 2 lopenzaad, gelegen te St. Michielsgestel in de parochie van Gemonde, b.p. Ariaentje minderjarige dochter van Jan Lodewijcks verwekt bij wijlen Jenneken Thomas Ambrosius, Jan Corsten van Hees, Gerrit Janssen van de Loo, de gemeenschappelijke straat. Dit halve huis zal 9 *gespannen* hebben en 2 gebonden, af te delen op de *lassen van de wormen*. Het bezit is direkt te aanvaarden en de verkoopster belooft de verkoop gestand te doen en alle lasten van haar kant af te handelen, behalve aan de heer van Herlaer en Gestel 5 gewinchijnshoenderen per jaar op St. Michielsdag, nog 3 gulden per jaar uit een rente van 6 gulden welke 3 gulden aflosbaar is met 50 gulden. Actum 24 januari 1660.