Archieven

37 Rekest van de geërfden van de polder van het Laaghemaal onder Maren Kessel en Alem in kwartier Maasland mbt aanpassingen in het reglement waarvoor vijf voorstellen worden ingediend die allen in extenso staan beschreven met nadruk op de Kesselsegraaf waarbij diverse geërfden worden genoemd o.a. Catharina Martina Nagelmakers, de weduwe van Anthony Willem Hendrik Nolthenus, Pieter Francois Verster, Hendrik Sloth, de vier kinderen van Jan Hack, Jan Bogaarts, Jacob Bogaarts, Jan Blankers, de kinderen van Reyniet Klaas Blankers en Gijsbert hack [met veel details in 3 tekstkolommen].

39 Rekest van de geërfden van de polder van het Laag Hemaal onder Maren Kessel en Alem in kwartier Maasland inhoudende dat in de vergadering van de polder van 5 juli 1780 gesproken is over de aanstelling van nieuwe gecommitteerden uit de supplianten nl. wegens Maren ivm het overlijden van Gerrit Hak en in zijn plaats is aangesteld bij 14 tegen 2 stemmen Anthony van Osch, voor 3 jaren Abraham Verster, Reynier Joost Blankers namens Kessel, en voorts werden genoemd Dirk Pampus wonende te Maren zijnde van de gereformeerde religie en Johannes Vriesekolk secretaris te Kessel en dijkschrijver van de polder aldaar bij de supplianten niet bekend en Vriesekolk protesteerde tegen de continuatie van de gecommitteerden wegens Kessel en ter vergadering was de dijkgraaf opgestaan en maakte bezwaar tegen de continuering van de gecommitteerden en weigerde hen te beëdigen [met details]. – zie ook folio 920

17 Missive van Coenraad Versfeld drossaard van Alem in kwartier Maasland op een rekest van Zeno Diederik Walraat van Tengnagel van Bronkhorst die de drossaard had aangeschreven te gedogen dat het nodige zand tot het zanden van de dijken van Driel zou gehaald worden van de zandplaat in de uiterwaard van de suppliant mits geen grond van het oudhoevig land wordt vervoerd; een kopie wordt doorgestuurd naar de Haagse heren belast met de Meierijse zaken om dit nader te onderzoeken en te rapporteren.

46 Rekest van Rens Diderik Walraet van Tengnagel van Bronkhorst inhoudende dat hij als eigenaar van een uiterwaard genaamd den Piekenwaard gelegen onder Alem in kwartier Maasland waar een grote zandplaat was aanschietende die noch bepoot, bezaaid of beritst mocht worden als liggende recht tegenover de Drielse Schaardijk tot zijn nadeel; hij heeft sedert enige jaren van die zandplaat altoos aan het dorp Driel oor het zanden van hun dijken het nodige zand geleverd had als zijnde het aldaar niet wel anders te bekomen en welke dijken, niet gezand zijnde, de passage in de wintermaanden tussen Bommel en Hedel bijna geheel kwam te beletten; de drossaard van Alem had des suppliants pachter Anthonie Tuuker had aangezegd, dat hij geen zand meer zou leveren want hij zou daarover crimineel worden aangesproken en de drossaard ha dook de vorster van Driel laten weten dat er geen zand meer gehaald kon worden en het de zandladers verboden was zand van de zandplaat af te halen de suppliant verzoekt de Ho: Mo: de drossaard van Alem aan te schrijven en te gedogen dat het nodige zand voor het zanden der dijken van Driel.