Archieven

344 Vandaag 12 april 1692 verscheen voor mij notaris en getuigen Hendrick Mattijssen Weijgergancks wonend in Den Dungen, die verklaart aan Handersken weduwe van Hendrick Willems ook wonend in Den Dungen de som van 100 gulden schuldig te zijn, wegens geleend geld dat op 15 maart is gegeven. Als zekerheid beleent hij hiervoor een akkertje gelegen op Den Dungen ter plaatse genoemd de Schilt, groot ca. 1 lopenzaad, belendend Jan Janssen van Griensven, de comparant zelf, de erfgenamen van Adriaen Janssen Vos. Handersken mag dat land gebruiken voor de rente van het geleende kapitaal en wel voor 6 achtereenvolgende jaren, maar men mag elk na 3 jaar eindigen en wie dat wenst moet de ander dat voor St. Maartensdag opzeggen. De belening gaat in afgelopen 15 maart 1692. Als het kapitaal na de periode wordt terugbetaald gaat het perceel weer terug naar Hendrick. Tijdens deze 3 of 6 jaar zal Handersken alle reele en dorpslasten moeten betalen en deze Hendrick daarvoor vrijwaren. Tijdens deze periode mag Handersken het schaarhout kappen. Actum Den Dungen, ondertekend : Hendrick Thijssen Weijgergancks, dit merk is van Willem Hendrick Willems, Hendrick Willems, Delis Thijssen Weijgergancks et me presete W. van Gestel notarius publicus.

339 Voor mij notaris en getuigen verscheen sr. Mattheus Hoopars en sr. Hendrick de Bruijn, poorters en inwoners van de stad Den Bosch en beloven samen en hoofdelijk als schuldenaars aan de heer Rogier van Heeze ook wonend in Den Bosch, de som van 300 gulden schuldig te zijn vanwege geleend geld dat hen op 23 juni 1691 was gegeven. Maar de comparanten verklaren dat deze 300 gulden zijn geleend als voogden over de 3 minderhjarige kinderen van Dierck Janssen Hoopers, met name Antonie, Marieken en Godefried Hoopers en dat geld ook voor hen is verstrekt. De comparanten beloven het kapitaal en een jaarlijkse rente van 4 % binnen een jaar na de ontvangst ervan, aan de heer Rogier van Heeze of toonder van deze brief of diens rechthebbende terug te betalen. Als het geld langer mag worden geleend zal de rente blijven doorlopen totdat er is voldaan. Actum Den Bosch 26 juli 1692, ondertekend : Matheus Hoopers, Hendrick de Bruijn, Peter Looden als getuige, Jan Looden als getuige et me presente W. van Gestel notarius puiblicus.

336 Vandaag 6 juni 1692 verscheen voor mij notaris en getuigen Jan Aerts Huijberts en diens vrouw Marijke Gijsbert Vughts, wonend in Den Dungen en ze verklaren aan Aleken Aert Huijberts zijnde de zuster van de eerste comparant, ook wonend in Den Dungen de som van 50 gulden schuldig te zijn weges geleend geld en verteer etc. Ter voldoening van deze schuld dragen zij aan Aleken bepaald meubilair over, zijnde 2 bedden, een hoofdpeluw, twee oorkussen, twee dekens en bedgordijnen, nog 4 biezen stoelen, een kist van schrijnwerk, nog een klein kistje, een koffer en sluitmand, een hangrenneke, twee tangen, twee vuurschoppen, een haal, een voutheugel, een rooster, 2 koperen lantaarns, twee koperen blakers, een koperen keteltje en koperen moespotje, een koperen emmer, een koperen pannetje, 5 tinnen schotels en 7 telloren, een tinnen waterpot, twee zoutvaten, twee kommetjes, een tinnen mosterdpot, 4 tinnen lepels, 4 paar slaaplakens, 10 oorsluiven, 3 pellen tafellakens, 3 servetten en 4 pellen handdoeken, een klein zilveren lepeltje en een zilveren vingerhoed, een zilveren Agnus Dei met een ketting. Aleken verklaart op haar beurt al dit meubilair etc. te hebben ontvangen ter voldoening van die schuild van 50 gulden die hiermee komt te vervallen. Afspraak is wel dat Jan en diens vrouw Marijke deze spullen nog wel mogen gebruiken zolang de eigenaresse hen dat toestaat, maar als Aleken wil dan moeten ze de spullen direkt afstaan. Actum Den Dungen, ondertekend : Jan Aert Huijberts, dit merk is van Marijke Gijsbert Vughts, dit merk is van Aleken Aert Huijberts, Huijbert Aerts als getuige, Marten Cornelis Wouters van Hannen et me presente W. van Gestel notarius publicus.

112 Vandaag 2 september 1689 verscheen voor mij notaris en getuigen Hendrick Rutten van Griensven wettige man van Cathelijn Gijsberts wonend te St. Michielsgestel en verklaart van zijn zwager Hendrick Gijsberts wonend te Gestel de som van 78 gulden en 10 stuivers te hebben ontvangen, waarvoor hij hem een vierde part van een stuk land groot een zesterzaad in onderpand heeft gegeven, gelegen in St. Michielsgestel in de Heeesakkers, van oudsher genoemd de Vlierbos, belendend Jan Matheussen Leijtens, voor een periode van 6 jaar maar men kan na 3 jaar met beider instemming ook aflossen en dan moet men elkaar met een maand opzeggen. Nog het vierde part van een rente van 200 gulden kapitaal ten laste van Cornelis Adriaens Groenendael. Genoemde Hendrick Gijsberts mag dat perceel inzaaien, etc. en de rente van het kapitaal innen, alles als rente van het ontvangen bedrag van 78 gulden 10 stuivers. Indien men wil aflossen of afgelost wil hebben moet men dat elkaar een maand vooraf kenbaar maken. Het land is te aanvaarden op St. Martinusdag anno 1688 en de rente vervalt per Maria Lichtmisdag anno 1689 en 1690 en zo steeds door totdat de schuld is afgelost. Na afloop van de 3 of de 6 jaar moet het land weer worden teruggegeven en ook de rentebrief. Actum Den Dungen, ondertekend : Henrick Rutten van Grinsven, Hendrick Gijsberts, Claes Hendrick Claessen van Osch, Adam Janssen van Vught, quod attestor W. van Gestel notarius publicus.