Archieven

19 ... hier ontbreekt het voorste stuk van de akte, betreft een machtiging door Willem Jan Cornelissen, Hendrick Jan Cornelissen, Hendrick Huijbrechts van de Merendonck, Jan Jan Rutten van Griensven, Willem Willems Meulenbroeck, Gerit Jan Dielis Weijgergancks. …… ( wie de gemachtigde is en waarvoor hij iets moet doen is onbekend, zie vervolg ) ... in Den Bosch gepasseerd op 15 december 1648. Ze geven de gemachtigde de bevoegdheid om weer andere gemachtigden te mogen benoemen en de gemachtigde dient alles te doen zoals de opdrachtgevers dat voor ogen gehad zouden hebben als ze er zelf bij aanwezig zouden zijn geweest. De opdrachtgevers beloven alles na te komen wat door hun gemachtigde zal worden gedaan en dat zij constituanten elk voor hun deel daarin alle kosten en schades zullen betalen die er al zijn of nog zullen komen, waarvoor ze hun persoon en bezit verbinden. Aldus opgemaakt in Den Dungen ten woonhuize van mij notaris in bijzijn van Robbertus Josephus Grahame en Mattijs Janssen Deelissen Weijgergancks. Ondertekend op 16 januari 1655. Ondertekend: Willem Jan Cornelissen, Hendrick Jan Cornelissen, Hendrick Huijbrechts van de Merendonck, Jan Jan Rutten van Griensven, Willem Willems Meulenbroeck, Gerit Jan Dielis Weijgergancks, P.J. Grahame, Thijs Jan Delis Weijgergancks, quod attestor A. Grahame notaris.

10 Voor mij notaris en getuigen verscheen Goijaert zoon van Jan Gijsberts van de Bogaert, wonend te Schijndel en deze heeft verklaard dat hij voor de Raad van Brabant een proces is begonnen tegen Jan Janssen verhoeven de jonge cum suis ook wonend te Schijndel, waarbij deze Raad bij vonnis heeft besloten dat partijen zouden samenkomen met commissarissen om te zien of er een akkoord kan komen en als dat niet zo is, dan moeten partijen hun getuigen oproepen. Omdat hij een oude man is en gebrekkig en onbekwaam om in deze winter naar Den Haag te reizen, mede ook dat hij geenszins van plan is om akkoord te gaan met de tegenpartij, wil hij afwachten wat deze raad zal uitspreken. Daarom machtigt hij sr. Cornelis van Minnebeeck procureur in zijn zaak en geeft hem opdracht zijn belangen voor hem te behartigen in de Raad van Brabant of voor twee heren commissarissen. Hij zal geen akkoord met de tegenpartij sluiten maar zich beroepen op artikel 2 van uitspraak van deze Raad om getuigen te doen horen en daarvoor toestemming te vragen aan schepenen van Den Bosch. Aldus geschied in Den Dungen op 23 februari 1655 in aanwezigheid van Robertus Josephus Grahame en Willem Corsten Voogs als getuigen. Ondertekend: Goijaert Jan Gijsberts van den Bogaert, R.J. Grahame, Willem Corsten Voogs, quod attestor A. Grahame notaris.

206 Adriaen Hendrickx van Osch; Anthonis Cornelissen en Willem Peters, allen uit Den Dungen en Jacob Arien Walravens uit ’s-Hertogenbosch hebben gemachtigd Sr. Martin Beeckman, procureur bij de Raad van State om namens hen de procedure te vervolgen tegen Mathijs Jan Delissen Weijgergancx; Peter Weijgergancx en Cornelis Jan Cornelissen voor zichzelf en mede als voogd over het minderjarig kind van Gerit Janssen Weijgergancx. Getuigen: Mathijs Mathijssen van Osch en Huijbert Ariens, beiden uit Den Dungen.

198 Voor mij notaris en getuigen verscheen Johan Tirens thans wonend te Heeswijck die hierbij machtiging geeft aan zijn vrouw juffrouw Margareta van Sonnevelt om namens hem voor de heer Barthout van Slingelandt rentmeester van de geestelijke goerderen over het kwartier Oisterwijk het huis de Moerenburgh te vehuren of de pastorie van Tilburgh samen met de boomgaard en binnentuin met de gracht die er omheen stroomt, welke heer Slingeland daarin is gemachtigd door de resolutie van de staten d.d. 20 december 1690. Zijn vrouw moet daarvan een huurovereenkomst laten maken en voor de huurpenningen de persoon en bezit van de opdrachtgever daarvoor te verbinden. Hij doet daarvoor afstand van enige uitzonderingspositie. De opdrachtgever belooft verder alles na te komen wat daarin door zijn vrouw zal worden gedaan. Aldus gepasseerd in Den Dungen in aanwezigheid van Jan Matijssen Weijgergancks en Claes Hendrick van Hannen als getuigen op 1 april 1691. Getekend : Johan Thierens, Jan Matijssen Weijgergancks, Nicolaes Hendrik van Hannen, mij present W. Mans notaris