Archieven

1 Hendrikus van den Elzen, landbouwer te Uden, verklaart f 800,-- schuldig te zijn aan Johanna van de Wijst, weduwe van Hendrikus van de Wijmelenberg, zonder beroep te Uden. Als borg stelt hij een huis met erf, tuin, heide, bouw- en weiland te Uden.

2 Adriaan van Sleeuwen, zonder beroep te Uden, verkoopt voor f 60,-- aan Martinus van Boven, arbeider te Uden, bouwland aldaar.

3 Op verzoek van Johanna Verbakel, weduwe van Jan van de Wijnboom, zonder beroep, wonend in het Moleneind, openbaar verkopen van roerende goederen, voor een totaalbedrag van f 90,--.

4 Martinus van de Aa; Gerard van der Heijden, gehuwd met Johanna van der Aa en Albertus van der Rijt gehuwd met Anna Maria van der Aa, allen landbouwers te Uden, gaan over tot scheiding en deling van onroerende goederen. Hen aangekomen bij transport voor notaris Scheefhals van 12.03.1863 en uit de nalatenschap van hun ouders Willem van der Aa en Catharina Wijdeven. Het betreft een huis met erf, bouw- en weiland te Uden.