Archieven

192 Jan Marcelis Coolen als man van Johanna Catrina van Hoof wonend te Eindhoven verkoopt aan Cornelis de Bever wonend alhier te Gestel het derde part van een perceel teulland genoemd de Molenackers, in totaal groot ca. 13 en een halve lopenzaad, gelegen te Gestel nabij de Twee Hecken, belendend Johannes van de Ven, de gemeenschappelijke pad daar, de loop, de heer Evert de Bever. Nog verkoopt hij hem het derde part in een perceel teulland groot total ca. 2 en een halve lopenzaad, gelegen te Gestel op de Slebeecken, belendend Antonie van Hees, Johan Ransecremer, Emond Hendricks Verhaegen. Nog verkoopt hij hem het derde part van een perceel teulland in totaal groot ca. 4 en een halve lopenzaad gelegen te Gestel op de Beeckgraaf, belendend Jan Claessen van de Wetering, de heer Arnoldus de Leeuw, juffrouw Anna van Grave, zoals hij heeft geerfd van juffrouw Geertruij Ooms als weduwe van Martinus van Hoof, zijnde de moeder van zijn vrouw. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve het derde part van een zevende deel van het ene hoofd van de grote brug alhier richting de kerk, verder de dorpslasten. Getuigen hierbij waren Hendrick van Zeeland de oude en Laurens van Montfoort schepenen op 23 februari 1739. Ondertekend : Jan Marcelis Coolen, Hendrick van Selandt, L. van Montfoort, mij present S. Voltelen secretaris.
In marge : Verschenen is de heer Mattheus van Hoof wonend te Eindhoven en doet beroep op het recht van vernadering inzake alle hiernaast vermelde percelen zoals op 23 februari j.l. door de heer Jan Marcelis Coolen als man van Johanna Catharina aan Cornelis de Bever werd verkocht. Getuigen hierbij waren Laurens van Montfoort en Pieter van den Brandt als schepenen op 10 juli 1739. Ondertekend : Cornelis de Bever, Matheus van Hooff, L. van Montfoort, Peter van den Brandt, mij present S. Voltelen secretaris.( de koopsom van de vernadering is 190 gulden zoals de eerdere koopsom plus alle kosten)