Archieven

43 Missive van R.B.R. Grave van Rechteren hoogschout van stad en meierij van ’s-Hertogenbosch op een rekest van Johannis Nicolaas of zijn gemachtigde aan de Ho: Mo: gepresenteerd met een bericht over het overlijden van Hendrik Blok de vorstersplaats van de dingbank Oisterwijk Udenhout Haaren Berkel-Enschot en Heukelom vacant is en Johannis Nicolaas wordt als nieuwe vorster aangesteld en de bijbehorende commissiebrief zal worden uitgegeven.

2 Missive van de kwartierschout van kwartier Oisterwijk C. van Syfen geschreven te Groningen op de 24e op het rekest van Cornelis Segbroek secretaris van Haaren Berkel Enschot en Heukelom verzoekende dat haar Ho: Mo: zijn stadhouder Isaacq Verster gelieven te interdiceren [verbieden] de suppliant langer te verhinderen in zijn bediening, in welke akte ook genoemd wordt H.H. van Fenema [met details] – zie ook folio 76 [uitgebreid], folio 253 [zeer uitvoerig]

97 Rekest van Cornelis Segbroek secretaris van Haaren Berkel Enschot en Heukelom in kwartier Oisterwijk inhoudende dat ofwel de secretaris van Oisterwijk Mr. H.Fenema en de suppliant ten minste de tijd van 25 jaren hun secretarie ten haren huize in een apart vertrek hadden moeten houden en daarin nimmer enig belet hadden ontmoet, echter als nu de stadhouder van het kwartier Oisterwijk Issacq Verster sedert enige maanden had geëntameerd in de eerste plaats de schepenen van Oisterwijk te verbieden akten van ondertrouw te ondertekenen, waarover als getuigen gestaan hadden alsmede zonder hem stadhouder te staan over enige akten van wat soort die ook mogen zijn, tenzij vooraf voorzien van zijn consent of cachet of te staan over de verkopingen van schaarhout, wanneer zij daartoe verzocht zijn en ook ten dien einde op een des suppliants plaatsen present waren, alsmede van p[ des supliants secretarie ten zijnen huize tot het passeren van akten als vanouds te koen en zelfs zich in zo verre te vergeten, dat hij de voornoemde schepenen had genoodzaakt het geschrevene bij geschrifte te beloven en dus de suppliant te noodzaken voor eerst zijn kantoor op de raadkamer te brengen, verwijzend naar een plakkaat van de Ho: Mo: van 20 december 1684 [met heel veel details]., zie ook folio 576

59 Rekest van Mr. Adolphus Thomasius advocaat van de hoven van justitie inhoudende dat de Ho: Mo: hem hebben gecommitteerd tot secretaris van Oisterwijk en griffier aldaar en echter die van de vijf gehuchten of heertgangen onder Oisterwijk ressorterende als Haaren Udenhout Enschot Berkel en Heukelom ofwel de regenten daarvan, de suppliant onthouden hebbende de borgemeestersrekeningen als ook de zet- en hefboeken die eigenlijk aan hem overgeleverd dienden te worden over welke kwestie een proces werd gevoerd voor de Raad van Brabant verwijzend naar een resolutie van 13 april 1690.