Archieven

35 Rekest van Nicolaas van Heurn koopman te Amsterdam inhoudende dat door Willem Raymond Lamorald, Joseph van Bierens, Heer van Baarlo, Greefraedt Putting etc. groot-deken van Aken, proost van Rutten etc. als last en procuratie hebbende van Albert Ferdinand Bierens, mitsgaders van Ferdinand van Neverlee Heer van Baulet bij akte van 20 februari 1766 onder kopie authentiek, aan hem suppliant was geconfereerd het beneficie van het patronaatschap of pastorie van Esch in de Meierij van ’s-Hertogenbosch in kwartier Oisterwijk laatste bezeten door Theodorus van Schelluyne voor zover het beneficie vacant zou worden, met tienden renten cijnzen etc.; Schelluyne was op 8 maart 1776 te Amsterdam overleden en nu verzoekt hij dat de Ho: Mo: die collatie willen approberen en dat men de rentmeester der geestelijke goederen in kwartier Oisterwijk wil ordonneren de inkomsten en emolumenten van dien te voldoen. zie ook folio 360 waarin genoemd de collator Egbert Jan van Ayta, Anna Maria van Eussum weduwe van wijlen Rudolph van Grootenhuys tot het Vheenhuys en haar kinderen die met naam en toenaam staan vermeld - zie ook folio 410, 417

12 Missive van de Raad van State op een rekest van de regenten van Lith in kwartier Maasland klagende over de grote schade die is ontstaan door het hoog water en de ijsdammen in de maand februari 1757 en daarop volgt een uitgebreide lijst van toegestane remissies op verpondingen, beden en gemene middelen voor de dorpen Lith, Lithoijen, Maren, Kessel, Alem, Empel, Geffen, Nuland, Rosmalen, Berlicum, Berghem, Vught, Cromvoirt, Esch, Sint Michielsgestel, Den Dungen en Orthen met de resp. bedragen [met veel details].

13 Rekest van Abraham Verster secretaris te Esch in kwartier Oisterwijk in welke akte wordt genoemd Harmen Pelgrom provisor van het arme mannenhuis te Esch.

13 Rekest van de provisoren van het mannengasthuis van zes arme mannen te Esch in kwartier Oisterwijk en de predikant aldaar inhoudende dat het genoemde gasthuis 200 jaar was geregeerd geweest volgens de wil van de fundateur zonder dat ooit officier schepen of secretaris in loco of elders over de rekeningen zijn geweest maar altijd waren gedaan door de provisoren die door de fundateur daartoe waren gekwalificeerd zoals uit het extract van de fundatie blijkt dat aan het rekest is toegevoegd, zoals ook andere gasthuizen in de stad ’s-Hertogenbosch, en omliggende dorpen als Boxtel en Gemonde thans nog worden geregeerd op basis van de fundaties en de rekeningen door de provisoren worden onderzocht, maar dat nu de supplianten hadden begrepen dat Abraham Versterre gewezen rentmeester van het kwartier en nu secretaris te Esch haar Ho: Mo: had geïmportuneerd [= gelast] en wellicht met onwaarheden zocht te abuseren ten einde de rekeningen van genoemd gasthuis in de toekomst te mogen worden geschreven en voor de schepenen af te horen en te sluiten wat dus direct strijdig zou zijn met de wil van de fundateurs en zulks niet alleen maar dat de rekeningen, vele jaren herwaarts volgens fundatie gepasseerd en gesloten, dat die door hem de novo gepasseerd zouden worden voor schepenen aldaar alles direct in strijd is met de rechten van de supplianten , de intentie en goede wil van de fundateurs en dus nadelig voor de betreffende gasthuizen, die nu zeer sober van hun inkomsten moesten leven en als de rekeningen via de schepenen zouden moeten lopen dit nieuwe onkosten met zich mee zou brengen, terwijl daarvoor nu geen duit betaald hoefde te worden en de supplianten verzoeken de Ho: Mo: om hen in hun oude rechten te handhaven volgens de wil en de intentie van de fundateur en de huidige secretaris en alle anderen te ordonneren om de supplianten en oude mannen in hun recht niet te turberen [= hinderen]; een kopie gaat naar secretaris en schepenen van Esch. – zie ook folio 784