Archieven

1 Voor Johan van Dijk, P. van den Heuvel en Wienand Simons, als schepenen van Boxmeer laten Cornelis Nillesen en zijn vrouw Anna Loovendaal (ziekelijk) een testament opmaken, waarbij ze elkaar benoemen tot universeel erfgenaam.

197 Schout en schepenen van Boxmeer en leenmannen van Boxmeerse Leenkamer verklaren dat voor hen is verschenen hoogwelgeboren heer Frans Anthoon Eppele de Raijhoff, hoog-grafelijke Berghsen Raad, land en domeinen directeur in kwaliteit als gelaste van excellentie de hooggeboren vrouwe Maria Catharina gravin van den Bergh, geboren gravin van Truches Zeijll, wettelijk voogdes van haar onmondige kinderen geprocureerd bij de hooggeboren heer Frans Willem graaf tot den Bergh, Hohenzollern Sigmaringen en heeft haar testament bij hen en de graaf van den Bergh toegecacheteerd en getransfixeerd papier, waaraan gehecht was de confirmatie van Hof van Gelderland, waarbij akte van confirmatie waarbij verschenen is Petrus Hengst, landschrijver van Boxmeer als gelaste van Frans Wilhelm graaf tot den Bergh, Hohenzollern Sigmaringen, marckgraaf tot Bergen op Zoom, Erfbanner heer van Gelre en graafschap Zutphen de vermogens volmacht gepasseerd voor leenmannen van Boxmeerse leenkamer in absentie van Gelderse leenmannen en heeft vertoond een papier rondom met rode zijde doorregen, aan een zijde 5 cachetten en rode lak met nog zegel en groen was met een witte papier ruiten overdekt uitgedrukt zijnde de laatste wil. Op het besloten papier stond: op 21-2-1737 hebben schout, schepenen, leenmannen zich begeven naar het kasteel van Boxmeer, waar zij aantroffen Frans Wilhem graaf tot den Bergh etc. etc. in een kamer op een rustbed liggend en in de hand hebbend papier, waarvan hij verklaarde dat daarin zijn laatste wil was ingesloten en hen werd overhandigd, waarin als universeel erfgenaam wordt benoemd zijn beminde zoon Johan Baptist graaf tot den Bergh etc. etc.; aan dochter Joanna gravin van den Bergh een jaarlijkse rente van 1000 gulden en zelfde aan dochter Theresia gravin van den Bergh en allerlei andere concrete afspraken.

117 Petrus van der Lijnden, priester te Sint Anthonis maakt 1-11-1732 zijn testament, waarin hij refereert dat zijn ouders altijd de kosten hebben gedragen voor zijn studie, alsmede tijdens zijn ziekte en dat broer Johan Gijben en zijn zus Willemijn zaliger en vrouw geweest van Hermanus Nielen, daarentegen niets hebben genoten; hij wil in de kerk van Sint Anthonis worden begraven; pre-legateert aan bisschoppelijk seminarie te Roermond een pont Vlaams; 100 gulden in delen aan pastoor, koster en kerk van Sint Anthonis; 500 gulden aan de capellanie te Sint Anthonis; aan nicht Petronella Nielen, dochter van zwager Hermanus Nielen en Willemijna Gieben zijn zus de kasten die op zijn slaapkamer staan; benoemt tot erfgenamen zijn moeder Judith Barten weduwe van schepen Gerart Gijben zaliger, de kinderen van Hermanus Nielen en wijlen zijn zus Willemijna Gijben, met namen Bart Nielen, Petronella Nielen, Johan Nielen en Gerardus Nielen; de kinderen van zijn broer Joannes Gijben. Superscriptie: Petrus van der Linden overhandigt 1-11-1732 zijn testament aan schout en schepenen te Sint Anthonis. Akte van opening: op 11-12-1732 zijn gecompareerd Judith Barten weduwe Gerrit Gijben, geassisteerd met Geurt Barten als in deze haar gecoren momboir, Hermanus Nielen gehuwd geweest met Willemijna Gijben en Jan Gijben doen verzoek om testament te openen, hetgeen gebeurt. Onderschrift in latijn 19-12-1732.

109 Johan Nicolaas Lamot en Elisabeth de Relou, echtelieden maken samen een testament, waarin ze het door hen eerder gemaakte testament van 8-3-1724 teniet hebben laten doen en maken het huidige op langstlevende. Behoudens legaat van rogge aan de armen van Boxmeer; legaat van Johan Nicolaas Lamot aan zijn nichtje Jacoba van Leunen, dochter van zijn neef procureur Gerard van Leunen tot een pillegift van 100 gulden; aan zijn neef Michiel van Reuloo 100 gulden en aan zijn gewezen meid Maria Bos voor haar getrouwe diensten 25 gulden; aan zijn neef procureur Gerard van Leunen voor trouwe dienst zijn kleding en tot slot uit bijzondere genegenheid aan de broederschap van het Heilig Bloedgilde drie tonnen bier en een aam wijn. Na hun beider dood zijn de naaste bloedverwanten de universele erfgenamen, namelijk zijn broer en zus en van testatrice Elisabeth de Roulou, haar neef Jan de Roulou en nicht Dorothea de Roulou getrouwd met procureur Gerard van Leunen, opgemaakt 23-2-1732; superscriptie: Elisabeth de Relou weduwe van schepen Johan Lamot geeft testament aan schout en schepenen 10-3-1732.