Archieven

282 Advies van rentmeester PIECK op het rekest van Adriaen Hendrycxken VAN OSCH, Jan Hendrick JANSEN, Jacob Adriaen WALRAVENS. Aert Jan Hendrick SPIERINGS inwoners van DEN DUNGEN en Anthonis Huyberts VAN MEERENDONCK en Gijsbert Janssen VAN HEESSEL inwoners van de heerlijkheid BERLICUM inzake gecultiveerde landerijen. De vrijdom wordt verleend maar men moet de landerijen laten registreren in de leen- en tolkamer.

32 Missive van rentmeester Tengnagel op een rekest van de borgemeesters en regenten van Den Dungen onder de vrijdom van ’s-Hertogenbosch te kennen gevende, dat aldaar, evenals in de naburige dorpen Rosmalen, Berlicum en Sint Michielsgestel nooit van alle oude immemoriale tijden geen bijen zijn vertiend [vgl. bijentiend] of door de pachters van de smalle tienden aldaar uitgehaald, geredimeerd of tienden daarvan gepretendeerd dan alleen, dat een jaar of twee geleden de pachter van de smalle tienden over Den Dungen had kunnen goedvinden en ondersteunen, dat de bijen onder dat dorp tiendbaar zouden zijn en ze verzoeken dat in de verpachtcedule door rentmeester Tengnagel opgenomen wordt dat de bijen in Den Dungen niet tiendbaar zijn of dat de tiendpachters zich zullen moeten reguleren naar de oude gewoonten binnen genoemde dorpen gangbaar zijnde – zie ook folio 83

67 Missive van rentmeester Van Limburg Stirum inhoudende dat de proosten van het Onze Lieve Vrouwe Broederschap aldaar die naast hem in kwaliteit representerende de dekaan van het Sint Janskapittel en de prior der Kruisbroeders het provisorschap van de armen vrouwen fundatie gesticht door Jan Schilder staande op de Uilenburg aldaar, hem hadden aangezocht tot het kopen of overnemen van enige roggepachten van het gemene land aan zijn administratie vergolden wordende, in totaal 17 teksten in getal en 22 mudden rogge voor ieder mud 300 gl. dus in totaal 6600 gl., zie ook folio 361 waarna een lijst volgt van diverse roggepachten op diverse plaatsen nl. Nuland Willemyna Bijveld, Jacobus Jan Langens, Adriaan Franssen Hoefs en Lambert de Weert aan de plebanie van de Sint Jan 12 mud rogge tegen 300 gl. per mud; onder Cromvoirt Adriaan van de Wiel en de 2 kinderen van Gerrit van Esch 8 vaten aan de pastorie van het Groot Begijnhof 150 gl.; onder Berchem de 3 onmondige kinderen van Hendrik Haas, de 3 kinderen van Jan Lamberts, de 6 kinderen van Dirk Jan Dromen en de kinderen van Klaas Jansse Brands aan genoemde pastorie 1 mud à 300 gl.; onder den Dungen Adriaan Adriaan Eijkemans, Hendrik Hendrik Glaudemans en Adriaan Hendrik Smits aan het altaar van St.Jan Baptistist superiorius in de Sint Jan 1 mud rogge à 300 gl; onder den Dungen ook Nicolaas van der Donk, Adriaan Francis van den Bogaart en Claas Roelofs den Hertog aan genoemd altaar 1 mud à 300 gl.; onder Berlicum de weduwe Jan Teunis Smulers en Hendrik Willems van de Goor aan het Bakskoor 1 mud à 300 gl.; idem onder Berlicum de 3 kinderen van Dirk van de Veerdonk aan het Bakskoor 1 mud à 300 gl.; idem onder Berlicum de weduwe Jan teunis Smulders, Jacob de Bermer, de weduwe Pieter Jansse van Overbeek en de kinderen van Gerrit Faassen van den Broek aan het Bakschoor 1 mud en 8 vaten à 450 gl.;

63 Rekest van de ingelanden der polders genaamd het Bosseveld en Maij, polder van der Eijgen, polder van de Vliert, en de polders onder Vught, Cromvoirt, Sint Michielsgestel, Den Dungen en Berlicum i.v.m. remissie van de verpondingen vanwege de inundatie in het jaar 1746 [met details]