Mijn Studiezaal (inloggen)178.357 Resoluties Raad van State (178.357)
122 Missive van de ingenieurs De Roij en Pierlink geschreven te ’s-Hertogenbosch inhoudende dat de eerst gemelde ter voldoening van haar Ed: Mo: resolutie van 30 januari jl. de projecten samengesteld door wijlen zijn vader de directeur De Roij nopens het occuperen der twee avenues nl. een aan de Blauwe Sluis en de ander te Orthen, overleg heeft gepleegd met Cromstrom en De Guij en tevens met de aanwezige ingenieurs aldaar, waaruit er twee zijn gekozen nl. het project van Orthen waar een kruitmagazijntje en corps du garde zou gebouwd worden, doch dat vermits de communicatie zowel te water als te land van het fort Crevecoeur naar de Blauwe Sluis open blijft en op welk fort een groot kruitmagazijn gebouwd zal worden, een kruitkamertje aan de Blauwe Sluis alsmede een corps du garde wat kleiner dan te Orthen; dat de borstwering der vleugels en achter het front maar van een modicque dikte behoeven te zijn, doordien dezelfde niet dan voor een surpreneringe met schuitjes over de inundatie zijn dienende; voorts dat zij onder haar Ed: Mo: welmenen in het bestek hebben gezet de twee posten van palissaden te voorzien en dat die van s lands wegen aan de aannemer geleverd zullen worden, welk getal ongeveer zal belopen 10.500 palissaden, 8000 voet gordingen en 20.000 vijfduimse spijkers, waartoe een nader bestekje gemaakt zou kunnen worden; naast de missive sturen ze de projecten, profielen, bestekken en begroting der kosten door, die voor Orthen zouden kunnen belopen voor het kruitkeldertje en corps du garde 21.000 gl. en bij de Blauwe Sluis met het corps du garde 13.000 gl.; vervolgens melden zij dat de hoge wateren hen hebben belet gehad het nemen van de nodige profielen tot deze werken wat er de reden van is dat ze niet eender aan de bevelen van de Ed: Mo: hebben kunnen voldoen en dat met het maken van de post te Orthen 4 à 5 geringe boerenhuisjes weg moesten alsmede 3 à 4 aan de Blauwe Sluis
Datering:
donderdag 11 april 1748
Pagina:
848v
Plaats:
Hertogenbosch, 's- / Orthen / Crevecoeur
Toegangsnummer:
178
Inventarisnummer:
Bron:
Raad van State
Geografische namen:
178.363 Resoluties Raad van State (178.363)
134 Missive van de major ingenieur De Roij in garnizoen te ’s-Hertogenbosch op een rekest van Laurens van Eijndhuijse uit Orthen die om een vergoeding verzoekt vanwege de aanleg van de Orthenschans waardoor hij heeft moeten afgeven huis en erf en 7 ½ hond land; hij krijgt een vergoeding van 597 gl.
Persoon in schepenakte:
Laurens van Eijndhuijse
Datering:
woensdag 29 april 1750
Pagina:
726v
Plaats:
Hertogenbosch, 's- / Orthen
Toegangsnummer:
178
Inventarisnummer:
Bron:
Raad van State
Geografische namen:
178.363 Resoluties Raad van State (178.363)
27 Verbaal van de commissie die de fortificaties langs de Maas heeft gevisiteerd met bericht rakende het staken van het werk aan het nieuwe kruitmagazijn op fort Crevecoeur om daarover de directeur of aanwezige ingenieur te berichten dat de aannemer van het kruitmagazijn conform het bestek die werk in a.s. voorjaar te voltooien maar mocht de aannemer onwillig zijn dat hij hen dan daartoe koet dwingen; idem een bericht t.a.v. de mastbalken gediend hebbende tot communicatie van de vlotbrug en tegenwoordig op fort Crevecoeur liggende waarbij de ingenieur wordt geautoriseerd om die door de auditeur militair publiek te laten verkopen en aan haar Ed: Mo: te berichten wat daar van gekomen is;; idem rakende het versterken der twee forten bij Orthen en bij de Blauwe Sluis, het bemetselen ten dien einde van de poligonen die de avenue moeten defenderen, het voorzien van het front tot dekking van de Blauwe Sluis met een bedekte weg en met de nodige traversen en het versterken van hetzelfde fort van achteren met enige werken om te dienen tot retraite en directeur Des Rocques aan te schrijven dat hij haar Ed: Mo: omtrent genoemde projecten van versterking van die forten diene van zijn consideraties en bericht met bijvoeging van de projecten en een begroting; idem rakende de palissaden die op fort Crevecoeur in de open lucht liggen en de commies van ’s lands magazijnen te autoriseren om in overleg met de eerste aanwezige ingenieur die palissaden te brengen in het gedetacheerde bastion voor den Papenbril en ze daar op te stapelen en met een strooien kap te overdekken en vervolgens gade te slaan; idem te approberen het contract van continuatie van de huur van het huis genaamd het Groot Keizershof binnen de stad ’s-Hertogenbosch voor een periode van 12 jaren ingaande 1 mei a.s. tussen de heren gecommitteerden en Maria Elisabeth Cremers weduwe van wijlen Mr. Abraham Hubert op 6 september 1749 gesloten;
Vervolg:
voorts te accepteren het voorstel van de weduwe Hubert om de meubels in het huis, aan het land toekomende, en gespecificeerd op de inventaris die daarvan is opgemaakt en waarvan een kopie aan het verbaal is toegevoegd over te nemen tot een zodanige prijs als die bij taxatie zou worden geoordeeld waard te zijn en om i ndat geval in plaats van de oude en tot gebruik onbekwame meubels voor haar rekening wederom nieuwe te zullen leveren, zodanig nochtans dat de taxatie zal moeten geschieden ten overstaan van ontvanger Bosschaart door gezworen priseerders of priseersters en de kosten daarvan voor de helft door de Ed: Mo: en voor de helft door de weduwe gedragen te moeten worden; de kwestie van het schouwen binnen d evrijheid Oss verwijzend naar een plakkaat van 25 februari 1634 gerenoveerd 20 maart 1653 en herdrukt o p11 november 1664, ook in de geprivilegeerde polders en vrijheden en daaronder die van Oss, exactelijk en zonder enige convenientie te mogen en te moeten doen zodanige visitatie schouwen en te stellen zodanige orders op de defecten als bij het voorschreven plakkaat gemeld; idem te autoriseren de raad en rentmeester generaal der domeinen om de weg buiten de Hinthamerpoort van ’s-Hertogenbosch van de straatweg af tot Hintham toe, ter plaatse waar die voorheen met bomen beplant is geweest wederom met jonge bomen te alten beplanten en wel bij publieke aanbesteding van het graven der nodige gaten , het leveren en planten der bomen of bomen in te kopen en een kundig man te zoeken voor de inkoop der bomen; voorts wordt ingegaan op de kwestie van het bergen van het straatslijk en het wegvoeren ervan; idem het schoonmaken van de corps de guardes en daarvoor de gouverneur of zijn vervanger aan te schrijven om orders op te stellen dat de corps de guardes die aldaar door de militie die deze gebruikt van tijd tot tijd behoorlijk schoon te maken en uit te vegen en daarvan kennis te geven aan de magistraat van de ;
Vervolg 2:
idem rakende het rekest van Jan Schouw aannemer van het driejarig onderhoud van alle fortificatie-aardewerken muren en kantelen als ook de gebouwen magazijnen en stallingen verzoekende om schadevergoeding van de extraordinaire reparaties die vooraf niet te voorzien waren en tot welke extraordinaire reparaties opdracht is geven; voorts is gereageerd op een missive i.v.m. het deponeren van het straatslijk op de contrescharp buiten de Vughterpoort en of dit mag blijven liggen zodat het van tijd tot tijd door huislieden met hun schuiten pleiten kan worden weggehaald zonder de magistraat te verplichten de voorschreven contrescharp tweemaal per week te moeten ruimen
Persoon in schepenakte:
Abraham Hubert
Maria Elisabeth Cremers
Jan Schouw
Datering:
woensdag 28 januari 1750
Pagina:
141r
Plaats:
Crevecoeur / Orthen / Hertogenbosch, 's-
Toegangsnummer:
178
Inventarisnummer:
Bron:
Raad van State
Geografische namen:
178.331 Resoluties Raad van State (178.331)
116b [VERVOLG AKTE 2] om aan haar committenten te rapporteren, aannemende dat de heren commissarissen kennis te zullen geven van de intentie van hun principalen.
Dat het derde, vierde en vijfde lid van het verzoek der supplianten zij heren commissarissen moeten opmerken dat het een waarheid is, dat de weg gaande naar Orthen , sedert dat die op order van de Ed: Mo: bij het aanleggen van de nieuwe werken buiten de Orthenpoort is verlaagd en versmald, veeltijds niet practicabel is geweest, dat de intentie van haar Ed: Mo: is geweest in zulk geval een andere weg of passage over de nieuwe Bosdijk aan de supplianten te vergunnen als blijkt uit haar Ed: Mo: resolutie van 24 januari 1737, dan dat de voorschreven nieuwe dijk niet de volkomen breedte heeft en hoogte, om te kunnen worden gebruikt; dat vervolgens zij heren commissarissen van gedachten zijn, dat aan de supplianten zou kunnen worden vergund om de bagger die zij krijgen door het verdiepen van de Dieze kunnen gebruikken tot verhoging en verbreding van de Bosdijk tot op een zekere bepaalde hoogte en breedte, waardoor aan de drie laatste verzoeken der supplianten enigermate zal worden voldaan.
Waarop gedelibereerd zijnde is goedgevonden en verstaan dat in het 1e lid der supplianten verzoek om stenen bogen te maken in de openingen van de steenwegen mits daarvoor een geschikte som wordt toegelegd zowel voor het maken als het onderhouden van die bogen niet kan worden getreden; dat de deliberatie over het 2e lid om een 2e sluis te leggen in de gracht van de Papenbril, zal worden uitgesteld totdat de heren commissarissen het antwoord hebben ontvangen van de magistraat van de stad en daarna zal een nader rapport worden opgesteld; ten slotte te permitteren aan de supplianten om de bagger die ze uit de stadsdieze halen te brengen naar de nieuwe Bosdijk en die te mogen gebruiken ter verhoging van de dijk, te weten om daar een egale doorgaande hoogte te hebben,
Dat het derde, vierde en vijfde lid van het verzoek der supplianten zij heren commissarissen moeten opmerken dat het een waarheid is, dat de weg gaande naar Orthen , sedert dat die op order van de Ed: Mo: bij het aanleggen van de nieuwe werken buiten de Orthenpoort is verlaagd en versmald, veeltijds niet practicabel is geweest, dat de intentie van haar Ed: Mo: is geweest in zulk geval een andere weg of passage over de nieuwe Bosdijk aan de supplianten te vergunnen als blijkt uit haar Ed: Mo: resolutie van 24 januari 1737, dan dat de voorschreven nieuwe dijk niet de volkomen breedte heeft en hoogte, om te kunnen worden gebruikt; dat vervolgens zij heren commissarissen van gedachten zijn, dat aan de supplianten zou kunnen worden vergund om de bagger die zij krijgen door het verdiepen van de Dieze kunnen gebruikken tot verhoging en verbreding van de Bosdijk tot op een zekere bepaalde hoogte en breedte, waardoor aan de drie laatste verzoeken der supplianten enigermate zal worden voldaan.
Waarop gedelibereerd zijnde is goedgevonden en verstaan dat in het 1e lid der supplianten verzoek om stenen bogen te maken in de openingen van de steenwegen mits daarvoor een geschikte som wordt toegelegd zowel voor het maken als het onderhouden van die bogen niet kan worden getreden; dat de deliberatie over het 2e lid om een 2e sluis te leggen in de gracht van de Papenbril, zal worden uitgesteld totdat de heren commissarissen het antwoord hebben ontvangen van de magistraat van de stad en daarna zal een nader rapport worden opgesteld; ten slotte te permitteren aan de supplianten om de bagger die ze uit de stadsdieze halen te brengen naar de nieuwe Bosdijk en die te mogen gebruiken ter verhoging van de dijk, te weten om daar een egale doorgaande hoogte te hebben,
Vervolg:
in proportie van de hoogte als die dan heeft aan de sluis daarin liggende ter lengte van omtrent 60 voeten, alsmede tot verbreding van de dijk met omtrent 2 voeten, wanneer die, nadat die zal zijn gezakt, de breedte van 24 voeten Bossche maat zal hebben; dan geconsidereerd zijnde dat de voornoemde dijk uitkomt aan de polder van het Eertvelt dat dezelfde weg daarover en door zal moeten lopen en het derhalve redelijk is dat de particulieren, wiens grond zal worden geoccupeerd [= ingenomen] klachteloos worden gesteld alsmede daarop zijnde nagezien het bericht door directeur Draak gegeven zoals vermeld onder de notulen van 24 januari 1737, is goedgevonden en verstaan directeur Draak te autoriseren , om de voornoemde Bosdijk te laten hebben een behoorlijke uitweg en daarover met de geïnteresseerden in de polder van het Eertveld op approbatie van de Ed: Mo: te accorderen alsmede haar Ed: Mo: te berichten of enige en welke voorzorgsmaatregelen [precautien] zouden kunnen worden gebruikt om de schade te voorkomen die aan de bedekte weg in de nieuwe werken voor de Papenbril door het gebruik ervan met wagens en paarden in tijd en wijlen zou kunnen worden veroorzaakt.
Datering:
maandag 4 mei 1739
Pagina:
288v
Plaats:
's-Hertogenbosch / Orthen
Toegangsnummer:
178
Inventarisnummer:
Bron:
Raad van State
Geografische namen: