Archieven

557 Aan die van LAGE MIERDE is drie maanden uitstel gegund on hun verpondingsquohieren op te stellen volgens het model van Bergeijk.

118 Rekest van regeerders en inwoners van LAGE MIERDE die zich zeer beklagen dat ze in de VERPONDING ‘boven vermogen ende buijten proportie sijn aengeslagen’ nl. voor 1000 gulden terwijl ze niet meer hebben dan 262 morgens land zowel zaai- als weiland of driesen. Ze dienen een verzoek in om vermindering.

124 Rekest van Dominico van den Heuvel lid van de abdij van Postel die van de vicaris van ’s-Hertogenbosch zijn zending heeft ontvangen als pastoor te Lage Mierde in plaats en vermits het overlijden van Michael Scheffers mede geweest zijnde lid van genoemde abdij, verzoekende om een akte van admissie die hem wordt verleend omdat hij voldoet aan de eisen zoals geformuleerd in de resolutie van 19 juli 1730 en hem wordt verzocht de verklaring te ondertekenen die wordt bewaard in een speciaal register

237 Missive avn rentmeester Lyklama à Nijeholt op een rekest van de predikant en kerkenraad van Valkenswaard en Dommelen in kwartier Kempenland te kennen gevende dat haar Ed: Mo: via een resolutie van 21 februari 1727 de kerk en gemeente van Dommelen gecombineerd hebben met Valkenswaard, verzoekende rentmeester Lyklama te autoriseren zo ras als doenlijk is de supplianten in de kerk van Dommelen te voorzien van een preekstoel, stoelen, banken en wat verder nodig is volgens de gedane opneming en begroting; voorts een missive van Lyklama over de verkoop van goederen van rentegelders die achterstallige schulden hadden waarbij worden genoemd Hendrik Gerrits van den Boom te Best, Jan Dirx van Laerhoven te Moergestel, Marcelis Jacobs en Janneke Aalberts van Dooren te Lage Mierde, de weduwe Steven Quinten te Hulsel, Anthoni van der Spek te Hoge Mierde, Marcelis Wouters en en Wouter van de Sande [met details]; vervolgens missive van deze rentmeester op een rekest van Jan van Hooff te Bladel sinds 1727 pachter van de watermolen genaamd Wolfswinkel onder Bladel met verzoek om remissie op zijn pachtpenningen; idem rekest van Cathalijn Bornbergen weduwe van wijlen Hendrik Hoppenbrouwers in zijn leven molenaar op de watermolen van Westerhoven met verzoek om remissie op zijn pachtpenningen; idem rekest van de regenten van Eersel in kwartier Kempenland te kennen gevende dat de abt van Echternach als bezitter van de grote tienden aldaar gehouden is te contribueren in het onderhoud van de predikant, kerk, klokken en men verzoekt de Ed: Mo: de abt te ordonneren een tiendklok te leveren en zwaar als de vorige en het bellefort te laten repaeren, als ook het bezorgen van een zilveren beker en een tafelbord en bij weigering de supplianten te autoriseren om in plaats van de oude en gebarsten klok een andere te Amsterdam [mits die in de Meierij vergoten zelden van goed geluid zijn] ten laste van de abt te mogen verruilen