Archieven

6 Vandaag 2 september 1672 verscheen voor mij notaris residerend te Mol en getuigen jonker Wilhelmus de Bockholt drossaard van de heerlijkheid Moergestel etc. en legt op verzoek van de heer d´Arbaij sergeant-majoor ten dienste van de Prins van Oranje etc. met sr. Philip Franco een verklaring af. Hij comparant heeft op 6 juni j.l.´s-avonds omstreeks 9 of 10 uur in Brussel de eerstgenoemde requirant naar zijn huis zien komen vergezeld van zijn echtgenote en haar zuster en toen die tot aan de deur waren gekomen heeft de comparant recht tegenover zijn deur uit een herberg genoemd St. Huibrecht 4 of 5 personen zien komen gewapend met degens, messen en hebben de heer requirant aangevallen en hem onder de voet gelopen en deze ongenadig geslagen en mishandeld en hem in het hoofd gestoken en ze zouden hem zeker van het leven hebben beroofd war het niet dat zulks is belet geworden. De comparant verklaart nog dat hij comparent met de vrouw van de requirant en met de tweede requirant de andere morgen naar het huis van de luitenant is gegaan om over deze feiten te spreken en zouden verzoeken om de soldaten in hechtenis te nemen, omdat men hem al lang eerder en daarna had gedreigd te zullen vermoorden ook al zou het in zijn eigen huis zijn. Daarop had de luitenant toen hij hoorde wie het waren geweest gezegd dat hij een van hen wel kende en dat die wel tienmaal de galg had verdiend en dat het nog niet lang geleden was dat die iemand anders had vermoord en als hij hem zou tegenkomen zou hij korte metten met hem maken. Maar hij zei ook dat hij meer volk nodig had om die gevangen te nemen en dat zulks de goedkeuring nodig had van de auditeur, omdat een van hen een militair was. Daarna hebben de requiranten bericht gestuurd aan de auditeur-generaal en daarop is vervolgens door de heer provoost-generaal aan de luitenant opgedragen om voor de korporaal Carrée met 7 of 8 man man het exploit te helpen "opdrijven" met de luitenant-amptman

13 Rekest van de Baron de Glose Heer van Oukenée aan wie een paspoort is verleend vanwege het transport van drie paarden te mogen uitvoeren van Meeuwen op Waalwijk en voorts op Loon op Zand, Tilburg, Hilvarenbeek, Arendonk, Retie, Mol, den Ham en Hasselt en van daar naar Ouckenée bij Luik.

167 Rekest van Sophia Juliana barones van Leeffdael priorin van het Carmelitessenklooster te Mol in de Brabantse Kempen gelegen aan welk kloosterke men een sauvegarde verleent