Notaris Theodericus Johanneszn de Mosa, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteert, dat Johannes z.v.w. Gerlacus Knode te Boextel met toestemming van zijn vrouw Maranda dr.v.w. Petrus van Hemert, ridder, bij testament o.a. vermaakt aan het klooster B. Maria van Berna de cijnshoenderen, die hem in Vlimen toekomen, en aan het klooster Ad Coronam B. Marie (Mariënkroon) te Huesden zijn cijns in Vlimen; dit ten behoeve van jaargetijden voor hem en zijn vrouw Maranda, te houden in beide kloosters.
Notaris Theodericus Johanneszn de Mosa, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteert, dat Johannes z.v.w. Gerlacus Knode te Boextel met toestemming van zijn vrouw Maranda dr.v.w. Petrus van Hemert, ridder, bij testament o.a. vermaakt aan het klooster B. Maria van Berna de cijnshoenderen, die hem in Vlimen toekomen, en aan het klooster Ad Coronam B. Marie (Mariënkroon) te Huesden zijn cijns in Vlimen; dit ten behoeve van jaargetijden voor hem en zijn vrouw Maranda, te houden in beide kloosters.