Archieven

Johannes Lodivicus Maria Cavelier van Adrichem, grondeigenaar, Boxmeer, vader en voogd over zijn minderj. dochters Cornelia Constantia Maria Saveria 20 j. en Olivia Leopoldina Carolina Theodora Maria 19 j., uit zijn huwelijk met Antonia Josepha Maria, baronesse van Hackfort tot Oosterhout, overleden Amsterdam 26.09.1811; Leopold Frans Jan Jacob van Sasse van IJsselt, grondeigenaar, Boxmeer, toeziend voogd, benoemd 13.11.1811 door de familieraad en vrederechter David Cornelis van Lennep van het vredegerecht Amsterdam. De minderj. kinderen hebben recht op een gedeelte van de nalatenschap van ba-rones Theodora Johanna Speyart van Woerden, eerst dou-ariëre van wijlen Olivier Petrus Paulus, baron van Hackfort tot Waijenstein, laatstelijk douariëre van wijlen Maria Karel, baron van Scherpenzeel Heusch, Heer van Mierlo en Dreumel. Zij is op de Wittepoort te Neerbos bij Nijmegen overleden 13.08.1829. Familieraad: Theodorus Maria Justinus, baron Speijard van Woerden, grondeigenaar, Leeuwen; Johannes Hermanus, baron van Golstein, ritmeester bij de Kurassiers in garnizoen te Arnhem; Johannes Ludovicus, baron van Scherpenzeel Heusch, grondeigenaar, Roermond, alle drie aangehuwde ooms; Boldewijn Jozeph Hendrik Otto Anton, baron van Hugenpoth tot den Berenklaauw, neef, militie-commissaris, Eindhoven; August van de Mortel, grondeigenaar, Boxmeer, nabuur; Gerardus Tunnesen, r.k. priester en vicaris, Heijen, goede bekende. De familieraad besluit dat de nalatenschap niet aanvaard moet worden en van hetzelve afstand te doen.

Allegonda Raijmakers, weduwe van Hendrik van Dijk, dagloonster, Boxmeer, moeder en voogd van Maria en Petronella van Dijk; Willem van Dijk, metselaar, Boxmeer, als toeziend voogd; Familieraad: Antoon Berbers; Gradus Arts; Lodewijk Robben; Jan Berbers, alle vier schoenmakers; Martin Stevens, metselaar, en Jan Ambrosius, timmerman, allen naburen en goede bekenden te Boxmeer. Betreft het vervolgen van een procedure welke in het belang van de minderj. was ingesteld tegen Johannes Dominicus van London, winkelier, Cuijk, teneinde van deze toestemming te verlangen in eene verdeling van enige vaste goederen te Macharen, welke comparanten benevens gemelde minderj. en Dhr. Arnoldus Christoffel Rijke en anderen met dezelve in gemeenschap bezittende en welke verdeling gemelde van London tracht tegen te gaan. Familieraad geeft toestemming.

De familieraad moet, op verzoek van Willem Graad, landbouwer, Oeffelt, worden geraadpleegd over de toestand van Jacobus Graad, particulier, Oeffelt, daartoe gecommiteerd bij vonnis van de rechtbank van 1e aanleg te Eindhoven van 04.05.1829. Familieraad: zelfde als in vorige akte. Petrus Graad verklaard dat zijn broer wel niet van de verstandelijksten was, echter goed in staat zijnen persoon en goederen te beheren en dat hij dit kon weten daar deze bij hem inwoont. Antoon Laarakkers verklaart dat zijn zwager onbekwaam is. De overige leden verklaren niets stelligs omtrent de toestand van Jacobus te kunnen zeggen. Vrederechter verklaart dat er te weinig bewijs is geproduceerd en dat derhalve Jacobus Graad geen voogd behoeft.

Cornelis van de Groes, bouwman, Haps, vader en voogd van Francina en Anna uit zijn huwelijk met Angenis Jans; Hendrikus Dekkers, bouwman, Wanroij, toeziend voogd, benoemd 18.07.1822. Familieraad: Gradus Hartjes, aangehuwd oom, en Hendrik Cornelissen Kerkhof, grootvader, beiden landbouwers te St. Hubert; Geurt van der Goes, boerenknecht, en Jacob van de Groes, landbouwer, ooms; Peter Beelen, aangehuwd oom, landbouwer, alle drie te Haps; Martinus Cruijsen, bekende, bierbrouwer, Boxmeer. De grootvader van de kinderen, Hendrikus Cornelissen Kerkhof, heeft bij leven van zijn vrouw, bij onderhandse schuldbekentenis F 2100 geleend, nodig ter instandhouding van zijn boerderij te St. Hubert, bestaande uit twee huizen, schuur, moestuin en bijgelegen bouw- en weiland, tesamen 8 bunder groot, welke goederen voor ¼ deel aan de minderj. kinderen toe-behoren. De geldschieter wil nu zijn geld terug of de bouwhof aan de lening verbinden. Familieraad besluit dat er een notariële akte moet worden opgemaakt waarbij de bouwhof met F 2100 bezwaard wordt.