Geschiedenis van de oprichting

In nov 1908 kwamen een aantal landbouwers uit Dieden bijeen voor overleg om een boterij op te richten. De helft wilde een neutrale vereniging en de andere helft wilde een rooms-katholieke vereniging die zich bovendien zou aansluiten bij de plaatselijke Boerenbond.
Boterij schijnt overigens de benaming te zijn voor een handkrachtboterfabriekje.
Na een lezing van rijkszuivelconsulent J.J. Wintermans in december te Demen bedacht men een vereniging op te richten waarbij het voor de leden geen plicht zou zijn om lid te zijn van de Boerenbond. Later in december overlegde men welk gebouw men zou gaan gebruiken voor de boterbereiding. Na stemming werd besloten te vestigen in Dieden aan onder aan de binnendijk op het driehoekje van de gemeente achter H.E. Strik. In januari 1909 werd een voorlopig bestuur benoemd en twee boterwerkers.
De akte van oprichting inclusief statuten werd gepasseerd voor notaris Van den Bogaard te Ravenstein op 5 februari 1909 op het gemeentehuis te Dieden.
Op diezelfde dag besloot men een lening aan te gaan bij de Boerenleenbank en om een gebouw voor boterbereiding te bouwen. Dit gebouw is in 1909 betrokken. Eind juni krijgt de pastoor 2,5 kg boter present voor het inzegenen van het gebouw.

In maart besloot men de fabrieksinventaris te bestellen bij de firma Grasso te Den Bosch.
Ook sluit men zich aan bij het Botercontrolestation Eindhoven om met rijksmerk te kunnen verkopen.
In mei benoemde men der heer N. van Schadewijk tot boekhouder. Men gaat de boter verzenden naar de botermijn te Den Bosch per schip.
Dergelijke boterijen ontstaan eveneens in andere dorpen.
In 1913 wordt besloten een geldlening aan te gaan voor de aanschaffing van een motor om boter te maken, met name voor de boterbereiding in de zomer.
Zo draait de boterij een aantal jaren goed.
De boterij wordt uiteindelijk vrij spoedig weer opgeheven door de oprichting in 1917 van de coöperatieve stoomzuivelfabriek St. Isidorus te Ravenstein, een coöperatie voor de dorpen Deursen e.o., Dieden e.o., Neerloon, Overlangel en Ravenstein.
Het oude boterijgebouw is nu nog in gebruik als woonhuis.


bronnen:
archivalia van de boterij;
H.M.J. Elemans, Honderd jaar de hand aan de ploeg NCB Ravenstein-Herpen 1897-1997, Ravenstein 1997