Everardus van den Water en Wolterus Pijnappel, schepenen van ’s-Hertogenbosch, oorkonden dat de rechter bij een deling van twee huizen en erven in de Postelstraat en in de Vughterstraat in ’s-Hertogenbosch het eerste toegewezen heeft aan Nycolaus de Tiel, zoon van wijlen Johannes de Tiel, kleermaker, en het tweede aan Jutta, dochter van wijlen Rutgerus Keteler, op voorwaarde dat Jutta er een erfcijns uit betaalt aan Nycolaus.
Everardus van den Water en Wolterus Pijnappel, schepenen van ’s-Hertogenbosch, oorkonden dat de rechter bij een deling van twee huizen en erven in de Postelstraat en in de Vughterstraat in ’s-Hertogenbosch het eerste toegewezen heeft aan Nycolaus de Tiel, zoon van wijlen Johannes de Tiel, kleermaker, en het tweede aan Jutta, dochter van wijlen Rutgerus Keteler, op voorwaarde dat Jutta er een erfcijns uit betaalt aan Nycolaus.