Margriete van Vroelaer, moeder, en Lijsbeth Stevens, ondermoeder, van de Swesteren in de Papenhuls in ’s-Hertogenbosch, enerzijds, en Peter Wouter Symonss,, smid, eigenaar van een huis met toebehoren daar, grenzend aan het goed en de muur van de Swesteren, anderzijds, komen overeen dat Peter noch toekomstige eigenaren bouwwerken mogen maken op zijn goed waardoor de zusters niet meer vrij zijn in hun klooster of op hun hoeve doordat ze vanaf het goed van Peter gezien kunnen worden. Wel mag hij de muur ophogen, maar zonder er openingen in aan te brengen, en ze aansluiten op een dak met hemelwaterafvoer op zijn eigen goed.
Margriete van Vroelaer, moeder, en Lijsbeth Stevens, ondermoeder, van de Swesteren in de Papenhuls in ’s-Hertogenbosch, enerzijds, en Peter Wouter Symonss,, smid, eigenaar van een huis met toebehoren daar, grenzend aan het goed en de muur van de Swesteren, anderzijds, komen overeen dat Peter noch toekomstige eigenaren bouwwerken mogen maken op zijn goed waardoor de zusters niet meer vrij zijn in hun klooster of op hun hoeve doordat ze vanaf het goed van Peter gezien kunnen worden. Wel mag hij de muur ophogen, maar zonder er openingen in aan te brengen, en ze aansluiten op een dak met hemelwaterafvoer op zijn eigen goed.