Archieven

1891 Zwartzusters in 's-Hertogenbosch, 1335-1677

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

1891 Zwartzusters in 's-Hertogenbosch, 1335-1677

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Printen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Favoriet of een notitie maken

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)

Inleiding

Historisch overzicht

Inventarisatie

Aanwijzingen voor het gebruik

Regesten

1 1335-03-30.
Henricus Broc de Hellevoert, schoonzoon van wijlen Henricus de Westerhoven dekker, echtgenoot van diens dochter Katherina, en Arnoldus Buxken de Esghe, schoonzoon van diens andere dochter Elisabet, hebben verkocht voor schepenen van ‘s-Hertogenbosch aan Wunna de Traiecto Inferiori een huis, erf en hof van wijlen Henricus in de Wever Huls ten behoeve van Wunne en haar gezellen.

2 1341-04-03.
Henricus Boyen handschoenmaker heeft verkocht voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Christina, dochter van Nycholaus Bebbeken, een huis en erf in Weverhuls.

3 1342-07-14.
Christina, dochter van Nycholaus Bebbeken, heeft verkocht voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Gibo Hanscoemaker, zoon van Katherina Vos, een huis en erf in Weverhuls in ’s-Hertogenbosch.

4 1347-05-30 .
Metta en Aleydis, dochters van wijlen Ghibo Hanscoenmaker, zoon van Katherina Vos, hebben verkocht voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan meester Gerardus de Hedel, chirurg, een huis en erf in Weverhuls in ’s-Hertogenbosch.

5 1348-04-24 .
Baudekinus lapicida (steenhouwer) heeft verkocht voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Rodolfus Coyte ten behoeve van de zusters, geheten die Zwesteren, een stukje goed in ’s-Hertogenbosch aan het eind van een hof tegenover het woonhuis van zijn hofgoed, welk stukje ligt tussen het goed van genoemde zusters en een gracht, samen met een aangrenzende weg.

6 1359-10-16.
Notaris Theodericus Mathei Gheghel de Busco oorkondt dat Margareta de Vucht geschonken heeft aan Heilewigis dochter van Hadewigis Stripen en de zusters, geheten Zwesteren, het huis en erf waar Heilewigis en de in vrijwillige armoede levende zusters nu wonen, vroeger van de begijn Metta de Empel, gelegen in ’s-Hertogenbosch bij het Begijnhof ter plaatse geheten Triniteyt.

7 1360-12-17 .
Johannes, zoon van wijlen Lucia de Straten, heeft beloofd voor schepenen van ’s-Hertogenbosch te betalen aan Christianus, zoon van wijlen Jordanus de Straten schoenmaker, een erfpacht van een halve mud rogge uit een stuk grond geheten die Wyacker in Straten onder Oirschot.

8 1361-02-10.
Notaris Theodericus de Yper de Buscoducis oorkondt dat Agnes de Sconove, moeder (‘martha’) van de Suesteren in ’s-Hertogenbosch op de Weverhuls, Heylwigis de Arendonc, meesteres van het gasthuis gesticht door Henricus de Neynsel, en Grieta de Vucht, moeder (‘martha’) van de Swesteren in ’s-Hertogenbosch op de Triniteyt, verklaren dat Rodolfus Kent, burger van ’s-Hertogenbosch, renten nagelaten heeft aan genoemde conventen met als getuigen Arnoldus Kent, zoon van Wendelmoda, echtgenote Rodolfus, en broeder Johannes de Tiela, lollard. Op hun verzoek en met als getuigen Henricus de Neynsel, deken van Cuijk, en Hermannus Carnificis verklaart Arnoldus dat zijn vader uit een rente van 30 schelling groten uit onderpanden in Rosmalen 10 schelling geschonken had aan de predikheren in ’s-Hertogenbosch en 5 schelling ieder aan de Suesteren op de Weverhuls, de Suesteren op de Triniteyt, het hospitaal van Henricus de Neynsel en de infimerie van het Groot Begijnhof ook. Hieruit moesten de legatarissen jaarlijks 5 schelling betalen aan de kloosterlingen van Porta Celi. Gedaan in het huis of convent van de Suesteren op de Weverhuls.

9 1368-01-13 .
Mathyas Mutsart heeft beloofd voor schepenen van ’s-Hertogenbosch te betalen aan zijn broer Albertus een erfcijns uit een deel van goederen in de Beurdsestraat in ’s-Hertogenbosch.

10 1377-10-03 .
Meester Gerardus de Hedel heeft verkocht voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Jacobus de Berze, zoon van Willelmus Vos de Berze, een huis en erf in ’s-Hertogenbosch in de Weverhuls.

11 1377-10-03 .
Meester Gerardus de Hedel chirurgijn heeft verkocht voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Jacobus de Berze, zoon van wijlen Willelmus Vos de Berze, een erfcijns uit een huis en erf in ’s-Hertogenbosch in de Weverhuls, grenzend aan een zijde aan goed van de Swesteren.

12 1378-02-22 .
Jacobus, zoon van wijlen Willelmus Vos de Berze, heeft verkocht voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Adam de Mierde een erfcijns uit een huis en erf in ’s-Hertogenbosch in de Papenhuls, grenzend aan een zijde aan goed van de Swesteren, en uit goederen tegenover de Papenhuls.

13 1390-10-27 .
Godefridus Visscher heeft verkocht voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Henricus de Eycke, timmerman, een cijns in de Beurdsestraat in ’s-Hertogenbosch.

14 1393-01-30 .
Henricus de Eycke, timmerman, heeft overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Yda, weduwe van Henricus Marien, een cijns in de Beurdsestraat in ’s-Hertogenbosch.

15 1401-11-28 .
Weyndelmodis Worms, Aleydis dochter van wijlen Gerardus Loyen, Cristina dochter van Arnoldus Hermans, Elizabeth Nouden(?), Nella de Oyen, Metta de Os, Heylwigis van Bucstel, Jutta de Eyndoven en Lana de Loen, zusters van de Derde Orde van Sint-Franciscus, wonend in ’s-Hertogenbosch in Wever Huls op het erf en in het huis van wijlen Jacobus de Berze, grenzend enerzijds aan goed van de Swesteren, hebben verkocht voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Arnoldus Hermanssoen genoemd huis van Arnoldus de Berze.

16 1402-08-16 .
Goeswinus zoon van wijlen Borchardus de Zulikem, steenkapper, heeft verkocht voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Hilla de Hoesden ten behoeve van haar en de Swesteren een stukje van een goed in ’s-Hertogenbosch op de Papenhuls, grenzend aan het voorste stuk van het huis van de Swesteren, die daar wonen, met als voorwaarde dat, als de Swesteren daar een deur willen maken naar de weg, die deur vier voet breed zal zijn.

17 1402-11-02 .
Echtgenoten van Agnes en Truda, dochters van wijlen Godefridus die Visscher zoon van Henricus die Visscher, lakenscheerder, hebben verkocht voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Henricus de Boert, zoon van wijlen Johannes die Writer, een goed in ’s-Hertogenbosch in de Beurdsestraat.

18 1404-02-07 .
Godefridus Sceynckel heeft overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Henricus de Boert, zoon van Johannes die Writer, een deel van een erfcijns uit een goed in ’s-Hertogenbosch in de Beurdsestraat.

19 1408-03-31? .
Walterus zoon van Engbertus van den Hezeacker, zijn dochter Hilla en Symon zoon van wijlen Lambertus van der Ryt hebben verkocht voor schepenen van ‘s-Hertogenbosch aan Henricus die Meyer de Venloen een erfpacht uit goederen in Loon op Zand.

20 1408-04-05 .
Johannes zoon van Walterus zoon van Engbertus van den Hezeacker gaat akkoord voor schepenen van ’s-Hertogenbosch met de verkoop door Walterus zoon van Engbertus van den Hezeacker, zijn dochter Hilla en Symon zoon van wijlen Lambertus van der Ryt aan Henricus die Meyer de Venloen van een erfpacht uit goederen in Loon op Zand.

21 1409-04-20 .
Kinderen van Engbertus Ludinc Pijnappel hebben in erfcijns gegeven voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Nycholaus Coel Roelen soen een stukje land geheten die Scaepsweyde in Hynen in Rosmalen.

22 1409-04-26 .
Gerardus van Berkel, Bartholomeus Spierinc en Henricus Becker, schepenen van ’s-Hertogenbosch, oorkonden dat de rechter in ’s-Hertogenbosch op verzoek van Elizabeth weduwe van Jacobus de Uden, Nycholaus Coel Roelen soen en de kinderen van Engbertus Ludinc Pijnappel goederen verdeeld heeft in Hynen in Rosmalen.

23 1410-04-03 .
Wouterus zoon van wijlen Engbertus van den Hezeacker, zijn dochter Aleydis en zijn schoonzoon Franco zoon van Walterus Piggen hebben verkocht voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Henricus die Meyer van Venloen een erfpacht uit Wouterus’ woonhuis, erf en hof in Loon op Zand bij Craenvenne, uit een huis met toebehoren in Udenhout onder Oisterwijk en uit een beemd daar.

24 1411-03-31 .
Godefridus de Driel heeft verkocht voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Gerardus Wilde een huis en erf in de Beurdsestraat in ’s-Hertogenbosch en andere opgewonnen goederen van Petrus zoon van Petrus Tymmerman de Nysterle.

25 1411-07-10 .
Franco zoon van Walterus Piggen soen, echtgenoot van Hilla, dochter van Walterus zoon van wijlen Engbertus van Hezeacker en van Gertruda dochter van Wijnricus die Scuver, heeft verkocht voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Henricus die Meyer van Venloen een erfpacht uit een deel van een hoeve in Loon op Zand.

26 1411-10-16 .
Gerardus Wilde en Johannes Mol, meesters van het gasthuis van Arnoldus van de Auen in de Orthenstraat in ’s-Hertogenbosch, en Johannes Molle Willemssoen hebben overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Henricus van Voert, zoon van wijlen Johannes Writer, een huis en erf en erfcijnzen, onder andere uit dat huis en uit goederen van Petrus zoon van Petrus Tymmerman de Nystelre.

27 1413-01-12 .
Franco zoon van wijlen Wolterus Piggen soen heeft verkocht voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Henricus die Meyer van Venloen een erfpacht uit een deel van een hoeve in Loon op Zand.

28 1413-01-12 .
Wijtmannus zoon van Petrus Huben soen, echtgenoot van Aleydis dochter van Wolterus zoon van wijlen Engbertus van den Hezeacker, heeft verkocht voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Henricus die Meyer de Venloen een erfpacht uit een deel van een hoeve in Loon op Zand.

29 1413-10-19.
Johannes die Zwart lakenverver heeft overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan meester Godefridus de Rode een deel met de gebouwen van een achterhuis in de Weverhuls in ’s-Hertogenbosch met een lengte van 34½ voet en enkele delen van straten.

30 1417-10-14.
Jacobus Betten heeft overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Henricus die Meyer de Venloen een huis, erf, schuur en hof in Loon op Zand, de helft van een weg, en enkele goederen daar.

31 1419-06-10.
Henricus Marien(?) zoon van wijlen Henricus Marien en … hebben overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan zijn broer Johannes Marien….in de Beurdsestraat in ’s-Hertogenbosch.

32 1421-12-20.
Wolterus Spierinc heeft overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Goeswinus zoon van wijlen Johannes Hellinc een deel uit een goed aan het eind van de Hinthamerstraat in ’s-Hertogenbosch en het recht gebouwen te zetten op een aangelegen weg.

33 1422-02-10 .
Henricus die Meyer zoon van wijlen Wijnricus Snyder heeft in erfpacht gegeven voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Gerardus die Weert zoon van wijlen Henricus land in Loon op Zand met enkele beperkingen.

34 1422-06-27.
Arnoldus zoon van Johannes Multor de Kilsdonc heeft verkocht voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Jacobus de Vladeracken een erfpacht uit goederen in Boekart en Die Hulsacker in Dinther.

35 1425-09-18.
Wolterus zoon van Wolterus Roelofs heeft beloofd voor schepenen van ’s-Hertogenbosch te betalen aan Henricus die Meyer zoon van wijlen Wijnricus Siver(!) een erfpacht uit goederen in Loon op Zand.

36 1426-04-20.
Godefridus de Lit alias Crudener heeft erkend dat Wolterus Spierinc, (hoppen)brouwer, vanaf nu het recht heeft te bouwen en zijn gebouwen te plaatsen op een weg in ’s-Hertogenbosch over de Geerlingsebrug onder nadere voorwaarden.

37 1426-05-24.
Gerardus Mol die Driel heeft verkocht voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Hubertus Carnauwe zoon van wijlen Johannes twee opgewonnen kamers in ’s-Hertogenbosch in de Beurdsestraat over de Beurdsebrug.

38 1426-05-25.
Johannes zoon van Henricus Marien heeft beloofd voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Hubertus Carnauwe zoon van wijlen Johannes dat hij zijn dochter Margareta bij haar meerderjarigheid afstand zal laten doen van twee kamers in ’s-Hertogenbosch in de Beurdsestraat over de Beurdsebrug.

39 1426-05-25.
Johannes zoon van wijlen Henricus Marien heeft beloofd voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Hubertus Carnauwe dat hij Hubertus schadeloos zal stellen, als Hubertus meer dan een bepaald bedrag moet betalen uit twee kamers in de Beurdsestraat in ’s-Hertogenbosch over de Beurdsebrug.

40 1427-01-21.
Henricus de Vosberch, echtgenoot van Zweveldis dochter van Bodo de Zanthis heeft in erfcijns gegeven voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Aelwinus zoon van wijlen Johannes van der After huis en erf in ’s-Hertogenbosch tegenover de Orthenstraat boven de haven buiten de oude stadsmuur.

41 1430-08-21.
Christina dochter van wijlen Arnoldus Hermans soen, zuster van de Derde Orde van Sint-Franciscus, heeft overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Margareta de tZyrixzee als rectrix van het zusterhuis geheten die Swesteren, wonend op de Papenhuls, het hele deel en alle recht dat ze heeft in een huis, erf en hof in ’s-Hertogenbosch op de Papenhuls, grenzend enerzijds aan goed van de kinderen geheten Die Vondelinge en anderzijds aan goed van de Swesteren.

42 1431-06-20.
Henricus de Aken zoon van wijlen Alexius Lexus de Aken, echtgenoot van Lana dochter van Johannes de Scijnle en wijlen Elysabeth, heeft in erfcijns gegeven voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Johannes zoon van wijlen Bartholomeus de Colle zoon van Rodolphus Happen een huis en hof in de Hinthamerstraat in ’s-Hertogenbosch.

43 1431-06-20.
Johannes de Scijnle zoon van wijlen Gerardus Witmery, weduwnaar van Elisabeth dochter van wijlen Heymannus Claes soen, heeft overgedragen aan meester Martinus de Zoemeren ten behoeve van Lana dochter van genoemde Johannes , vrouw van Henricus de Aken zoon van wijlen Alexius Lexus de Aken, het vruchtgebruik in een huis en erf in ’s-Hertogenbosch in de Hinthamerstraat.

44 1431-06-20.
Henricus de Aken zoon van wijlen Alexius Lexus de Aken, echtgenoot van Lana dochter van Johannes de Scijnle en wijlen Elysabeth, heeft in erfcijns gegeven voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Johannes zoon van wijlen Bartholomeus de Colle zoon van Rodolphus Happen een huis en hof in de Hinthamerstraat in ’s-Hertogenbosch.

45 1431-06-20.
Henricus de Aken zoon van wijlen Alexius Lexus de Aken, echtgenoot van Lana dochter van Johannes de Scijnle en wijlen Elysabeth, heeft in erfcijns gegeven voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Johannes zoon van wijlen Bartholomeus de Colle zoon van Rodolphus Happen een huis en hof in de Hinthamerstraat in ’s-Hertogenbosch.

46 1431-10-22.
Petrus Crom, deken, en het kapittel van de Sint-Jan in ’s-Hertogenbosch erkennen verkocht te hebben aan enkele vrouwen, geheten Swesteren, van deze stad een erfcijns uit een goed, vroeger van Elizabeth Bathen, daarna van Jacobus de Beerze en Arnoldus Hanscomeker, nu van genoemde vrouwen.

47 1433-03-11 .
Frater Johannes de Roesmalen, van de Derde Orde van Sint-Franciscus, zoon van wijlen Gerardus Wouterssoen, heeft beloofd voor schepenen van ’s-Hertogenbosch een cijns van 1 kroon uit goederen in de Kolperstraat in ’s-Hertogenbosch na zijn dood aan Engbertus Ludinck Colensoen te laten komen.

48 1433-10-21.
Notaris Johannes Gruyter oorkondt dat Elizabeth weduwe van Henricus de Eyndhoven, nu echtgenote van Bartholomeus Suetrick poorter van ’s-Hertogenbosch, haar testament maakt waarbij ze geld schenkt aan de kerkfabrieken van Luik en ’s-Hertogenbosch, en schenkingen doet aan particulieren en aan de volgende geestelijke instellingen, deels voor jaargetijden of met andere voorwaarden: deken en kapittel van de Sint-Jan, de arme zusters geheten die Zwesteren wonend op de Papenhuls, de zusters van de Derde Regel van Sint-Franciscus wonend op de Papenhuls, de arme zusters van Maria Magdalena in de Peperstraat, de priesters en kapelanen in de Sint-Jan, allen in ’s-Hertogenbosch, de arme vrouwen die in Oirschot bij de kerk wonen tegenover het goed van heer Lippertus de Heersel bij de kerkweg, welk huis Henricus en Elizabeth beloofd hadden aan deze arme vrouwen, de reguliere kanunniken op Die Haghe bij Eindhoven, de begijnen van het Groot Begijnhof in ‘s-Hertogenbosch die wonen in het door Petrus Gorter gebouwde huis, de kartuizers van Geertruidenberg, de reguliere kanunniken van Sint-Pieterswiel bij Zaltbommel, de bernardieten in Heusden, en in ’s-Hertogenbosch de armen van het Groot Gasthuis, de predikheren en de cellebroeders, de begijn Elizabeth Regenberch en na haar dood de arme begijnen in de infimerie boven het begijnhof, de zusters van de Derde Regel van Sint-Franciscus op de Uilenburg en de kluizenares(sen) boven het Groot Begijnhof. Gedaan in hun woonhuis op de Papenhuls.

49 1435-05-18.
Henricus van den Lande zoen en Johannes zoon van wijlen Gerardus van Duer hebben afstand gedaan voor schepenen van ’s-Hertogenbosch ten behoeve van Thomas zoon van wijlen Everardus van Meynsel van een huisplaats in Hintham.

50 1437-02-14 .
Schepenen van Heesch oorkonden dat Jan zoon van wijlen Roelof opgedragen heeft aan Lambert den Scriter ten behoeve van Yda Ians dochter en haar kinderen die ze van Lambert heeft en nog zal krijgen een stuk land in Heesch.

51 1437-02-15 .
Engbertus Ludinc Colen soen, zijn zuster Elysabeth en Petrus natuurlijke zoon van wijlen Rodolphus Colen soen hebben afstand gedaan voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Johannes Colen van land in Rosmalen in Hynen en een deel van een cijns uit Dat Rullen daar.Engbertus Ludinc Colen soen, zijn zuster Elysabeth en Petrus natuurlijke zoon van wijlen Rodolphus Colen soen hebben afstand gedaan voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Johannes Colen van land in Rosmalen in Hynen en een deel van een cijns uit Dat Rullen daar.

52 1437-02-15 .
Engbertus Ludinc Colen soen en zijn broer Johannes Colen soen hebben afstand gedfaan voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan hun zuster Elysabeth en aan Petrus natuurlijke zoon van wijlen Rodolphus Colen soen land in Rosmalen in Hynen en een deel van een cijns uit Dat Rullen daar.

53 1437-04-26.
Thomas zoon van wijlen Everardus van Meynsel heeft overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Geerlacus zoon van wijlen Johannes van den Horinc een huisplaats en een deel uit een goed in Hintham.

54 1438-03-03 .
Schepenen van Heesch oorkonden dat Bollen zoon van wijlen Jan van Uden opgedragen heeft aan Bits zoon van wijlen Jan van Brede land in Heesch.

55 1438-06-29.
Schepenen van Heesch oorkonden dat Jan zoon van wijlen Wellen Dubbeler opgedragen heeft aan Andryes zoon van wijlen Jan Cremer een stuk land in Heesch in een hofstad aan Den Huevelecker.

56 1442-09-01.
Johannes Kepken, priester, coadiutor bij de bediening van de sacramenten in de Sint-Jan in ’s-Hertogenbosch, oorkondt dat Renna, dochter van wijlen Johannes die Visscher en vrouw van Mathias zoon van Henricus Belen soen, poorteres van ’s-Hertogenbosch, voorzien van de laatste sacramenten haar testament maakt waarbij ze geld geeft aan de kerkfabrieken van Sint-Lambertus in Luik en Sint-Jan in ’s-Hertogenbosch, aan het beeld van Maria, de kapelanen en de kosters in de Sint-Jan en aan de zusters geheten Swesteren daar; roerende goederen en geld aan haar familieleden, geld aan de minderbroeders in ’s-Hertogenbosch en aan minderbroeder Henricus de Spranck. Ze wenst dat haar dochter Jutta met al haar goederen intreedt in de gemeenschap van de Swesteren en daar haar leven lang blijft. Mocht Jutta tussentijds uittreden dan komen haar goederen weer aan Jutta.

57 1444-11-21.
Wolterus Vuchs en Ghijselbertus Haeck, rectoren van het Groot Gasthuis in ’s-Hertogebosch bij de Gevangenpoort, hebben overgedragen voor schepenen van ‘s-Hertogenbosch aan Lambertus de Doernen zoon van Christianus ten behoeve van de Swesteren die gemeenschappelijk in die straat wonen, de helft van een huis, erf en hof in een straat geheten Papenhuls, grenzend aan goed van de Swesteren.

58 1446-05-05.
Willelmus zoon van Johannes Schijndelman heeft beloofd voor schepenen van ’s-Hertogenbosch te betalen aan Henricus en Gerungius, zonen van wijlen Ambrosius Jans soen, een erfcijns uit een deel van een wei in Schijndel aan het Wybosch.

59 1447-01-30 .
De officiaal van Luik draagt op aan notaris Godefridus Hels minuten te ingrosseren uit de protocollen van zijn overleden ambtsgenoot Johannes Gruyter.

60 1447-03-10 .
Andreas die Lu en Symon die Hoesch, schepenen in ’s-Hertogenbosch, geven vidimus van de schepenakte van 1410-04-03 en oorkonden dat Zusanna, weduwe van Engbertus zoon van wijlen Nycolaus Coel Roelen soen, beloofd heeft deze akte te bewaren voor zichzelf en voor Johannes Dicbier, zoon van wijlen Nycolaus Coel Roelen soen.

61 1450-11-21.
Notaris Godefridus Hels oorkondt dat hij in opdracht van de officiaal van Luik van 1447-01-30 een grosse uitvaardigt van wijlen Johannes Gruyter van 1433-10-28.

62 1451-05-26.
Everardus van den Water en Wolterus Pijnappel, schepenen van ’s-Hertogenbosch, oorkonden dat de rechter bij een deling van twee huizen en erven in de Postelstraat en in de Vughterstraat in ’s-Hertogenbosch het eerste toegewezen heeft aan Nycolaus de Tiel, zoon van wijlen Johannes de Tiel, kleermaker, en het tweede aan Jutta, dochter van wijlen Rutgerus Keteler, op voorwaarde dat Jutta er een erfcijns uit betaalt aan Nycolaus.

63 1451-07-05.
Gerardus Mol de Driel heeft verkocht voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Petrus Keelbreker de helft van een kamer met de ondergrond in Beurde in ’s-Hertogenbosch, opgewonnen wegens wanbetaling van een daarop in 1361 overgedragen cijns ten behoeve van de Tafel van de Heilige Geest in ’s-Hertogenbosch.

64 1452-02-04.
Kinderen van Johannes Jacobs soen hebben overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Rodolphus zoon van wijlen Willelmus Roelofs soen een erfpacht uit een huis en hof in Heesch.

65 1452-10-24.
Elizabeth weduwe van Johannes, zoon van wijlen Bartolomeus de Colle zoon van wijlen Rodolphus Happen, heeft overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Godefridus Boest ten behoeve van hun kinderen het vruchtgebruik in de helft van een huis en erf in de Hinthamerstraat in ’s-Hertogenbosch.

66 1453-03-17.
Gerardus Mol de Driel heeft verkocht voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Johannes Kanapart zoon van wijlen Lodovicus een huis, erf en hof in Heesch bij de kerk wegens wanbetaling van een erfcijns van een daarop in 1442 overgedragen erfpacht.

67 1454-05-30.
Jacobus zoon van wijlen Johannes Truyen, echtgenoot van Elisabeth dochter van wijlen Henricus de Aken, heeft overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Ghiselbertus Vullinck, zoon van wijlen Ghiselbertus Vullinck, de helft van een cijns uit een huis en erf in de Hinthamerstraat in ’s-Hertogenbosch.

68 1456-01-08.
Johannes Maerkolff, zoon van wijlen Arnoldus Maerkolff, heeft in erfpacht gegeven voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Petrus zoon van wijlen Lambertus Luijthannen soen een huis, erf, schuur met toebehoren in Belver in Berlicum, Den Poetacker daar in Rozendael, Den Leeurikenberch, land in die Honsmeer en nog meer landerijen.

69 1456-01-27.
Johannes de Loemel zoon van Engbertus de Loemel, echtgenoot van Margareta dochter van Johannes Dicbier zoon van wijlen Nycolaus Coel Roelen soen, heeft overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan meester Arnoldus de Weilhusen een erfpacht uit goederen in Loon op Zand.

70 1456-01-27 .
Meester Arnoldus de Weilhusen heeft overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Lambertus de Doernen, zoon van Christianus, ten behoeve van Johannes de Loemel, zoon van Engbertus de Loemel, een erfpacht uit goederen in Loon op Zand.

71 1456-04-02.
Zuster Geertrudis, moeder van het huis van de Swesteren in ’s-Hertogenbosch op de Papenhuls, heeft overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Henricus Hoernken, zoon van wijlen Arnoldus, een erfpacht uit een stukje land geheten Dat Arkenschot in Scadewijc in Herpen, testamentair verkregen van zuster Jutta, dochter van Nenne, dochter van Johannes de Visschel, poorter van ’s-Hertogenbosch, en Oda, dochter van een zekere Post de Dormalen.

72 1457-03-30.
Johannes Vairlair, bontwerker, heeft aanspraak gemaakt voor schepenen van ’s-Hertogenbosch op zijn vernaderingsrecht ten aan zien van de overdracht van een huis en erf in de Hinthamerstraat en de helft van een erfcijns door Henricus, zoon van wijlen Johannes die Lange, die dit erkend heeft.

73 1457-03-30.
Johannes Vairlair, bontwerker, heeft voor schepenen van ’s-Hertogenbosch afstand gedaan van zijn vernaderingsrecht ten behoeve van Henricus, zoon van wijlen Johannes die Lange, ten aan zien van een huis en erf in de Hinthamerstraat en de helft van een erfcijns.

74 1458-07-29.
Petrus Keelbreker heeft overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Arnoldus Mutsart, Godefridus Poynenborch en Petrus Priker een huis en erf, vroeger de helft van een kamer, in Beurde in ’s-Hertogenbosch.

75 1458-08-02.
Arnoldus Mutsart, Godefridus Poynenborch en Petrus Priker hebben overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Engbertus de Lommel zoon van wijlen Engbertus een huis en erf, vroeger de helft van een kamer, in Beurde in ’s-Hertogenbosch.

76 1459-05-04.
Belia dochter van wijlen Godefridus de Zeelst heeft overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Lambertus de Doernen zoon van Christianus ten behoeve van het Groot Gasthuis de helft van een erfcijns uit een huis en erf in de Beurdsestraat, uit een erfcijns en uit twee aangrenzende kamers in ’s-Hertogenbosch.

77 1460-02-05.
Schepenen in Bakel oorkonden dat Jan Arnt Korstiaens soen verkocht heeft aan Arnt Arnt Juttensoens soen een stuk beemd in Bakel.

78 1460-03-22.
Henricus zoon van wijlen Lambertus van der Stegen heeft overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Rutgerus de Arkel ten behoeve van de zusters in het huis van de Swesteren aan de Papenhuls alle goederen die hij verkreeg door en na de dood van zijn zuster Jutta, die daar zuster was.

79 1462-08-18.
Rectoren van het Groot Gasthuis in ’s-Hertogenbosch, tevens executeurs-testamentair van priester Christianus de Waelhoven, rector van het altaar van Sint-Barbara in de kapel van de schutters, hebben overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan de zusters geheten Swesteren de helft van zijn woonhuis met hof en achterhuis in de Papenhuls, die hij bestemd had voor het altaar, terwijl hij de andere helft bestemd had voor de armen van het gasthuis in ‘s-Hertogenbosch.

80 1462-08-18.
Johannes Amelrici, rector van het altaar van Sint-Barbara in de kapel van de schutters, heeft verklaard voor schepenen van ’s-Hertogenbosch dat hij het geld uit de helft van een huis, erf en hof van wijlen heer Christianus de Waelhoven, overgedragen aan de Swesteren op de Papenhuls, gebruikt heeft voor de aankoop van een woonhuis in de Peperstraat, waar vroeger kanunnik Gijselbertus Back woonde.

81 1464-03-16.
Franco de Uden zoon van wijlen Arnoldus de Uden heeft verklaard voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Zegerus de Brede zoon van wijlen Benedictus Bits de Brede dat laatstgenoemde een erfpacht uit goederen in Heesch en elders onder bepaalde voorwaarden kan lossen.

82 1464-07-10.
Ludovicus de Bourbon, bevestigd elect van Luik, oorkondt dat hij het huis van de cellezusters in ’s-Hertogenbosch verheft tot een klooster onder de Regel van Augustinus en geeft hun als visitator de prior van het regulierenklooster van Eindhoven, die een van de zusters op advies van de conventsleden tot rectrix zal aanstellen. Tevens geeft hij voorschriften over de minimumleeftijd van intrede, de kleding, de getijden, de vasten, de biechtvader en de kapel met een draagbare altaarsteen.

83 1468-12-06.
Notaris Franco de Langhel oorkondt dat Arnoldus Stamelaert, zoon van Henricus en raad van ’s-Hertogenbosch, zijn testament gemaakt heeft waarin hij zijn vorige testament voor notaris Gerardus Lamberti de Beerlikem herroept, geld legateert aan de kerkfabriek van Sint-Lambert in Luik en de fabriek, kapelanen en kosters van de kerk van Maria en Sint-Jan in ’s-Hertogenbosch, en onder vele andere schenkingen, vermeld in zijn volledig uitgeschreven testament, aan de Swesteren van de orde van Sint-Augustinus op de Papenhuls in ‘s-Hertogenbosch legateert een erfpacht uit Die Wijacker in Straten onder Oirschot, op voorwaarde dat de zusters zullen bidden voor het zielenheil van Arnt en zijn vrouw Elisabeth en voor hun zoon Henricus Stamelaert, toen hij leefde kruisbroeder in Keulen. Gedaan in het woonhuis van de testator in den Zijle op een bovenkamer.

84 1469-03-21.
Engbertus de Loemel zoon van wijlen Engbertus heeft overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan meester Willelmus de Busco ten behoeve van Engbertus en de andere kinderen van wijlen Johannes zoon van genoemde wijlen Engbertus een huis en erf in ’s-Hertogenbosch in Beurde.

85 1469-10-04.
Wolterus zoon van wijlen Arnoldus Smeeds heeft overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Johannes de Vladeracken zoon van wijlen Mathias de helft in een huisplaats in Hintham en in een deel van een goed daar.

86 1471-04-11.
Johannes Moens ketelmaker zoon van wijlen Paulus heeft erkend voor schepenen van ’s-Hertogenbosch te betalen aan Jacoba, weduwe van Rutherus die Bruijn, en haar zoon Nycolaus een erfcijns uit een huis , erf, hof en achterhuis over de Geerlingse brug aan het eind van de Hinthamerstraat in ’s-Hertogenbosch.

87 1472-12-16.
Matheus Lu, zoon van wijlen Johannes slager, weduwnaar van Bela, dochter van wijlen Theodericus van der Donck, heeft overgedragen voor schepenen van ‘s-Hertogenbosch aan Agnes, weduwe van Johannes Molner die hanschoenmeker, het vruchtgebruik in de helft van een erfpacht uit goederen in Heesch in Die Hoeve en uit een stukje bouwland geheten Die Cloet daar in Roetart.

88 1473-01-19.
Johannes van den Broeck zoon van wijlen Ghiselbertus heeft verkocht voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Engbertus de Loemel zoon van wijlen Engbertus een erfcijns uit een huis en erf in de Vughterstraat en uit een kamp in Maren in Paddelaer.

89 1473-10-06.
Kinderen van Katherina en wijlen Coenrardus de Haren hebben overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan hun broer Anthonius hun deel in een erfcijns uit een goed in de Vughterstraat in ’s-Hertogenbosch.

90 1474-03-22.
Johannes de Vladeracken zoon van wijlen Mathias heeft overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Jacobus zoon van wijlen Johannes Buelen soen een huisplaats in Hintham en in een deel van een goed daar.

91 1475-05-31.
Notaris Johannes Amelrici de Buscoducis oorkondt dat Ermbertus de Loemel vastlegt, om aanspraken van zijn kinderen, zijn tweede vrouw en de Swesteren te voorkomen, dat zijn dochter Catherina ingetreden is bij de Swesteren voordat zij de Regel van Sint-Augustinus aannamen en dat hij van haar geld en kleinodiën lang tevoren met haar toestemming erfgoederen gekocht heeft. Hij legateert geld aan Sint-Lambert en aan de bouw van de Sint-Jan en de Mariakapel. Een erfcijns ter waarde van 30 pond draagt hij na zijn dood over aan Henrick den Gruyter, rentmeester van het kapittel van Sint-Jan, om ze volgens Catherina’s wensen te beheren, en hij verklaart deze overdracht voor onherroepelijk.

92 1477-11-12.
Ludovicus de Bourbon, bisschop van Luik, oorkondt dat hij het huis van de cellezusters in ’s-Hertogenbosch, dat hij Nazareth genoemd heeft, verheft tot een klooster onder de Regel van Augustinus en geeft de zusters het recht een prior of prelaat van een geschikte orde als visitator te kiezen, die een van de zusters op advies van de conventsleden tot rectrix zal aanstellen. Tevens geeft hij voorschriften over de minimumleeftijd van intrede, de kleding, de getijden en de vasten, zoals in zijn oorkonde van 1464-07-10 en geeft hij aanvullende voorschriften over de kapel, waar een vast altaar met eraan verbonden priester kan komen.

93 1480-08-21.
Henricus van den Kerckhoff heeft overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Gertrudis, weduwe van Henricus die Lange alias in den Ancker, een erfcijns uit een huis en erf aan het eind van de Hinthamerstraat in ’s-Hertogenbosch.

94 1481-04-06.
Henricus Bredebaert heeft verkocht voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Wolterus Beytels zoon van wijlen Theodericus bouwland in Heesch in Die Hoeven en bouwland geheten Die Cloot op Roetart daar, opgewonnen wegens wanbetaling van een erfpacht.

95 1483-06-30.
Wolterus Beytels zoon van wijlen Theodericus heeft overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Henricus zoon van wijlen Rodolphus Willems soen bouwland in Heesch in Die Hoeven en bouwland geheten Die Cloot op Roetart daar, en een erfpacht hieruit.

96 1484-02-05.
Gerardus zoon van wijlen Petrus de Vucht heeft verklaard voor schepenen van ’s-Hertogenbosch hoe Johannes zoon van Godefridus alias die Coster bij hem kan lossen de erfpacht uit een hofstede, uit een ‘geerken’, uit land in Die Braken, uit land geheten Die Verrenbrake, uit land in Tylrot, uit land geheten Die Hasselt, uit land in Den Muller, uit land bij Dat Swartvenne en andere landerijen in Heesch.

97 1485-07-04.
Anthonius van den Hoevel zoon van wijlen Jacobus heeft verkocht aan meester Willelmus de Busco ten behoeve van de zusters van de Regel van Sint-Augustinus, geheten Nazareth, huis, erf, hof en achterhuis op de Papenhuls in ’s-Hertogenbosch, grenzend aan het klooster deze zusters en de gracht van de begijnen, met als last een cijns aan de rector van het altaar in de kerk van de begijnen.

98 1485-07-04.
Heer Amelius van den Hoevel heeft zich voor schepenen van 's-Hertogenbosch beroepen op zijn vernaderingsrecht met betrekking tot huis, erf, hof en achterhuis op de Papenhuls, overgedragen aan meester Willelmus de Busco ten behoeve van de zusters van het klooster van de Regel van Augustinus, geheten Nazareth, door Anthonius van den Hoevel zoon van wijlen Jacobus, en de zusters hebben zijn recht erkend.

99 1485-07-04.
Heer Amelius van den Hoevel heeft zich beroepen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch op zijn vernaderingsrecht met betrekking tot huis, erf, hof en achterhuis op de Papenhuls, overgedragen aan meester Willelmus de Busco ten behoeve van de zusters van het klooster van de Regel van Augustinus, geheten Nazareth, door Anthonius van den Hoevel zoon van wijlen Jacobus; de zusters hebben vervolgens zijn recht erkend en Amelius heeft zijn recht overgedragen aan de zusters.

100 1486-06-02.
Gerardus zoon van wijlen Gregorius Erenbertss. en Petrus de Ghijsenroede zoon van wijlen Johannes, echtgenoot van Ermgardis, dochter van genoemde Gregorius, hebben afstand gedaan voor schepenen van ’s-Hertogenbosch van hun rechten op een hofstede, een ‘geerken’, land in Die Braken, land geheten Die Verrenbrake, land in Tylrot, land geheten Die Hasselt, land in Den Muller, land bij Dat Swartvenne en andere landerijen in Heesch.

101 1487-03-27.
Heylwigis dochter van wijlen Johannes Markolff heeft overgedragen voor schepen van ’s-Hertogenbosch aan haar kinderen het vruchtgebruik in een erfpacht uit een huis, erf, schuur met toebehoren in Belver in Berlicum, Den Poetacker daar in Rozendael, Den Leeurikenberch, land in die Honsmeer en uit nog meer landerijen.

102 1487-03-27.
Johannes en Bertha, kinderen van Heylwigis, dochter van wijlen Johannes Mairkolff, hebben overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan jonkvrouwe Heylwigis dochter van wijlen Godefridus Schilder een erfpacht uit een huis, erf, schuur met toebehoren in Belver in Berlicum, Den Poetacker daar in Rozendael, Den Leeurikenberch, land in die Honsmeer en uit nog meer landerijen.

103 1489-02-11.
Gerardus van Zeelant zoon van wijlen Arnoldus, echtgenoot van Agnes dochter van Nycolaus zoon van wijlen Rutgerus die Bruyn, heeft overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Aelbertus die Becker, zoon van wijlen Cornelius, huis en erf over de Geerlingse brug in ’s-Hertogenbosch en een deel van een goed aan het eind van de Hinthamerstraat.

104 1492-06-19.
Ghiselbertus de Scijnle, priester, heeft overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan meester Henricus Pelgrom ten behoeve van meesters en rectoren van het Groot Begijnhof in ’s-Hertogenbosch een cijns uit een huis, erf en tuin in een straat geheten Over die Tolbrugge.

105 1493-09-14.
Schepenen van Oss oorkonden dat de Heilige-Geestmeesters van Oss opgewonnen hebben wegens wanbetaling van een roggepacht land op Vorssel, onder meer aan de Harensche Wech, een stuk geheten Dat Wester Aa en een huis en hof, alle in Nistelrode, en dat ze die erven verkocht hebben aan Claes Gielis voor de achterstallige pachten en de gerechtskosten.

106 1493-10-19.
Schepenen van Oss oorkonden dat Claes Gieliszoen opgedragen heeft aan Henrick zoon van wijlen Gielis Janssoen de aangehechte schepenakte van Oss van 1493-09-14.

107 1494-09-16.
Schepenen van Oss oorkonden dat Jan, zoon van wijlen Henric Reynerss., gewoonlijk Jan van Lyt geheten, opgedragen heeft aan Geertruyt dochter van wijlen Henric Marcelissoen een kamp land in Macharen en al zijn andere goederen die hij geërfd heeft van zijn vader en moeder.

108 1500-08-22.
Notaris Johannes zoon van Johannes Wilhelmi de Balen oorkondt dat Johannes Schilder zoon van wijlen Godefridus, raad en poorter van ’s-Hertogenbosch, zijn testament gemaakt heeft waarin hij onder andere legateert aan de kerkfabriek van Sint-Lambert in Luik en aan de kerk van Sint-Jan in ’s-Hertogenbosch geld en aan de cellebroeders in ’s-Hertogenbosch half en de Swesteren op de Papenhuls half een roggepacht in Berlicum.

109 1500-08-22.
Johan Schilder Goijartssen legateert aan de cellebroeders en de Swesteren in ’s-Hertogenbosch samen een erfpacht.

110 1501-03-10 .
Burgemeesters, schepenen en raad van Brussel oorkonden dat meester Matheus, inwoner van Londerzeel, gemachtigd heeft Jan van Cotthem om namens hem te verkopen de helft van een erfrente in ’s-Hertogenbosch uit een huis met gronden en hof, geheten Ingelberchs, in het straatje bijde ‘verwers putte’ , zoals vermeld in de Bossche schepenakte van 1469.

111 1501-04-01 .
Gerardus en Matheus, zonen van Henricus Kuyst, hebben verkocht voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Johannes zoon van wijlen Willelmus de Bree land in Heesch in Den Bynnen Pat.

112 1503-03-21 .
Adrianus zoon van wijlen Arnoldus van der Capellen, echtgenoot van Elizabeth dochter van wijlen Reynerus van den Velde, zijzelf en hun dochter Johanna hebben verkocht voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Willelmus zoon van wijlen Theodericus Monens. een huis met toebehoren in Vught Sint-Lambertus in Die Vlasmeer, een stukje grond in die buurt en een stukje grond in Bullensbraeck.

113 1505 02-11 .
Henricus zoon van wijlen Nycolaus Henricxs., Johannes zoon van wijlen Henricus Stevens en Jacobus zoon van wijlen Cornelius Janszoen hebben beloofd voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Ghijsbertus zoon van wijlen Zanderus die Bye hem schadeloos te zullen houden met betrekking tot een erfcijns uit goederen in Empel en Orthen en een huis in de Orthenstraat in ’s-Hertogenbosch.

114 1505-12-22.
Schepenen van Heesch oorkonden dat Henrick van de Hoeck, priester, bij een erfdeling verkregen heeft een huis en hofstad (…) Den Swane in Heesch, met als last een roggepacht en onderhoud van een landweer, en dat Lijsbet, weduwe van Jan Segerss. van Brede, en haar kinderen land op Rotart en land bij Dat Goor gekregen hebben met als last een roggepacht.

115 1506-02-13 .
Hillegondis dochter van wijlen Reynerus zoon van wijlen Henricus Janss. en haar broer Reynerus hebben overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan meester Henricus Pelgrom ten behoeve van priester Nicolaus Hoyberchs hun recht op een deel van een erfpacht uit goederen in Geffen op Den Papendijck.

116 1506-02-19.
Voogden van de kinderen van Reynerus zoon van Henricus Janss. hebben overgedragen namens die kinderen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan meester Nicolaus Kuyst ten behoeve van priester Nicolaus Hoyberchs twee derde delen in de helft van een huis gelegen Opten Enghe in Geffen en een erfpacht uit een huis met toebehoren op den Papendijck in Geffen.

117 1507-05-13.
Evardus de Marcka, bisschop van Luik, machtigt frater Helias de Oesterwijck, prior van de kruisbroeders in ’s-Hertogenbosch, de cellezusters van de orde van Sint-Augustinus in ’s-Hertogenbosch te visiteren en zo nodig hervormingen op te leggen.

118 1507-10-13.
Zuster Agnes Knoeden, priorin, Elisabeth Aelberts, suppriorin, Barbara Bernts, procuratrix, en het gemene convent van de zusters van Bethanië, regularissen aan de Windmolenberg in ’s-Hertogenbosch, oorkonden verkocht te hebben met instemming van hun biechtvader Arnt Voss aan zuster Margriet dochter van wijlen Willem van Vrolair, moeder van de Zwesteren van de orde van Sint-Augustinus in ’s-Hertogenbosch op de Papenhuls, een huis , erf en hof met toebehoren op de Papenhuls, bij testament verkregen van Janna dochter van wijlen Henrick die Leeuwe bontwerker.

119 1509-04-20.
Johanna weduwe van Coenrardus die Cuyper zoon van wijlen Theodericus heeft overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Stephanus zoon van wijlen Theodericus Stevenss. voor drie vierde deel en aan diens schoonbroer Wolterus zoon van wijlen Goeswinus Goessenss. voor een vierde deel het vruchtgebruik in een huis en erf in de Hinthamerstraat in ’s-Hertogenbosch.

120 1509-04-20.
Stephanus zoon van wijlen Theodericus Stevenss. en diens schoonbroer Wolterus zoon van wijlen Goeswinus Goessenss. hebben in erfcijns gegeven voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Johannes zoon van wijlen Zegerus de Brede een huis en erf in de Hinthamerstraat in ’s-Hertogenbosch.

121 1509-04-20 .
Stephanus zoon van wijlen Theodericus Stevenss. en diens schoonbroer Wolterus zoon van wijlen Goeswinus Goessenss. hebben verklaard voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Johannes zoon van wijlen Zegerus de Brede hoe hij een erfcijns kan lossen uit een huis en erf in de Hinthamerstraat in ’s-Hertogenbosch.

122 1513-05-12.
Alardus Balyart, deken en oudste kanunnik van de Sint-Jan, geboren poorter, en Johannes Kanapaert, rector van de Tafel van Heilige Geest in ‘s-Hertogenbosch, uitvoerders van het testament van Adam de Myerde, hebben overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Johannes Comitis de Borchloon ten behoeve van de Swesteren een erfcijns uit een huis en erf aan de Papenhuls in ’s-Hertogenbosch en uit land tegenover de Papenhuls over het water daar en uit land van wijlen heer Henricus de Neynsell, deken van Cuijk, daar gelegen over het water.

123 1514-06-11.
Kinderen van Theodericus Wautgerss. hebben verkocht voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Henricus zoon van wijlen Rodolphus Willemss. een erfpacht uit een huis met toebehoren in Heesch ter plaatse geheten Heelwijck.

124 1514-09-20.
Notaris Nicolaus Hoyberchs de Bladel oorkondt: deken en kapittel van de Sint-Jan in ’s-Hertogenbosch als investiet van ’s-Hertogenbosch enerzijds en de moeder Margaretha Willems, de procuratrix Elisabeth Stevens, de zusters Belia Spierincx, Gertrudis Arnts en Margareta Cornelii, cellezusters, gewoonlijk Schwesteren geheten, van het klooster Nazareth anderzijds komen overeen dat de zusters hun regel blijven volgen, de zieken blijven verzorgen, geen goederen in de stad kopen zonder toestemming van het kapittel en als ze er krijgen die zullen verkopen aan het aangrenzende Vondelingenhuis; dat ze geen nieuwe voorrechten aannemen zonder toestemming, dat ze het in aanbouw zijnde gebedshuis in het klooster niet uitbreiden, de kapel en het kerkhof laten wijden en er de benodigdheden mogen hebben; dat ze er zonder toestemming geen kerkelijke beneficia laten vestigen of inkomsten aan verbinden door een geregelde dienst, dat ze bij een te stichten beneficie Walterus, zoon van Petrus Walteri Symonssoen faber, als eerste rector aanstellen en bij diens dood een naar eigen keuze, die onder het gezag van het kapittel zal staan; dat ze geen broederschappen of gilden in de kapel vestigen, dat ze een klokkentoren met klok op de kapel mogen bouwen met nadere luivoorschriften en dat ze met toestemming een biechtvader kiezen uit priesters die aan het kapittel onderhorig zijn met nadere bepalingen over misvieringen en begraafrechten; dat ze onder bepaalde voorwaarden zieken uit de familia van het kapittel tot hun dood verzorgen en dat ze vanaf 1517 geld voor de parochie afdragen.

125 1515-06-19.
Rectoren van de Tafel van de Heilige Geest in ’s-Hertogenbosch hebben overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan meester Nycolaus Kuyst ten behoeve van de Swesteren huis, erf en hof aan Die Weverhuls in ’s-Hertogenbosch, grenzend aan goed van de Swesteren, strekkend vanaf de straat De Weverhuls tot aan goed van de Swesteren en goed van meester Nycolaus zoon van wijlen Petrus Colen, priester en kanunnik van de Sint-Jan.

126 1518-04-21.
Notaris Jordanus Gerardi de Corendijck oorkondt dat zuster Margriet dochter van Willem Vrolers., moeder, Geertruyt dochter van Arnt Olisleger, Lysbeth dochter van Steven Wouters en Belie Jansdochter, mede namens hun medekloosterlingen van de Swesteren binnen ’s-Hertogenbosch, verklaren dat Arnt Olisleger, poorter en inwoner van Antwerpen, 120 rijnsgulden gegeven heeft om ermee een erfrente van 6 rijnsgulden te kopen voor een wekelijkse requiemmis in de kapel van de zusters. Henrick van Zeelant zal deze mis celebreren totdat Wolterus zoon van Peter Wouterss., uurwerkmaker, priester is en dit zelf wil.

127 1519-11-23.
Margriete van Vroelaer, moeder, en Lijsbeth Stevens, ondermoeder, van de Swesteren in de Papenhuls in ’s-Hertogenbosch, enerzijds, en Peter Wouter Symonss,, smid, eigenaar van een huis met toebehoren daar, grenzend aan het goed en de muur van de Swesteren, anderzijds, komen overeen dat Peter noch toekomstige eigenaren bouwwerken mogen maken op zijn goed waardoor de zusters niet meer vrij zijn in hun klooster of op hun hoeve doordat ze vanaf het goed van Peter gezien kunnen worden. Wel mag hij de muur ophogen, maar zonder er openingen in aan te brengen, en ze aansluiten op een dak met hemelwaterafvoer op zijn eigen goed.

128 1519-11-28.
Petrus zoon van wijlen Wolterus Symonss., smid, heeft overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan meester Nycolaus Kuyst ten behoeve van Cornelius zoon van wijlen Anthonius Berthoutss. de Baerdwyck een huis met toebehoren op de Papenhuls, grenzend aan goed van de Swesteren, waaruit onder meer een erfcijns voor de studie van een arme scholier van Baardwijk en een erfcijns van 6 rijnsgulden aan de Swesteren betaald moeten worden, met als voorwaarde dat de oude afspraken van Petrus met de Swesteren over de bouw van een muur daar gerespecteerd moeten worden.

129 1520-03-09 .
Gerart van Berkel en Herman van Deventher, schepenen van ’s-Hertogenbosch, oorkonden dat Petra Coenen, Hillegondt van Nacht, juffrouw Katherina Berwouts en Aleyt Scorren, meesteressen van het Groot Begijnhof bij de Sint-Janskerk in ’s-Hertogenbosch, met toestemming van hun provisor Gerit van Bergel voor schepenen van ’s-Hertogenbosch geschonken hebben aan het convent van de Swesteren een stukje land, liggend aan de oude muur van het convent, om er een nieuwe muur op te bouwen met een deur erin, enkel om de reparatie van de muur mogelijk te maken, hetgeen Margareta van Vroelaer, moeder, Geertruyt Olyslagers, ondermoeder, Lysbeth Stevens en Belie Spierincks , geprofeste Swesteren, beloofd hebben.

130 1525-06-09.
Schepenen in Hese oorkonden dat Gijsbert van Nystelre mesmaker verkocht heeft aan Jan Geritss. van den Eynde een stuk land in Rosmalen opt Hoge Lant bij het gerecht.

131 1528-06-04.
Ghijsbertus zoon van wijlen Helija, geheten Eel Henricxs., heeft verkocht voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan meester Nycolaus Kuijst ten behoeve van Bela Lonisdochter, begijn, een erfcijns uit bouwland in Nistelrode in Vorstenbosch.

132 1529-02-17 .
Maria dochter van wijlen Adrianus Brienincx, begijn, heeft overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Katherina weduwe van Franco zoon van wijlen Christianus Bollens een roggepacht uit land in Nistelrode op Wijnen, in Noddevelt, in Scuylen en in Meynsel.

133 1530-05-00.
Heer Henricus de Berzen/Bergen, priester, heeft in cijns gegeven voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan heer Johannes de Balen, zoon van wijlen Johannes, priester, een huis met toebehoren, later twee huizen, op de Papenhuls in ’s-Hertogenbosch, grenzend aan de muur van het klooster van de Swesteren.

134 1532-03-09 .
Jan van Balen, priester, heeft de twee huizen (zie 1530-05-00) overgedragen aan Elisabet weduwe van Willelmus Moer alias Clockgieter.

135 1533-05-23.
Meester Henricus Faber de Baerdwijck, priester, heeft overgedragen aan heer Wolterus, priester, zoon van Petrus Wolteri Symons ten behoeve van de viering van een wekelijkse mis, gesticht door Arnoldus Olyslegers in de kapel van de Swesteren op de Papenhuls in ’s-Hertogenbosch, een erfcijns uit een huis, erf en leeg goed in de Kerkstraat in ’s-Hertogenbosch.

136 1533-05-23.
Meester Henricus Faber de Baerdwijck, priester, heeft overgedragen aan heer Wolterus, priester, zoon van Petrus Wolteri Symons ten behoeve van de viering van een wekelijkse mis, gesticht door Arnoldus Olyslegers in de kapel van de Swesteren op de Papenhuls in ’s-Hertogenbosch, een erfcijns uit een huis met toebehoren in de Hinthamerstraat in ’s-Hertogenbosch.

137 1533-07-03.
Aelbertus de Berkel en Gerardus de Berkel zoon van Johannes, schepenen van ’s-Hertogenbosch, geven vidimus van twee akten van 1533-05-23.

138 1534-10-20 .
Notaris Arnoldus Sartoris, notaris van het kapittel van ’s-Hertogenbosch, oorkondt dat juffrouw Machtelt weduwe van Thielman van den Broeck, wonend in ’s-Hertogenbosch, als aanvulling op haar testament bepaald heeft dat ze aan heer Anthonis Peter van Ekartss. een losrente vermaakt waarvoor hij zijn leven lang op zaterdag in de kerk van de Swesteren een mis van O.L. Vrouw moet lezen voor de ziel van Machtelt en haar vrienden en verwanten, met aanvaarding ervan door de moeder van de Swesteren, Gheertruyt Olisleger, die na Anthonis’ overlijden de mis door een andere priester voor dit geld zal laten lezen, met nadere bepalingen.

139 1535-02-20 .
Kinderen van Jacobus, zoon van wijlen Petrus Pelgroms, hebben in erfcijns gegeven voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Arnoldus zoon van wijlen Wolterus Rutten een huis met toebehoren in Strijp bij Eindhoven in Den Horck, land opten Rungrave, in Den Horcksche Ackeren, int Vonderbroeck en land geheten Die Rijst.

140 1537-03-22.
Notaris Gerardus Gerardi Mathie de Loeken oorkondt dat Mathijs Peterss. een cijns in Gemonde, vermaakt in zijn vorige testament aan de Swesteren in ’s-Hertogenbosch na de dood van hem, zijn vrouw en hun kind, nu als een schenking onder de levenden toebedeelt aan de zusters, op voorwaarde dat ze ermee zullen onderhouden het licht voor het Heilig Sacrament in het koor van hun kerk.

141 1538-11-12.
Een notaris heeft geoorkondt dat Margriet dochter van Dierick Aertss., weduwe van Jan van Gunterslaer, poorters van ’s-Hertogenbosch, in haar testament geld gelegateerd heeft voor verscheidene jaargetijden voor zichzelf, haar man en haar ouders. Bij de Swesteren moeten wekelijks twee missen opgedragen worden door een priester waarvan haar erfgenamen het collatierecht hebben.

142 1539-02-19.
Schepenen van Oirschot oorkonden dat Rutger zoon van wijlen Marcelis van der Achter beloofd heeft aan Willem zoon van wijlen Dirck van der Haemsvoert een erfcijns uit land in Oirschot onder Den Kerckhoff geheten Sijmkens Daele.

143 1539-02-19.
Schepenen van Oirschot oorkonden dat Rutger zoon van wijlen Marcelis van der Achter beloofd heeft aan Willem zoon van wijlen Dirck van der Haemsvoert een erfcijns uit land in Oirschot onder Den Kerckhoff geheten Sijmkens Daele.

144 1540-02-02 .
Johannes zoon van wijlen Gerardus van den Eynde, echtgenoot van Elisabeth weduwe van Johannes Zegerss., heeft overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Wolterus zoon van wijlen Mathias de Epst, echtgenoot van Margareta, dochter van genoemde Elisabeth en Johannes, het vruchtgebruik in een huis met toebehoren in Rosmalen aan de afscheiding daar, ter plaatse geheten Hintham, in een stukje grond bij de heuvel geheten Den Rayberch en in een stukje grond opten Koelhoevel daar.

145 1541-01-05 .
Zuster Geertruyt Olyslagers, moeder, Neesken Peters, procuratrix, Grietken van Eyndoven, mede namens de andere conventualen, Zwesteren geheten, enerzijds en kinderen van wijlen Lijsbet en Willem Moer komen overeen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch dat de muur tussen goed van beide partijen aan de Papenhuls eigendom van de zusters zal zijn met enkele nadere voorwaarden.

146 1541-02-18.
Schepenen in Bakel oorkonden dat de kinderen van Aert Erdens, wegens verkoop door hem aan Wijlbert weduwe van Peter Janssen van der Zandt van een erfcijns uit een hoeve in Bakel aan Noyen Eynde, aangegeven hebben dat deze cijns gelost kan worden.

147 1543-02-19.
Notaris Godefridus Grootaert de Os junior, zoon van meester Godefridus Grootaert de Os secretaris van ’s-Hertogenbosch, oorkondt dat Symon Bax, zoon van Jan Bax rentmeester van Brabant, verklaard heeft dat de Zwarte Zusters, gewoonlijk Zwesteren geheten, arme personen zijn die moeten leven van aalmoezen, waarvoor ze langs de deuren bedelen, en die de zorg op zich nemen van arme en rijke personen die getroffen worden door de pest of andere ziekte. De verklaring is afgelegd in herberg Den Rooden Helm in Brussel met als getuigen Jacop van den Doren, schout van Moergestel, en Jan van Strijp, zoon van Wouter, inwoners van ’s-Hertogenbosch.

148 1544-12-01.
Verklaring van Simon Pelgrom, prior van Bazaldonk, als visitator van het klooster Nazareth, dat zuster Margriet dochter van Cornelis van Eyndoven geschonken heeft , met instemming van hem, zuster Geertruyt Olyslegers moeder, Agnes Petersdochter ondermoeder en de senioren Mariken Jacops en Mariken van Gulpen, aan genoemde moeder vier karolusgulden, die ze gekregen heeft van haar naasten voor kleren en andere zaken, ten behoeve van het klooster, op voorwaarde dat op het feest van O.L. Vrouw Presentatie, dat als hoogfeest gevierd wordt op 21 november, de zusters twee kannen wijn als pitantie krijgen.

149 1547-00-00 of 1548-00-00.
Notaris [niet ingevuld] oorkondt dat zuster Geertruydt Olyslegers, dochter van wijlen Arnt Olyslegers, moeder, Agnes dochter van Peter die Visscher, ondermoeder en procuratrix, en de senioren Marijken van Gulpen, Elysabeth Jacops. Elisabeth Peters, Lijsbeth van Antwerpen en Lijsbeth van Doern, zwartzusters, gewoonlijk Zwesteren van het godshuis van Nazareth geheten, met toestemming van Symon Pelgrom, prior van de Hemelse Poort op de Bazeldonk, hun biechtvader en overste, gelegen op de Windmolenberg, namens het klooster machtiging verlenen aan [niet ingevuld], poorter van ’s-Hertogenbosch, tot bepaalde juridische handelingen met een lijfrente van zuster Geertrudis, geschonken door haar broer Arnt den Olysleger, suikerbakker en koopman in Antwerpen, toen hij nog leefde.

150 1554-12-10(?).
Johannes zoon van Willelmus Moer alias Clockgiete heeft overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Gerardus zoon van Adrianus r twee huizen met toebehoren op de Papenhuls in ’s-Hertogenbosch, waarvan een grenst aan de muur van het klooster van de Swesteren.

151 1557-03-23.
Johannes zoon van wijlen Gijsbertus Floren heeft verkocht voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Aleydis dochter van wijlen Petrus Cremers de Oirschot een erfcijns uit een huis met toebehoren in Vught-Sint-Lambertus in Cromvoirt opte Luevoert.

152 1559-01-18 .
Erfgenamen van Gerardus zoon van Adrianus Gerardi, kuiper, hebben in erfcijns gegeven voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Johannes zoon van wijlen Wolterus van de Gevel, kuiper, een huis en erf in de Hinthamerstraat in ’s-Hertogenbosch.

153 1561-03-01.
Notaris Jacobus Florentij Doell de Sprangh oorkondt dat Anthonis van den Eijckhout, kanunnik van de Sint-Jan in ’s-Hertogenbosch, een mis gesticht heeft, op te dragen iedere dinsdag in het klooster Ten Schwesteren, en schenkt daarvoor aan de zusters een erfpacht in Empel en erfcijnzen in Drunen en in Cromvoirt onder Vught. Tevens vermaakt hij aan de zusters zijn gouden borstkruis dat hij meegebracht heeft uit het Heilig Land, om het aan de monstrans van het Heilig Sacrament in het klooster te hangen.

154 1563-11-20.
Aleydis dochter van wijlen Petrus Henricxz. heeft overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Henricus zoon van wijlen Cornelius Henricxz. al haar roerende en onroerende goederen.

155 1567-08-14.
Berent ten Thoren en Johan Claesz., burgemeesters van Steenwijk, verklaren dat Peter Egbertsz., voor zichzelf en zijn vrouw Armgardt, en Geert Albert Winoltsz., voor zichzelf en zijn vrouw Anna, overgedragen hebben aan Aleidt Harmensdochter, zuster in het Zwarte Klooster te ’s-Hertogenbosch op de Papenhuls, een lijfrente, jaarlijks uit te betalen in Amsterdam, wegens haar erfdeel.

156 1568-11-20.
Henricus zoon van wijlen Lambertus de Uden heeft overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan zuster Elizabeth de Dorne, moeder van het klooster van de Swesteren in ’s-Hertogenbosch, een erfcijns uit de helft van een beemd in Schijndel aen dWijbosch.

157 1571-03-08 .
Cornelius zoon van wijlen Johannes Henricxz., echtgenoot van Elizabeth dochter van wijlen Henricus de Best, heeft verkocht voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Petrus zoon van wijlen Jacobus Diericxz. van Hagelaar, ijzersmid, een erfcijns uit een akker land geheten Theijlder en uit een huis met toebehoren in de herdgang Straten in Oirschot.

158 1572-01-30 .
Waltherus zoon van wijlen Mathias Vogels, als echtgenoot van Luca dochter van wijlen Johannes Lucas Donckers, heeft verkocht voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan heer Jacobus Hubertss., priester en beneficiaat in de Sint-Jan, te behoeve van het convent van de ‘Sweesters’ op de Papenhuls in ’s-Hertogenbosch een erfcijns uit een huis met toebehoren in Sint-Oedenrode in Vressel.

159 1581-06-07.
Notaris Adrianus Back, priester en vicepastor van de Sint-Jan in ’s-Hertogenbosch, oorkondt dat Jaecxken dochter van Jan Segers haar testament maakt waarbij ze eenmalig geld aan de Sint-Janskerk geeft, aan haar nichten haar zwarte tabbert en een zwarte rok en aan de Swesteren ieder 1 gulden, Peterken die haar dient, 3 gulden, Merijken, dienstmaagd van het klooster, 1 gulden,en Metken, dienstmaagd van Jenneken van Antwerpen, een hemd. Al haar overige roerende goederen vermaakt ze aan haar zuster, zuster Thorije, moeder van de Swesteren, en na Thorijes dood aan het klooster op voorwaarde dat de zusters in de refter voor Jaecxkens ziel bidden.

160 1581-07-14.
Schepenen, raden en dekens van de ambachten van ’s-Hertogenbosch oorkonden dat ze verkocht hebben aan Gerartken dochter van Henrick van den Hovel, zeventien jaar oud, een lijfrente op de stad ’s-Hertogenbosch.

161 1583-11-08.
Elisabeth weduwe van meester Henricus zoon van wijlen Willelmus Olivery de Berchuysen heeft overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan zuster Dorothea Johannis, moeder, en zuster Anna Sanders, ondermoeder van de Swesteren aan de Papenhuls in ’s-Hertogenbosch, krachtens hun beider testament een erfpacht uit goederen in Dinther in Die Boekart en in Hulsacker.

162 1585-10-18.
Notaris Johannes Degens oorkondt dat meester Peeter van den Water, priester en kanunnik van de kerk van ’s-Hertogenbosch, zijn testament maakt waarin hij zijn grafplaats kiest in de Sint-Jan bij het altaar van Sint-Agatha en Olavius en dat daar in de buurt zijn schilderij gehangen moet worden van de kroning van Onze Heer met twee panelen en zijn afbeelding daarop en met zijn epitaaf eronder geschreven. Hij maakt bepalingen omtrent zijn uitvaart, waarop waskaarsen uitgereikt moeten worden aan kloosters en andere gebedsplaatsen. Hij schenkt aan de Sint-Jan eenmalig geld, wenst dat zijn naam in de registers van de Sint-Jan en de Predikheren geschreven wordt en een jaar lang voorgelezen wordt. Hij schenkt deken en kapittel het jaar van gratie van zijn prebende en geeft hun kwijtschelding van een betaling wegens een muur tussen zijn huis en de wijnkelder van het kapittel, ter belegging voor zijn jaargetijde op een nog onbezette dag, met bepalingen over gelduitdelingen op de dag van zijn jaargetijde. Hij schenkt het kapittel inkomsten uit goederen in Kessel en Kleinder Liempde onder Boxtel. Hij sticht vier beurzen voor aan hem verwante jonge scholieren in het Fraterhuis met renten en een erfpacht uit goederen in Mierlo, en twee beurzen In Leuven in het huis Standonk, waaraan hij land in Rosmalen achter de kerk, ter plaatse geheten Die Saren, verbindt, geeft bepalingen aan de collatoren over de uitvoering en laat de rest van zijn bezittingen aan zijn erfgenamen na.

163 1604-07-19.
Laureyns van den Abeele zoon van wijlen Gielis van den Abeele heeft verkocht voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan meester Ghijsbert Coeverincx, deken van de Sint-Jan in ’s-Hertogenbosch en aangewezen bisschop van Deventer, als confessor van de Swesteren binnen ’s-Hertogenbosch, een erfcijns uit goederen in Tongelre in De Bochten en in Dasters.

164 1605-08-23.
Anna Campioens weduwe van Guilliam Crayborrem, zilversmid in Antwerpen, als erfgename van hun zoon Hans, en als gemachtigde van haar andere kinderen, onder meer uit Antwerpen en Praag, heeft verkocht voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Peter zoon van wijlen Thomas Henricxss. van Alphen, kremer, een huis en erf op de hoek van de Clarastraat en de Papenhuls in ’s-Hertogenbosch tegenover het Vondelingenhuis.

165 1607-03-28.
Peter zoon van wijlen Thomas Henricxss. van Alphen heeft overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Cornelis zoon van wijlen Cornelis Nulaets, korenkoper, een huis en erf op de hoek van de Clarastraat en de Papenhuls in ’s-Hertogenbosch tegenover het Vondelingenhuis.

166 1608-12-16.
De aartshertogen Albert en Isabel, hertogen van Brabant, oorkonden aan de eerste deurwaarder van de Raad van Brabant het deel van de kosten van het proces van wijlen meester Symon Wagemans, schepen van ’s-Hertogenbosch, en na zijn overlijden van Adriana van den Leemputte tegen vrouwe Philippote van Ruijssenborch, douairière van Helmond, gedaagde, die daarin voor twee derde deel is veroordeeld, bij laatstgenoemde op verzoek van Adriana te verhalen.

167 1617-01-10.
Cornelis zoon van wijlen Cornelis Nulaets heeft overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan meester Josephus Brouwers, priester en pastoor te Oss, een huis en erf op de hoek van de Clarastraat en de Papenhuls in ’s-Hertogenbosch tegenover het Vondelingenhuis.

168 1617-09-27.
Josephus Brouerius, pastoor in Oss en Berghem, maakt eigenhandig een aanvulling op zijn testament van 1607-08-10, waarbij hij 500 gulden nalaat als lijftocht voor zuster Gerarde van den Hovel. Na haar dood komen er 200 gulden van aan zijn petekind Anna Maria de Raet en na haar dood komen ze aan de armen. De overige 300 gulden komen aan het Swesterenklooster voor zijn jaargetijde met een pitantie wijn. Dit kapitaal komt uit zijn hoekhuis bij het klooster, dat na zijn dood aan de zusters toevalt.

169 1618-05-10.
Peter van Gestel en Thielman Jans Thielmans, schepenen van ’s-Hertogenbosch, oorkonden dat meester Joseph Brouwers, pastoor van Oss, eigenaar van een huis en erf op de hoek van de Clarastraat en de Papenhuls in ’s-Hertogenbosch tegenover het Vondelingenhuis, en Heylwich dochter van Eymbrecht van der Borcht, begijn in het Groot Begijnhof, eigenares van het aangrenzende huis in de richting van de kerk, afspraken gemaakt hebben over het gebruik van de muur tussen hun percelen en afspraken over andere bouwwerken.

1891 Zwartzusters in 's-Hertogenbosch, 1335-1677

Inleiding

Regesten

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Printen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Favoriet of een notitie maken

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)

169

1618-05-10.
Peter van Gestel en Thielman Jans Thielmans, schepenen van ’s-Hertogenbosch, oorkonden dat meester Joseph Brouwers, pastoor van Oss, eigenaar van een huis en erf op de hoek van de Clarastraat en de Papenhuls in ’s-Hertogenbosch tegenover het Vondelingenhuis, en Heylwich dochter van Eymbrecht van der Borcht, begijn in het Groot Begijnhof, eigenares van het aangrenzende huis in de richting van de kerk, afspraken gemaakt hebben over het gebruik van de muur tussen hun percelen en afspraken over andere bouwwerken.

Ontwikkelingsstadium:

Origineel, inv.nr. 59

Beschrijving zegel:

Met de schepenzegels van Peter van Gestel en Thielman Jans Thielmans

Zie ook: