skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

Archieven

19 Raad van Brabant, 1586 - 1811

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historisch overzicht Raad van Brabant
Het archief
Resoluties Raad van Brabant
Leenboeken van het leenhof van Brabant
Verantwoording van de inventarisatie
Aanwijzingen voor de gebruiker
Bijlagen
Verklarende woordenlijst
19 Raad van Brabant, 1586 - 1811
Inleiding
Bijlagen
Verklarende woordenlijst
Abolitie: tenietdoening van strafbare feiten en zo nodig van de daarom ingestelde vervolgingen.
Admitteren: toelaten tot de uitoefening van een beroep of functie.
Advertissement: geschrift door partijen overgelegd na de behandeling van een bepaalde zaak doch voor de beslissing daarvan, waarin men zijn standpunt nader kon toelichten. Het bleef geheim voor de tegenpartij.
Advocaat-Fiscaal: hoofd van het openbaar ministerie, belast met de handhaving van de landsheerlijke rechten; de advocaat van de landsheer.
Appèl: hoger beroep, waardoor de uitvoering van het vonnis, door de lagere rechter gewezen, wordt opgeschort.
Appointement dispositief: rechterlijke uitspraak na de litiscontestatie (zie voor betekenis elders in deze lijst) waarbij bepaald wordt hoe verder geprocedeerd wordt in een bepaalde zaak.
Arrest: beslaglegging, zowel op goederen als op personen; vaststelling (bv. van notulen); hechtenis; uitspraak van een hoog rechterlijk college; bevel, gebod.
Attentaat: daadwerkelijke inbreuk op het recht, dat een ander gekregen heeft door een privilege, een akte, of een gerechtelijke uitspraak; poging, onderneming; aanslag.
Atterminatie: rechterlijk uistel van betaling voor een bepaalde termijn.
Beneficie van inventaris: voorrecht, verleend aan de erfgenamen, waardoor zij niet verder aansprakelijk gesteld kunnen worden voor de schulden van de erflater als de erfenis reikt.
Cas, In...van: in geval van.
Commissoriaal maken: aan een of meer commissarissen geven ter bestudering en om een beslissing voor te bereiden.
Committimus: verwijzing (letterlijk lat.: wij vertrouwen toe) door een hoge overheid (vorst, hooggerechtshof) van een bepaalde zaak naar een ander, meestal lager, gerecht.
Communicatoir proces: proces waarbij de stukken over en weer `gecommuniceerd' worden. Een volledig schriftelijk gevoerd proces. Niet openbaar.
Comparuit: verklaring van de rechtbank, dat de gedaagde op een bepaalde dag verschenen is om de eis te aanhoren. Deze verklaring werd gegeven als de gedaagde niet onmiddellijk kon bewijzen dat hij op die dag had mseten verschijnen.
Condemnatie: veroordeling.
Willige condemnatie: schijnvonnis waarbij iemand zich laat veroordelen tot betaling ener som. Vonnis op verzoek van een of twee partijen waarbij geen geschil aan de orde is.
Confessio regina probationis: Letterlijk latijn: de bekentenis is de koningin van het bewijs. Dat wil zeggen: zonder bekentenis wordt de zaak niet
bewezen geacht, welke andere bewijzen er ook gevonden zijn.
Contra-interrogatoriën: lijst van vraagpunten door een der partijen in een zaak overgelegd om daarop de tegenpartij te horen, welke lijst is opgemaakt als antwoord op een soortgelijke eerdere lijst van de wederpartij.
Contumax: Letterlijk latijn: weerspannig. Hier betekent het weigerachtig zijn om voor een bepaalde rechter te verschijnen of aan de afhandeling van een bepaalde zaak mee te werken.
Debitis, mandement van ....: mandement (zie voor betekenis elders in deze lijst) tegen een aantal personen die een schuld hebben bij één persoon.
Decreet van apprehensie: arrestatiebevel.
Deductie: geschrift waarin een bepaalde zaak wordt uiteengezet en voorzien wordt van de nodige juridische argumenten. Soms heeft deductie dezelfde betekenis als advertissement.
Zie voor betekenis elders in deze lijst.
Default: verstek.
Defaillant: hij die default verzoekt.
Dilay: uitstel (om bepaalde procesrechtelijke handelingen te verrichten); termijn waarbinnen bepaalde proces-rechtelijke handelingen moeten geschieden.
Domiciliaire rechter: de rechter van de plaats waar de gedaagde woont of waar het betwiste goed ligt.
Dupliek: antwoord op de repliek.
In effigie: Letterlijk latijn: jegens de beeltenis. Dit komt voor wanneer men in een strafzaak wil optreden tegen een delinquent die voortvluchtig is. Men neemt dan bijvoorbeeld een pop met de naam van de betrokkene erop als object van strafrechtelijke rechtshandelingen in plaats van de delinquent zelf.
Evocatie: het aan zich trekken door een hogere rechtbank van een zaak, die voor een lagere rechtbank aanhangig is gemaakt, maar nog niet beslist is.
Excepties: alle verweermiddelen, welke zonder de feitelijke stellingen van de eis zelf aan te tasten, toch, indien juist bevonden, het stranden van de eis ten gevolge moeten hebben; declinatoir: reden waarom de zaak niet voor deze rechter vervolgd mag worden; dilatoir: reden waarom de zaak niet op dit tijdstip vervolgd mag worden; peremptoir: reden waarom deze zaak niet vervolgd mag worden.
Excusatie: weigering van een raadsheer om een zaak te beoordelen.
Executoriaal-generaal: zie mandement van debitis.
Executorie: akte of commissie op een deurwaarder om de executie van een vonnis te mogen doen.
Exploiteren: het uitbrengen van gerechtelijke stukken.
Fiscale zaken: zaken waarin het officie-fiscaal partij is.
Furneren: processtukken onder inventaris inleveren ter griffie.
Gedefailleerde: degene tegen wie verstek verleend wordt.
Geproportioneerde straf: straf die niet in juiste verhouding staat tot de zwaarte van het delict.
Getuigen a charge: getuigen die belastende verklaringen (kunnen) afleggen voor een bepaalde procespartij;
Getuigen a décharge: getuigen die ontlastende verklaringen (kunnen) afleggen voor de verdachte.
Gubernator: bestuurder.
Heergewade: goed of geld door de leenman aan zijn leenheer verschuldigd bij verheffing van het leen.
Ingebod: het recht van een rechtbank om iemand van buiten te dagen.
Intendit: geschrift waarin de zaak uiteengezet wordt en bij elke stelling wordt aangegeven welke bewijzen men voor die stelling heeft.
Interineren: een onderzoek instellen naar de juistheid van de gronden waarop een gunst wordt gevraagd en naar de rechtmatigheid van de verlening, eventueel het registreren van de verleende gunst.
Jus de non evocando: het recht om niet gedaagd te kunnen worden voor een rechtbank buiten het rechtsgebied waarin men woont.
Landwinning: vrijheid om ongehinderd in het land terug te keren.
Litiscontestatie: het moment waarop het eigenlijke proces begint, nl. zodra de gedaagde de rechtbank als competent erkend heeft door te antwoorden op de eis ten principale.
Litispendent: hangend voor de rechtbank na de litiscontestatie.
Mandement: bevelschrift, meestal van de rechtbank aan de deurwaarder om te dagvaarder.
Octrooi: toestemming, machtiging.
Officie-fiscaal: het openbaar ministerie.
Oirlof van den hove: Ontslag van instantie, dat wil zeggen dat bij niet verschijnen van de eiser op de opening van het proces, voor de gedaagde dat proces is afgelopen en dat de eiser, indien hij zijn vermeend recht alsnog wil verkrijgen, een nieuw proces moet aanspannen, na betaling van de reeds gevallen proceskosten.
Petitoire zaken: geschillen over het eigendomsrecht van een zaak of recht.
Possessoire zaken: geschillen over het daadwerkelijk bezit van een zaak of recht.
Prerogatief: een aan een ambt verbonden recht of bevoegdheid.
Procureur-generaal: een ambtenaar van het openbaar ministerie, de procureur van de landsheer.
Prolongatie: Letterlijk: verlenging. Hier betekent het uitstel.
Pronunciëren: een vonnis in het openbaar uitspreken.
Prorogatie: een met wederzijds goedvinden door partijen voorleggen aan een hogere rechter van een zaak, die voor een lagere rechter behandeld behoort te worden.
Bij provisie: Letterlijk: door middel van een voorziening. Hier betekent het voorlopig.
Reauditie: verhoor voor een voltallig rechtscollege bij beroep van een vonnis, gewezen door een commissie uit dat college. Soms: berechting in tweede instantie.
Recusatie: wraking van rechters.
Reformatie: een vorm van hoger beroep, waarbij de uitvoering van het vonnis, door de lagere rechter gewezen, niet wordt opgeschort.
Relaes: ambtelijke verklaring.
Rentmeester der exploiten: ontvanger van zegelrechter en boeten.
Repliek: weerwoord van de eiser op het antwoord van de gedaagde.
Reproches: ontzenuwing van de bewijzen van de tegenpartij en wraking van diens getuigen.
Rescribent: indiener van een verweerschrift of schriftelijke beantwoording. Het kan ook betekenen: gedaagde in een communicatoir proces.
Retorsie: wedervergelding, tegenmaatregelel van een staat in antwoord op een onvriendelijke maatregel van een andere staat.
Rol: register van te behandelen zaken; rechtszaal; bepaalde manier van procederen.
Salvatiën: verweer op de reproches van de tegenpartij.
Sauvegarde: vrijgeleide.
Subaltern: ondergeschikt.
Submissie: vaak arbitrage. Zie voor overige betekenissen Van Hattum / Roosenboom.
Ex superabundantie: ten overvloede.
Superintendentie: oppergezag, oppertoezicht.
Supernumerair: boven de normale personele bezetting van een organisatie of college aargesteld.
Suppliant: eiser in een communicatoir proces.
Terrier akte van...: toestemming tot aanpassing van oude(re) cijnsboeken.
Thoon: procedure van bewijsvoering.
Venia aetatis: meerderjarigheidsverklaring.
Venia agendi: verklaring van handelingsbekwaamheid.
Wijzen, in staat van.....: stand of toestand waarin een geding verkeerd op het ogenblik dat het vonnis gewezen moet worden; afgeprocedeerd zijn. De behandeling van het geding is dan zo ver gevorderd dat vonnis gewezen kan worden.
Literatuur
Eerste presiderende raden in raad van Brabant
Advocaten-Fiscaal
Procureurs-Generaal
Griffiers
Concordantie huidige inventanrisnrs en nrs inventaris Bondam
Inventaris

Kenmerken

Datering:
1586-1811
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch