De intellectuele emancipatie van het katholieke bevolkingsdeel bevorderen. Dat is in 1905 de reden voor de Nederlandse bisschoppen om de Radboudstichting op te richten. De naam van Radboud wordt gekozen omdat deze heilige uit de 10e eeuw behalve bisschop van Utrecht ook dichter, pastor, historicus en componist was. Een veelzijdig gevormd en geleerd man dus. Om een dergelijke vorming voor een brede laag van de bevolking mogelijk te maken, doet de Radboudstichting haar best om een katholieke universiteit op te richten. Dat streven wordt werkelijkheid in 1923, met de oprichting van de Katholieke Universiteit Nijmegen.
Inmiddels zijn er in veel gemeenten dan al plaatselijke "afdelingen of comité's" opgericht. Te Dinther gebeurde dat in maart 1907 onder voorzitterschap van pastoor J. der Kinderen.
Men hield een jaarlijkse collecte, meestal in het najaar, later onder de naam "Universiteitszondag" (ook wel Radboudzondag) bekend geworden.
In 1968 fuseert de Stichting met het Katholiek Hoger Onderwijs Fonds tot de Radboudstichting wetenschappelijk onderwijs. Men richt zich inmiddels ook op katholieke studenten die buiten Nijmegen en Tilburg studeren.
Wanneer de overheid in de jaren '60 de financiering van die universiteit overneemt, slaat de Radboudstichting nieuwe wegen in. Zij wil aanwezig zijn aan de openbare universiteiten door het inrichten van bijzondere leerstoelen. Ook ontwikkelt zij het beurzenprogramma en activiteiten voor het hbo.
Hoger onderwijs toegankelijk maken voor katholieken is nu, een slordige eeuw na de oprichting, niet meer nodig. Die taak heeft inmiddels een aangepaste invulling gekregen: de katholieke levensbeschouwing op vruchtbare en wetenschappelijke manier bij het hoger onderwijs betrekken.
[bron: www.radboudstichting.nl]
(Vernietigd zijn: lijsten van inzamelingsbedragen, girostortingsbewijzen, kennisgevingen)