24 Rechtbank in 's-Hertogenbosch, 1838 - 1930 N.B. Stukken van 1838 - 1989
Uitleg bij archieftoegang
Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.
Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:
• Kenmerken van het archief • Inleiding op het archief • Inventaris of plaatsingslijst • Eventueel bijlagen
De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.
De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.
De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.
Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.
24
Rechtbank in 's-Hertogenbosch, 1838 - 1930 N.B. Stukken van 1838 - 1989
Bevoegdheid in burgerlijke zaken arrondissementsrechtbank
De rechtbank nam van alle zaken kennis behalve die, welke volgens de wet tot de bevoegdheid van andere rechterlijke instanties behoorden. * Dat waren alle zaken, behalve persoonlijke rechtsvorderingen beneden de tweehonderd gulden en, zonder de bovengrens van tweehonderd gulden, bepaalde door de wet aangewezen zaken, zoals zaken aangaande huur, pacht en arbeidsovereenkomsten. * Deze zaken moesten volgens de wet door de kantonrechter worden behandeld. De hoven en de Hoge Raad behandelden slechts bij hoge uitzondering zaken in eerste instantie. De rechtbank was voortaan ook bevoegd in zaken van koophandel die voor 1838 door de rechtbanken van koophandel werden behandeld.
Artikel 53 wet RO.
Zie hierover artikelen 38-42 wet RO.
De rechter van de woon- of verblijfplaats van de gedaagde was bevoegd wanneer het roerend goed of persoonlijke zaken betrof. Had gedaagde geen woon- of verblijfplaats in Nederland, dan was de rechtbank van de woon- of verblijfplaats van de eiser bevoegd. Wanneer het geding onroerend goed betrof, was de rechtbank van de plaats waar dat goed gelegen was, bevoegd. Betrof de vordering zowel onroerend goed als roerend goed en/of persoonlijke zaken, met andere woorden was zij gemengd, dan had de eiser de keuze tussen de rechtbank van de woon- of verblijfplaats van gedaagde en van de plaats waar het onroerend goed gelegen was. *
Artikel 126 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Buitengerechtelijke taken arrondissementsrechtbank
Procesgang in strafzaken arrondissementsrechtbank *
Bij de samenstelling van deze paragraaf is gebruik gemaakt van de eerste zes titels van het Wetboek van Strafvordering.
Procesgang in burgerlijke zaken arrondissementsrechtbank *
Bij de samenstelling van deze paragraaf is gebruik gemaakt van N.N., Inventaris van de archieven van de arrondissementsrechtbank te Heerenveen, (Winschoten 1988) 9-21.
Deze toegang bevat een of meer stukken die tot 1 januari 2042 niet zonder meer openbaar zijn. Het precieze jaar van openbaarheid kun je per inventarisnummer vinden.