In deze inventaris is het archief van Sint-Catharinadal tot circa 1900 beschreven. De ordening van de jongere stukken heeft een afwijkend karakter. De huidige inventarisatie berust op oudere ordeningen. Wegens de vele verwijzingen in de literatuur is afgezien van herordening en hernummering. Dit betekent dat het archief grofweg de indeling heeft gekregen die dr. Erens, kanunnik van Tongerlo, in de jaren twintig van de twintigste eeuw aangebracht heeft.
In de inleiding van zijn ‘De oorkonden van het Norbertinessenklooster St. Catharinadal te Breda-Oosterhout’ (Tongerloo 1928-1929) verantwoordde hij zijn inventarisatiearbeid en gaf hij aan hoe er tevoren aan het archief gewerkt was. In deze publicatie beperkte hij zich tot regesten van de oorkonden. Deze regesten hebben wij in hun oorspronkelijke vorm overgenomen. Vanuit deze regesten hebben wij beknopte beschrijvingen van de charters gemaakt.
Omdat de scheiding tussen archief en handschriften niet altijd gemakkelijk te maken is, is besloten de handschriften als integraal onderdeel aan de inventaris toe te voegen. Ze zijn voor het merendeel in 1972 genummerd en beschreven door pater R.Th.M. van Dijk o.carm., wetenschappelijk medewerker van het Titus Brandsma Instituut, conservator der Brandsmakollectie in Nijmegen, met aanvullingen van de hand van archivaria zuster Regina ’t Hoen.