De kadastrale legger is een uitstekende bron van informatie voor wie geïnteresseerd is in het bezit aan onroerend goed van een bepaald persoon of in de (eigendoms)geschiedenis van een bepaald perceel of de eventuele bebouwing daarop.
Simpelweg in de legger gaan bladeren is echter een omslachtige en tijdrovende bezigheid met onzekere uitkomst. Er zijn in het algemeen twee manieren om de kadastrale legger te benaderen, afhankelijk van het soort informatie waarover men van te voren beschikt dan wel het soort informatie dat men zoekt.
1 . Men gaat uit van een bepaald perceel. Of men kent de kadastrale aanduiding daarvan al (bijvoorbeeld uit een notariële akte of een memorie van successie), of men kent bijvoorbeeld een adres. Via de kadastrale kaart (overzichtskaart en sectiebladen) kunnen in dat laatste geval sectie-aanduiding en perceelnummer achterhaald worden. Via het verwijzingsregister (register 71) kunnen de artikelen van de legger achterhaald worden waarin het gezochte perceel voorkomt.
2. Men gaat uit van een bepaald persoon. Raadpleeg dan eerst de Alfabetische naamlijst. Deze verwijst naar de artikelen van de legger. Als men geïnteresseerd is in het totale bezit van een persoon, dient men wel te bedenken dat bezittingen over meer kadastrale gemeenten verspreid kunnen zijn. Om er achter te komen of die betreffende persoon eventueel nog in andere plaatsen dan bijvoorbeeld de eigen woonplaats bezittingen had, kunnen memories van successie of boedelinventarissen de nodige aanknopingspunten bieden.
In de meeste gevallen bevat de kadastrale legger per bladzijde een artikel. In sommige gevallen echter is het artikel zo groot (heeft een eigenaar zoveel bezittingen of zijn er zoveel veranderingen opgetreden) dat één bladzijde niet genoeg is om alle gegevens kwijt te kunnen. Onderaan de bladzijde vindt men dan de mededeling "vervolg: zie folio "
In dat soort gevallen is achterin het leggerdeel een aantal lege bladzijden gefolieerd en vindt men het vervolg van het gewenst artikel op een van die bladen. Een andere mogelijkheid is dat het vervolg van een te groot artikel onder een ander artikel, dat minder ruimte nodig had, is genoteerd. Ook dat wordt onder aan de volle bladzijde aangegeven met "vervolg: zie achter art. ...". In bijzondere gevallen kan een artikel zelfs een geheel leggerdeel vullen.
Bij het volgen van de geschiedenis van een perceel zijn de kolommen "overgebracht naar" en "afkomstig van" van essentieel belang. Toch is in een aantal gevallen een van beide niet ingevuld. In het algemeen betreft dit artikelen op de overgang van de oude serie leggers naar de vernieuwde serie. Raadpleeg in zo'n geval de andere serie onder hetzelfde artikelnummer.
Houdt er rekening mee dat de gemeentelijke kadastrale bescheiden in het algemeen wat beperktere informatie bieden dan de administratie van het kadaster zelf. Zo is bijvoorbeeld in de gemeentelegger zelden of nooit een verwijzing opgenomen naar het register van hypotheken.
In de kolom "veranderingen etc." komt de afkorting dj. vaak voor. Die staat voor "dienstjaar". Dienstjaar bij het kadaster is altijd het jaar volgend op dat waarin de wijziging in werkelijkheid heeft plaats gehad. Vermeld de kolom veranderingen dus bijvoorbeeld Dj. 1870 verkoop dan heeft de verkoop van het perceel derhalve in 1869 plaats gevonden.