skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Stef Uijens
Stef Uijens RA Tilburg
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Stef Uijens
Stef Uijens RA Tilburg

Archieven

23 Rechtbank in Breda, 1838 - 1930 N.B. Stukken van 1825 - 1937

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historisch overzicht
Ontstaan nationale rechterlijke organisatie in 1827/1838
Samenstelling arrondissementsrechtbank
Bevoegdheid in strafzaken arrondissementsrechtbank
Bevoegdheid in burgerlijke zaken arrondissementsrechtbank
Buitengerechtelijke taken arrondissementsrechtbank
Procesgang in strafzaken arrondissementsrechtbank * 
Procesgang in burgerlijke zaken arrondissementsrechtbank * 
23 Rechtbank in Breda, 1838 - 1930 N.B. Stukken van 1825 - 1937
Inleiding
Historisch overzicht
Procesgang in burgerlijke zaken arrondissementsrechtbank * 
Wanneer men wilde beginnen met een proces, liet men via een procureur door de deurwaarder een dagvaarding uitbrengen. De zaak werd daarna op de rol geplaatst door inlevering van de dagvaarding en kreeg daar een nummer.
Op de vastgestelde zittingsdag werd de zaak door de deurwaarder afgeroepen. Als de gedaagde niet verscheen, vroeg de procureur van de eiser verstek aan. Mocht een partij wegens onvermogen gratis willen procederen, dan moet hij een rekest indienen om dat te mogen doen. Na het verlenen van verstek verzocht de procureur van eiser door middel van de conclusie van eis onder overlegging van zijn stukken de rechtbank vonnis te wijzen. Als de procureur van gedaagde wel verscheen, nam deze een conclusie van antwoord die zijn verweer bevatte tegen de eis van eiser en waarbij hij de rechtbank vroeg diens vordering af te wijzen. Op de conclusie van antwoord volgden de conclusies van repliek van de eiser en van dupliek van de gedaagde. Daarna konden nog enkele conclusies volgen. Tussen het nemen van de conclusies zat meestal een bepaalde tijd. Vaak verleende de rechtbank procureurs uitstel voor het nemen van conclusies. Na de conclusies kon er door de advocaten van partijen gepleit worden. Vaak waren dit dezelfde personen als de procureurs. Hiervoor werd door de rechtbank een dag bepaald. Maar ook was het mogelijk dat er direct "recht op stukken" werd gevraagd, dat wil zeggen er werd geen pleidooi gehouden. Na de pleidooien bepaalde de rechtbank de datum waarop vonnis werd gewezen. Dit werd op een openbare terechtzitting uitgesproken. De partijen ontvingen vaak een kopie, authentiek afschrift of grosse. De minuten van de vonnissen bleven berusten op de griffie van de rechtbank.
Zij zijn opgenomen in de series audiëntiebladen, die een verslag bevatten van de terechtzittingen in burgerlijke zaken. Daarnaast zijn er in de audiëntiebladen allerlei korte procestechnische beschikkingen van de rechtbank te vinden zoals verlening van verstek, vermelding dat er in een zaak een conclusie was genomen of dat er gepleit was, dat er uitstel was verleend voor het nemen van een conclusie, dat er een dag bepaald was voor het pleidooi of het vonnis, dat er bepaalde onderzoeken-zoals het horen van getuigen-in een zaak gedaan moesten worden etc. De conclusies zelf zijn te vinden in aparte series. Soms treft men twee series audiëntiebladen aan, een gezegelde en een ongezegelde serie. Het onderscheid tussen die twee is vooralsnog niet duidelijk. Alvorens tot een eindvonnis te komen kon de rechter bij een interlocutoir vonnis dat opgenomen is in de audiëntiebladen, een bewijsvoering en/of nadere onderzoeksmaatregelen gelasten, zoals verhoor van getuigen, bericht van deskundigen, gerechtelijke plaatsopneming, opleggen van een eed, verhoor op vraagpunten en onderzoek naar de echtheid van een geschrift. Nadat vonnis was gewezen kon men in hoger beroep gaan, verzet doen en/of in cassatie gaan.
Naast de vonnissen die in de audiëntiebladen zijn opgenomen, treft men ook nog twee aparte series vonnissen aan, nl. vonnissen in kort geding gewezen door de president van de rechtbank en vonnissen van scheidslieden, de zogenaamde arbitrale vonnissen.
Naast de gewone dagvaardingsprocedure kende men in burgerlijke zaken ook de rekestprocedure. Deze was in bepaalde door de wet omschreven gevallen vereist. Zij ving aan met de indiening van een rekest waarop de wederpartij verweer voerde. De rechtbank nam dan een beschikking. De behandeling vond plaats achter gesloten deuren. Ook was de behandeling veel minder formeel dan bij de dagvaardingsprocedure. De rekesten/beschikkingen hadden op uiteenlopende zaken betrekking. Naast deze algemene serie troffen we ook series rekesten/beschikkingen en andere stukken aan die op bepaalde onderwerpen betrekking hadden, zoals faillissement en surséance van betaling, echtscheiding en scheiding van tafel en bed, ouderlijke macht en voogdij, curatele en krankzinnigheid, gerechtelijke rangregelingen en zaken aangaande executie van onroerende goederen. Rangregelingen zijn rangschikkingen door de rechter bepaald, volgens welke de opbrengst van ingevolge rechterlijke bevel verkochte goederen tussen de schuldeisers moest worden verdeeld. Surséance van betaling is het voorlopig opschorten van de verplichting tot betaling van schulden. Meestal volgde na de surséance het faillissement. Faillietverklaring geschiedde op eigen verzoek, op verzoek van de schuldeiser(s) of bij requisitoir van het openbaar ministerie. Bij vonnis verklaarde de rechtbank iemand in staat van faillissement. Na benoeming van een curator (meestal een advocaat-procureur) volgde de boedelbeschrijving, betaling van de schuldeisers en de verdere afwikkeling. Van dit alles zijn stukken in het archief te vinden.
Mogelijkheden van hoger beroep en cassatie
De archieven en verantwoording inventarisatie
Aanwijzingen voor de gebruiker
Bijlagen

Kenmerken

Datering:
1825-1937
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch