In 1904 wordt door de plaatselijke Boerenbond opgericht de Vereniging tot verbetering der Zuivelbereiding "De Broederhand". Men bouwt een fabriek en werkt nauw samen, maar door onderlinge twisten eindigt deze samenwerking in 1916.
Op 9 juni 1916 wordt daarop de R.K. Coöperatieve Stoomzuivelfabriek "St. Petrus Banden" opgericht.
Het doel van deze fabriekjes was de gemeenschappelijke zuivelbereiding en alles wat daarmee in verband staat, door exploitatie van een fabriek en de verkoop van de producten.
Het bestuur bestond volgens de statuten uit tenminste 6 personen (twee uit Heesch, uit Geffen en uit Vinkel) en werd gekozen door de algemene leden.
Op 17 aug 1921 brak er brand uit in de fabriek, die voor de helft in de as werd gelegd.
Op 10 jul 1947 wordt door de Stoomzuivelfabriek, Melkinrichting en Roomijsfabriek "St. Willibrordus" te Oss een aanbod gedaan de melk van de fabriek over te nemen tegen gunstige voorwaarden.
Aldus wordt besloten en in feite houdt de melkfabriek Heesch in 1947 op te bestaan.
In 1948 wordt de fabriek met machines en inventaris verkocht aan de ondernemer A. Kemps, die er een zeemlederfabriek in begint.

Een bijkomend probleem bij de opheffing en liquidatie van de zuivelfabriek is geweest de positie van de directeur, die van 1917-1 jan 1947 in dienst was.
Het bestuur ontsloeg hem bij besluit van de Algemene Vergadering van 30 dec 1946.
De kantonrechter van Den Bosch was dezelfde mening toegedaan. In hoger beroep vernietigde de arrondissementsrechter in Den Bosch dit vonnis in 1949 en veroordeelde het bestuur tot betaling van achterstallige loonvordering. De kwestie tussen bestuur en directeur sleepte zich echter voort tot 1956 en leidde tot nieuwe rechtsvorderingen en betalingen.