De heerlijkheid Heeswijk was een Brabants leen.
De schepenbank van Heeswijk bestond uit 7 schepenen met als officier de drossaard. De stukken werden, wat het contentieuse gedeelte betreft, in het jaar 1811 ter griffie der rechtbank van 1e aanleg te 's-Hertogenbosch overgebracht en van deze, sedert griffie der arrondissementsrechtbank in het jaar 1883 door de rijksarchivaris overgenomen (inventarisnummers 4, 5 en 31). (aanwinst 1883 no. 34).
Van de overige registers werden de inventarisnummers: 9-15, 19-27, 29, 30, 32, 34-38, 49, 52, 53, 59-61 in het jaar 1889 door de rijksarchivaris van de gemeente overgenomen (aanwinst 1889 no. 44) en de inventarisnummers: 17, 19, 51 en 58 op gelijke wijze in het jaar 1903 (aanwinst 1903 no. 260). De overige stukken, waaronder alle losse stukken, zijn voor en na gelicht uit het administratief archief van Dinther (aanwinst 1891 no. 75) en later uit het rechterlijk archief van Dinther.
De inventaris van het jaar 1811 is verloren; de stukken zijn geinventariseerd door Hansse (met raadpleging van de inventaris van 1811 voor het voluntaire gedeelte?).
Alle overgenomen stukken schijnen aanwezig. Opmerkelijk is de hoeveelheid onvoltooide grossen uit de tijd van de secretaris Boll. De schepenbank van Heeswijk schijnt met die van Dinther oudtijds een gemeenschappelijke secretaris gehad te hebben, althans was dit op het einde der 18e eeuw het geval (A. Boll, tevens notaris), ten gevolge waarvan de stukken met die van Dinther vermengd zijn, ja twee registers van Dinther mede akte voor Heeswijk bevatten.
De inventarisnummers 28 en 39 c-d, 41 a-c, 42 a-b en 47a zijn aanwinst 1928 no. 20.
Bij de inventarisnummers 42a en 42b zijn staten van 1804 en 1805 bijgevoegd als aanwinst 1934, no. .. .
Brabants Historisch Informatie Centrum