Materiaal van het bedrijf Gebr. Melssen te Meijel (1945-1950) is niet bewaard gebleven. Dat archief berustte in een gesloten kast op zolder van het ouderlijk huis (Hoek 3, Meijel), waar ik het in 1967 nog heb gezien. Pogingen om die papieren in te zien waren vruchtenloos. Het archief is in de jaren 1980 door mijn tante Truus Melssen-Joosten, zonder nader overleg met andere familieleden, vernietigd. Tot die papieren behoorde ook het bedrijfsarchief van opa Melssen vanaf 1913, mogelijk zelfs nog oudere papieren.
Bij de opheffing van de zaak (1966) gingen de papieren, in ieder geval een deel ervan, mee naar Eindhoven; een ander deel werd verbrand op het smidsbed (zie ook hierna). Toen waren ook de bijlagen bij de jaarstukken over tenminste de laatste jaren nog aanwezig; die heb ik ca. 1985 vernietigd (ingekomen rekeningen, waaronder ook lidmaatschapsbewijzen van de KVP).
Na het overlijden van mama (1998) heb ik in een te snel tempo mijn eigen papieren vernietigd. Daarbij zaten ook nog stukken die tot het hier beschreven archief behoorden, zoals de versjes, die de kinderen in de jaren 1950-begin jaren 1960 thuis opzegden bij allerlei gelegenheden (verjaardagen ouders, Vader- en Moederdag), ingekomen brieven bij de geboorte van mijzelf (1951), door mij geschreven brieven aan mijn ouders uit mijn kostschooltijd (1963-1965; samen met de van mijn ouders ontvangen brieven uit die tijd), bank- en giroadministratie en spaarboekjes.
Er is materiaal bij de andere kinderen terecht gekomen, zoals kerkboeken en fotoalbums bij Helma, rijbewijzen (papa, 1976; mama, 1974) en een paspoort (papa, 1977) bij Leny. Stukken die betrekking hadden op één van de kinderen zijn door mij aan het desbetreffende kind terug gegeven, zoals de kaarten van het consultatiebureau, geboortekaartjes, communie-prentjes, de fotoserie b.g.v. de geboorte van Thieu als 8000ste inwoner van Sint-Michielsges-tel, rekeningen en schoolrapporten.
Bij de collectie foto’s uit deze inventaris kan nog worden aangetekend dat bij de verhuizing naar Eindhoven (1966) veel oude foto’s en fotoalbums (met vele bruinkleurige foto’s van familie uit de Verenigde Staten) zijn verbrand op het smidsbed; zelfs de foto’s en haarlokken van Helma (1946-1950) en Johan (1949-1950) heeft mama toen willen verbranden. Ik heb die toen uit het vuur gepakt en bewaard. Ook de gipsen heiligenbeelden moesten het bij de verhuizing ontgelden en werden, nadat ze kapot waren geslagen, in een kuil achter het huis begraven: het H. Hartbeeld uit de voorkamer (boven het bureau van papa), het grote O.L.V.-beeld van de overloop en de mooie kerstgroep.
Al dan niet door papa gemaakte hoefijzers gingen naar de overige kinderen. Zelf heb ik een M.M. 1935 -gemerkt hoefijzer. (cursus Verbugt?, zie foto 1.3)
Kenmerken
Het precieze jaar van openbaarheid kun je per inventarisnummer vinden.
Bij vragen kun je contact opnemen met het BHIC.