skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic

Archieven

315 Santvoort, 1629 - 1803

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
In 1960 ontving het rijksarchief van het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen een groot gedeelte van diens handschriftenverzameling in bruikleen. Hierbij bevonden zich onder de catalogusnummers *  215, 246, 247 en 382 een aantal delen, afkomstig van mr. Johan Cornelis Santvoort, blijkens aanvullingen in sommige daarvan in de hand van zijn oudste zoon mr. Theodoor François Santvoort, na zijn dood in diens bezit gekomen, en onder de nummers 398 en 399 stukken, afkomstig van zijn jongste zoon Pieter Dirk Santvoort. Bovendien was ook cat.nr. 221 daarbij verkregen, bevattende drie banden met stukken, in civiele processen aan de schepenbank van 's-Hertogenbosch overgelegd en zeer waarschijnlijk door mr. Johan Cornelis Santvoort bijeengebracht; daar deze tot dat schepenbanksarchief behoord hadden, zijn ze terstond wederom daarbij gevoegd onder Inv.nrs. 1147 c-e.

Het rijksarchief bezat reeds stukken van mr. Theodoor François Santvoort door een schenking van de erfgenamen van zijn kleindochter Anna Benjamin de Loecker-de Jong in 1882 en tenslotte werd in 1942 een brief van hem aan zijn dochter Arnolda Elisabeth ten geschenke ontvangen uit de boedel van de heer W.J. Hubert van Beusekom.
Bovengenoemde drie heren Santvoort hebben een rol gespeeld in de rechtsgeleerde wereld van 's-Hertogenbosch in hun dagen. De vader, mr. Johan Cornelis Santvoort, is weliswaar in Leerdam gedoopt op 1 januari 1698 *  als zoon van Nicolaas *  en Adriana van Blootenburgh, doch is waarschijnlijk reeds in zijn vroege kindsheid met zijn ouders naar 's-Hertogenbosch gekomen, indien tenminste de Nicolaas Santvoort, die volgens Van Sasse van Ysselt in 1700 bezitter van een huis in die stad was, *  dezelfde is als bovengenoemde. Johan Cornelis werd aldaar begraven 25 november 1769 en was er gehuwd, ondertrouw 11 september 1723, met Elisabeth Santvoort, gedoopt te Ginneken 28 januari 1703, overleden te 's-Hertogenbosch 4 april 1764, *  begraven 10 april d.a.v., dochter van ds. Theodorus en Francina Evermans. Hij is waarnemend rentmeester-generaal geweest van 1725 tot 1735, leenman in de Leen-en Tolkamer van 1735 af tot zijn dood toe, schepen van 's-Hertogenbosch van 1729 af en griffier van de schepenbank van 1735 af, beide eveneens tot zijn overlijden, en rentmeester van het Gereformeerd Burger Weeshuis van 1743 tot 1748; voorts gaf hij herhaaldelijk rechtsgeleerde adviezen aan instanties en particulieren.
Zijn functies als waarnemend rentmeester-generaal en leenman van de Leen-en Tolkamer hebben hem gebracht tot de uitgave in 1742 in twee delen van het "Manuaal of Woordenboek alleen betrekkelyk tot alle de Rekeningen van de Steeden, Vryheden en Dorpen in de vier Quartieren van de Meyerye van 's-Hertogenbosch, eerst samengestelt ten dienste van die van de Leen-en Tolkamer der Stad en Meyerye voorschreve, en vervolgens ten nutte van het Gemeen uitgegeven".

Mr. Theodoor François is de oudste van de beide zoons van bovengenoemd echtpaar, van wie stukken bewaard zijn gebleven. Hij werd te 's-Hertogenbosch gedoopt op 13 november 1726, overleed te Vught 9 december 1811 en huwde te 's-Hertogenbosch 29 december 1760 met Johanna ter Croye, aldaar gedoopt 9 oktober 1733 en begraven 28 juli 1769, dochter van Arnoldus en Arnolda van Hemert.
Hij volgde zijn vader in een deel van diens ambten op; zo was hij rentmeester van het Gereformeerd Burger Weeshuis van 1748 tot 1803 en griffier van de schepenbank van 1768 *  tot 1798; hij was verder blijkens Inv.nr. 26 waarschijnlijk werkzaam op het kantoor van de ontvangerde gemene middelen te 's-Hertogenbosch van 1750 tot 1759 en gemeenteadvocaat van Waalre en Valkenswaard van 1751 - 1754; *  daarnaast oefende hij zeker tot 1803 het beroep van advocaat uit.
Slechts twee dochters uit dit huwelijk werden volwassen: Arnolda Elisabeth, gedoopt te 's-Hertogenbosch 13 december 1763, huwde te Esch (ondertrouw 's-Hertogenbosch 17 januari 1802) Pieter Schuil, geboren te Tiel, zoon van Mattheus Lambertus en Johanna Mechteld Coerman, ritmeester in het 2e regiment cavallerie te Groningen, en Elisabeth, gedoopt te 's-Hertogenbosch 1 mei 1765, overleden aldaar 25 februari 1842, huwde aldaar 12 oktober 1795 Hendrikus de Jong, geboren te Erp 9 mei, gedoopt in Den Dungen 12 mei 1763, overleden te 's-Hertogenbosch 2 maart 1846, zoon van Benjamin en Anna de Jong, secretaris van Erp, later lid van de raad van 's-Hertogenbosch. *  De enige dochter uit dit huwelijk was Anna Benjamin de Jong, gehuwd met Cornelis de Loecker en hierboven reeds genoemd.

De tweede zoon van mr. Johan Cornelis Santvoort was Pieter Dirk, gedoopt te 's-Hertogenbosch 10 mei 1736, overleden te Tilburg 18 februari 1815, huwde te 's-Hertogenbosch 29 november 1760 Hendrina Geertruy Torsink, gedoopt aldaar 16 oktober 1736, overleden te Tilburg 2 mei 1823, dochter van Herman en Maria Catharina van Eys; hij was procureur te 's-Hertogenbosch, notaris aldaar van 1757 tot 1809; hij komt in 1776 voor als ontvanger van de taxen op de huishuren te 's-Hertogenbosch *  en is van 1763 - 1795 substituut ontvanger-generaal van de beurzen en beneficiën in de stad en meierij van 's-Hertogenbosch geweest. * 
Uit dit huwelijk zijn enige kinderen geboren, o.a. een zoon mr. Herman, gedoopt te 's-Hertogenbosch 5 mei 1771, overleden aldaar 10 juni 1835, rechter in de rechtbank van eersten aanleg aldaar. Uit zijn huwelijk met Maria Joanna Clara van Houtem is op 15 september 1818 te 's-Hertogenbosch een zoon Pieter Dirck geboren, die later hervormd predikant zou zijn geworden. Bij K.B. van 18 januari 1836 werd de achternaam van Pieter Dirck veranderd in Schouw Santvoort. * 

Het is opvallend, dat de stukken, van Pieter Dirk afkomstig, hoofdzakelijk lopen over een periode, die eindigt met het leven van zijn vader, met enkele voortzettingen tot 1774. Dit wekt de indruk, dat zij reeds vroeg uit zijn handen zijn geraakt, bijvoorbeeld doordat zij in een gemeenschappelijke kantoorruimte van vader en zoon(s), later van de beide broeders, zijn blijven berusten. Er was in ieder geval tussen hem en de beide andere familieleden een nauwe zakelijke band, vooral tussen de beide broeders, blijkens stukken in Inv.nr. 33, waarbij de oudste als advocaat en de jongste als procureur optreedt; ook vindt men daarin enkele concepten van rekesten in de hand van de vader. Het lijkt daarom niet onwaarschijnlijk, dat de nummers uit de Handschriftenverzameling van het Provinciaal Genootschap, zowel die afkomstig van Johan Cornelis als van Pieter Dirk, één en dezelfde geschiedenis hebben gehad, namelijk, dat zij een tijdlang in handen van Theodoor François zijn geweest en te eniger tijd uit zijn bezit of dat zijner nakomelingen zijn geraakt.
Dit moet na 1784 zijn geweest, uit welk jaar er in de eerste band van de door mr. J.C. Santvoort verzamelde resoluties etc. een vonnis van de schepenbank van Empel en Meerwijk *  voorkomt, getekend door de substituut-secretaris J. Vriezekolk, met wie mr. Theodoor François zeer veel zakelijke relaties heeft gehad. *  Uit een aantekening vóórin dezelfde band blijkt tevens, dat het in 1834 door H. Palier bij de boekverkoper Lion gekocht is, waarschijnlijk met de gehele serie; een andere aantekening in Inv.nr.14 is eveneens van Palier, zodat ik meen te kunnen concluderen, dat deze gehele verzameling in 1834 in het bezit van Palier is gekomen en via hem aan het Provinciaal Genootschap.
De stukken, die het rijksarchief in 1882 had verworven, waren tot zo lang onder de familie blijven berusten en werden eerst toen, zoals boven is medegedeeld, ten geschenke ontvangen. Deze bestonden, voorzover het de Santvoort-papieren betrof, hoofdzakelijk uit stukken van Theodoor François met enkele van diens vader Johan Cornelis. De andere waren afkomstig van de vader van A.B. de Loecker- de Jong, Hendrikus de Jong, en van haar zoon J.C. de Loecker; deze zijn, voorzover ze niet in een ander archief of andere collectie thuis behoorden, in de jaarcollectie aanwinsten gelaten. Ook onder Santvoortpapieren waren enkele stukken uit andere archieven, zo een inventaris van het archief van het Gereformeerd Burger Weeshuis, dat bij de ordening ervan door drs. F. Brekelmans daarin als Inv.nr. 520 is opgenomen. Voorts waren reeds vroeger twee pakken met stukken uit processen bij het oud-rechterlijk van 's-Hertogenbosch gevoegd, *  doch thans bleek, dat deze de advocatenpapieren van mr. Th.F. Santvoort betreffende zaken van zijn cliënten bevatten, voor verschillende hoven en schepenbanken gevoerd en op één uitzondering na niet voor die van 's-Hertogenbosch. *  Daarentegen was in de collectie aanwinsten een niet geheel compleet zijnde deductie opgenomen, die juist wel aan die bank was overgelegd; *  vermoedelijk is dit een vergissing geweest, die nu hersteld is.
De in 1942 van de erfgenamen van W.J. Hubert van Beusekom verkregen brief, gericht aan Arnolda Elisabeth door haar vader in 1794, met een merkwaardige bijlage, heb ik niet dan na enige aarzeling opgenomen; zij was immers later gehuwd met P. Schuil en het lag voor de hand, dat dit stuk een andere weg gevolgd zou hebben dan de stukken van aanwinst 1882, die immers in handen van de jongste dochter, Elisabeth de Jong- Santvoort, zijn geweest. Het is mij echter niet gelukt ook maar de geringste relatie tussen de families Schull- Santvoort en Hubert van Beusekom in de 19de en 20ste eeuw te vinden, zodat ik rekening moest houden met de mogelijkheid, dat ook dit stuk door koop verkregen was, temeer daar de andere uit dezelfde bron verkregen stukken lang niet alle familiepapieren waren. Het leek derhalve niet onwaarschijnlijk, dat Arnolda Elisabeth, die lang na 1794 huwde, namelijk pas in 1802, deze brief met de verklaring over het niet emigrant zijn destijds bij de papieren van haar vader opgeborgen en later achtergelaten heeft, en in dat geval is een opneming in dit familiearchief verantwoord.
De verdwijning uit het bezit van de familie van die stukken, die niet door mr. Th.F. Santvoort zelf zijn bijeengebracht, zou dan na 1802 vallen.
Deze drie aanwinsten zijn derhalve thans in één inventaris beschreven, waarvan de nrs. 15, 19-32 en 36 rijkseigendom en de nrs. 1-14, 16-18 en 33-35 bruikleen van het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant zijn.

Elis.H. Korvezee, 1975
Aanwijzingen voor de gebruiker
Inventaris

Kenmerken

Datering:
1629-1803
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch